Achtergrond

De wereld in 40 operahuizen: Oslo

Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 4 Den Norske Opera in Oslo.

Na het bezoek aan Kopenhagen en een trip langs een paar honderd kilometer Zweedse kust is de volgende halte Oslo, de thuisbasis van Den Norske Opera (foto: Erik Berg).

Het gebouw
Net als de Koninklijke Deense Opera huist de Noorse Nationale Opera (Den Norske Opera) in een gloednieuw, modern gebouw. Het ‘operahuset’ werd ontworpen door het bedrijf Snøhetta en werd in 2008 geopend. Dat was eerder dan gepland en ook qua kosten pakte het project gunstiger uit dan van tevoren gedacht: het project kostte ‘slechts’ 500 miljoen euro. Aan de bouw van het nieuwe operahuis ging overigens een felle discussie vooraf.

Het gebouw is nog iets groter dan het operahuis in Kopenhagen. Het beslaat 49.000 vierkante meter en beschikt over drie zalen waar voorstellingen gegeven kunnen worden. De hoofdzaal bevat 1369 zitjes, verder is er een zaal van 400 plekken en een studio waar 200 bezoekers terechtkunnen.

Het bijzondere aan het operahuis is dat bezoekers over het dak kunnen lopen. Het dak wordt zelfs af en toe gebruikt voor concerten en is verder een belangrijke toeristische attractie in het centrum van Oslo. Een jaar na de opening was het operahuis daardoor al door 1,3 miljoen mensen bezocht.

Het gezelschap
In het ‘operahuset’ opereert Den Norske Opera & Ballet, het eerste en grootste opera- en balletgezelschap in Noorwegen. Het werd opgericht in 1957 en gaf in 1959 voor het eerst een voorstelling. In de beginjaren (1958 tot 1960) was de beroemde sopraan Kirsten Flagstad de manager van het operahuis.

Inmiddels is het gezelschap een organisatie met meer dan 600 werknemers. De touwtjes zijn in handen van algemeen directeur Tom Remlov, de Schotse operadirecteur Paul Curran, balletdirecteur Espen Giljane en de Amerikaanse dirigent John Helmer Fiore, de eerste muzikaal directeur in meer dan tien jaar tijd.

Seizoen 2010/2011
Het komende seizoen zijn er in Oslo meer dan tien producties op opera- en muziektheatergebied te zien, verspreid over 317 voorstellingen. Er zijn klassieke titels, maar ook moderne werken.

Het seizoen begint met Tosca, met Elena Pankratova in de titelrol en Miroslav Dvorsky als Cavaradossi. Andere bekende opera’s op het programma zijn Le nozze di Figaro, Evgeni Onegin, Orphée et Euridice (met William Lacey als dirigent en Marie Arnet in de cast), Così fan tutte, The Rape of Lucretia, Lulu (met Heidi Stober in de titelrol), Rigoletto en Peter Grimes.

Daarnaast is er een double bill met Ravels L’enfant et les sortilèges en Stravinsky’s Oedipus Rex en zijn er hedendaagse werken van de Hongaarse componist György Kurtág en de Noorse componisten Olav Anton Thommessen en Bertil Palmar Johansen.

Ook voor kinderen en jongeren is er ruim aandacht, bijvoorbeeld door de kinderopera Cinderella van Peter Maxwell Davies, Der Jasager van Weill en Brecht (uitgevoerd door twee kinderkoren) en diverse andere producties en projecten.

De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen

Vorig artikel

Plácido Domingo in 15 quotes

Volgend artikel

Youtube-portret: Jonas Kaufmann

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.