Achtergrond

De wereld in 40 operahuizen: Mexico City

Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 29 het Palacio de Bellas Artes in Mexico.

De afstand van de vorige standplaats San José in Costa Rica naar Mexico City, één van de grootste steden ter wereld, is te overzien. 2000 kilometer is niet veel om het imposante Palacio de Bellas Artes te kunnen zien.

Het gebouw
De geschiedenis van het Palacio de Bellas Artes in Mexico City begint met zijn voorloper: het Nationale Theater dat op precies dezelfde plek stond. Dit gebouw werd eind negentiende eeuw gebouwd en fungeerde enige tijd als dé plek voor theater, operette, Weense dans en andere ‘hoge’ kunstvormen in Mexico.

In aanloop naar de viering van honderd jaar Mexicaanse onafhankelijkheid in 1910 besloot men het gebouw te vervangen door een imposanter bouwwerk. Het oude theater werd in 1901 afgebroken en de Italiaanse architect Adamo Boari ging aan de slag met een nieuwe.

Maar hoe ambitieus de plannen ook waren, in 1910 was het project nog amper van de grond gekomen. Letterlijk. Toen daarna ook nog eens de revolutie uitbrak, kwamen de bouwwerkzaamheden volledig stil te liggen. Pas in 1932 werd het werk hervat, dat in 1934 afgerond werd.

Door de moeizame geboorte van het theater, kent het pand diverse bouwstijlen. De buitenkant is overwegend Art Nouveau, de binnenkant Art Deco.

Het paleis telt diverse zalen. Er zijn verscheidene expositieruimtes en op de derde verdieping is zelfs een heel museum gevestigd. De theaterzaal telt zo’n 1000 plaatsen en heeft een ’theatergordijn’ waarin bijna een miljoen stukjes gekleurd glas uit New York zijn verwerkt. Het doek is uniek in zijn soort en weegt 24 ton.

Het gezelschap
Het Palacio huist het Instituto Nacional de Bellas Artes, een overheidsinstantie die zich inzet voor de promotie van de kunsten in Mexico. Onder de vleugels van die instelling zijn er tal van gezelschappen actief in het theater. Daaronder de Compañía Nacional de Ópera.

Dat operagezelschap werd in 1943 opgericht, gesteund door een bank en de Mexicaanse overheid. Het was één van de eerste instanties die met regelmaat operaseizoenen ging programmeren in Mexico. Met succes. In 1950 mocht het Maria Callas verwelkomen, die Norma zong in het theater. En ook een ster als Luciano Pavarotti trad meerdere malen op in het Palacio.

Naast opera’s zijn er concerten, dans- en balletvoorstellingen en theaterproducties te zien in het gebouw.

Seizoen 2010/2011
De Compañía Nacional de Ópera was de afgelopen twee maanden te bewonderen in het Palacio met een productie van Beethovens Fidelio (net als De Nederlandse Opera in Amsterdam). De beroemde tenor Francisco Araiza, geboren in Mexico City, zong de rol van Florestan.

Zie voor meer informatie www.bellasartes.gob.mx.

De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen
Oslo
Stockholm
Helsinki
Tallinn
Riga
Vilnius
Warschau
Minsk
Moskou
Peking
Tokio
Hongkong
Wellington
Sydney
Kuala Lumpur
Hanoi
Mumbai
Ankara
Tel Aviv
Cairo
Kaapstad
Buenos Aires
São Paulo
Caracas
San José

Vorig artikel

Alagna maakt Met-debuut als Cavaradossi

Volgend artikel

Vlaamse jongeren maken eigen Semiramide

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. Mauricio Fernández
    12 januari 2011 at 11:59

    Bellas Artes is inderdaad een van de mooiste operatheaters ter wereld, jammer alleen dat de laatste renovatie ter viering van 200 jaar onafhankelijkheid van het land niet helemaal volgens het boekje is gegaan. Momenteel is er een juridische strijd gaande hierover.
    Ter info: het glazen gordijn werd door de firma Tiffany uit NY vervaardigd en geld als een meesterwerk!

  2. Steven Surdèl
    12 januari 2011 at 21:36

    Een leuke bijkomstigheid wellicht voor verzamelaars: ruim tien jaar geleden bracht het label Melodram twee boxen met elk 10 CD’s uit getiteld ‘Maria in Mexico’, met daarop alle opnamen van Maria Callas in dit operahuis (’50, ’51 en ’52). De (documentaire) kwaliteit is hoog, net als de prijs overigens (destijds ca. 130,- euro). Haar eerste volledige Norma en Traviata mogen weliswaar nog niet het ‘je van het’ zijn, maar haar Trovatore met Simionato (’50), Aida (’51), en vooral Lucia di Lammermoor en Rigoletto (beide ’52) zorgden voor een dolenthousiast publiek.