Achtergrond

De wereld in 40 operahuizen: Buenos Aires

Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 25 het Teatro Colón in Buenos Aires.

In Kaapstad stappen we op de boot voor de overtocht naar Zuid-Amerika, om bijna 7000 kilometer later in de haven van Buenos Aires aan te komen.

Het gebouw
Als je als operaliefhebber Zuid-Amerika bezoekt, is er één operahuis waar je niet omheen kan: het Teatro Colón in Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië. Het theater heeft een rijke historie, waar vele grote artiesten in voorkomen.

Het eerste Teatro Colón werd geopend in 1857 met Verdi’s La Traviata (vier jaar na de Italiaanse première) en diende dertig jaar lang als bloeiend operacentrum in het land. Het telde 2500 stoeltjes en had een apart balkon voor vrouwen.

Tegen het einde van de negentiende eeuw ontstond de behoefte aan een vernieuwd theater. Dat leidde tot de bouw van het huidige Teatro Colón, dat in 1908 geopend werd, wederom met een opera van Verdi (Aida).

Het huidige theater ligt in het hart van de hoofdstad. Het telt 2478 stoelen (meer dan het Royal Opera House in Londen) en biedt ook nog eens ruimte aan zo’n 500 staplaatsen. Het theater staat bekend om haar goede akoestiek. Volgens sommigen is het zelfs één van de beste vijf zalen in de wereld.

Het theater is ontworpen door Francesco Tamburini en Vittorio Meano naar Italiaans model. Door het overlijden van beide architecten én de geldschieter achter het project liep het project een flinke vertraging op. Uiteindelijk duurde het twintig jaar voordat het voltooid werd.

Recentelijk werd het operahuis grondig gerenoveerd. Zowel interieur als exterieur werd opgelapt en in mei 2010 kon het gebouw, na vijf jaar werk, haar deuren weer openen. De renovatie kostte zo’n 100 miljoen dollar.

Het gezelschap
Opera is populair in Argentinië. In 1854 werden er in Buenos Aires al 53 verschillende opera’s opgevoerd – en dat terwijl het Teatro Colón nog niet eens gebouwd was.

Toen de operatempel er eenmaal stond, begon het sterren van over de hele wereld aan te trekken. Leonard Bernstein, Claudio Abbado, Arturo Toscanini, Enrico Caruso, Maria Callas, Plácido Domingo: zij en vele anderen lieten hun sporen achter op het Argentijnse toneel.

Met het verval van het theater nam ook het aantal sterren op het programma af, maar met de grondige renovatie van de afgelopen jaren hoopt het operahuis haar status van weleer te kunnen herstellen. Het heeft in elk geval een vliegende start gemaakt na de heropening in mei dit jaar door een programma met zes verschillende producties en de nodige artiesten van formaat.

Seizoen 2010/2011
De feestelijke programmering waarmee het Teatro Colón sinds mei dit jaar haar heropening viert, telt zes titels: La Bohème, Katja Kabanova, Don Giovanni, een double bill met Una Tragedia Florentina van Zemlinsky en Violanta van Korngold, Manon en Falstaff.

Legendarisch zijn de namen op de affiches nog niet, maar de casts bestaan allerminst uit zangers zonder faam. Virginia Tola (die in 2009 Fiordiligi zong in Amsterdam) zong in La Bohème en Don Giovanni, Elena Zhidkova (die in maart dit jaar bij De Nederlandse Opera optrad in Hertog Blauwbaards burcht) zong in Katja Kabanova, Wolfgang Schöne trad op in Violanta, John Osborn was te horen in Manon (geregisseerd door David McVicar) en Elena Pankratova zong in Falstaff, de laatste productie van het jaar, die op 5 december voor het laatst opgevoerd werd.

De plannen van het Teatro Colón voor 2011 zijn nog niet bekend.

Zie voor meer informatie: www.teatrocolon.org.ar.

De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen
Oslo
Stockholm
Helsinki
Tallinn
Riga
Vilnius
Warschau
Minsk
Moskou
Peking
Tokio
Hongkong
Wellington
Sydney
Kuala Lumpur
Hanoi
Mumbai
Ankara
Tel Aviv
Cairo
Kaapstad

Vorig artikel

Filmpje: Componisten in Parijs

Volgend artikel

Eerste Kamer stemt tegen verhoging btw

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.