Achtergrond

De wereld in 40 operahuizen: Tallinn

Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 7 de Rahvusooper Estonia in Tallinn.

Vanaf Helsinki, de vorige halte, is het slechts 80 kilometer met de veerboot om Tallinn te bereiken, de stad van de Rahvusooper Estonia (foto: Harri Rospu).

Het gebouw
Het operahuis van de Rahvusooper Estonia (de Estse Nationale Opera) werd op 24 augustus 1913 in gebruik genomen. Het was in die tijd het grootste gebouw van Tallinn en bevatte (net als vandaag) twee vleugels: de ene voor een theater, de andere voor een concertzaal. De Finse architecten Armas Lindgren en Wivi Lönn ontwierpen het gebouw.

Een jaar na de opening, na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, werd het operahuis als militair ziekenhuis en orthodoxe kerk gebruikt. En ook in 1919 werd het gebouw op een alternatieve wijze ingezet, namelijk als plek voor de eerste vergadering van het Estse parlement.

In 1934 werd het gebouw gerenoveerd, maar een bombardement van de Russen in 1944 deed alle arbeid teniet, waardoor er in de tweede helft van de jaren veertig wederom een restauratie plaats moest vinden. Delen van het gebouw werden gemaakt zoals het voor de oorlog was, andere delen werden vernieuwd, in een soberder stijl.

Het theater werd in 1947 heropend, maar de restauratiewerkzaamheden waren pas in 1951 afgerond en het lagere deel tussen de twee vleugels van het operahuis werd pas in 1991 weer in ere hersteld.

Van 2003 tot 2006 werd het gereedschap weer voor de dag gehaald. Er werd een nieuwe ‘chamber hall’ gebouwd en het theater kreeg een nieuw, moderner toneel. Ook de foyers en andere ruimten voor het publiek werden opgefrist. Er is nu plaats voor 708 mensen. Niettemin zijn er plannen voor de bouw van een nieuw operahuis.

Het gezelschap
Het operahuis in Tallinn wordt gebruikt door drie onafhankelijke instellingen: de Eesti Kontsert, het Estse Nationale Symphonie Orkest en de Estse Nationale Opera.

De roots van het operagezelschap gaan terug tot de oprichting van de lied- en dramasociëteit Estonia in 1865. Die sociëteit begon in de loop der jaren muziektheatrale werken op het toneel te zetten en werd in 1906 de basis van een professioneel theater. Het theater kreeg eerst dezelfde naam als de sociëteit, Estonia, maar ging na diverse naamswijzigingen in 1998 Estse Nationale Opera heten.

In 1907 voerde het gezelschap voor het eerst een operette op, vanaf seizoen 1918/1919 volgden regelmatig opera’s. Zo werd in 1928 de eerste Estse opera, Vikerlased van Evald Aava, opgevoerd.

In 2006 vierde het gezelschap haar honderdste verjaardag. De artistiek directeur en chef-dirigent is Arvo Volmer.

Seizoen 2010/2011
Het komende seizoen van de Estse Nationale Opera telt zes nieuwe producties: Die Csárdásfürstin, La Bohème, I Capuleti e i Montecchi, De Tsarenbruid, Carmen en Parsifal. De laatste productie wordt in augustus 2011 opgevoerd – in de Noblessner Foundry, niet het operahuis – om te vieren dat Tallinn op dat moment culturele hoofdstad van Europa is.

Naast deze premières haalt het operahuis vele repertoireproducties van stapel: De liefde voor de drie sinaasappels, Così fan tutte, La Cenerentola, La Traviata, Un ballo in maschera, Schoppenvrouw, Tosca en Wallenberg.

Het operahuis heeft ook enkele gastproducties op de kalender staan. Zo komt de nationale opera met diverse balletten en opera’s langs, waaronder Madama Butterfly en Evgeni Onjegin.

Zie voor meer informatie www.opera.ee.

De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen
Oslo
Stockholm
Helsinki

Vorig artikel

Vroege opera’s bij het Festival Oude Muziek

Volgend artikel

Zuid-Koreaan wint Concours Ernst Haefliger

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.