AchtergrondReisverhalen

Op een binnenplaats in Aix-en-Provence

Al sluiten de operahuizen bij het ontluiken van de zomer hun deuren, het gezang verstompt niet. In tal van steden in de wereld kan men zich laven aan grootse operafestivals. Als handreiking een serie met diverse operafestijnen in Europa. In deel één het gerenommeerde Festival d’Aix-en-Provence.

Het Théatre de l'Archeveché, op de binnenplaats waar het festival ooit begon.
Het Théatre de l'Archeveché, op de binnenplaats waar het festival ooit begon.

Het begon ooit als liefhebberij op een binnenplaatsje in Aix-en-Provence, genaamd Cour de l’Archevêché (binnenplaats van de aartsbisschop). Enkele enthousiastelingen op muziek- en theatergebied die daar regelmatig samenkwamen, kwamen op het idee een festival te beginnen. Hun broedplaats groeide vervolgens uit tot het hart van het inmiddels beroemde Festival d’Aix-en-Provence.

Dit jaar staat alweer de 61ste editie op de kalender, die van 3 tot en met 31 juli in het zuiden van Frankrijk plaatsvindt. Het programma spreidt zich inmiddels uit over diverse speellocaties. Naast het op de binnenplaats gebouwde Théâtre de l’Archevêché zijn dat het Théâtre du Jeu de Paume, het Grand Théâtre de Provence en Hôtel Maynier d’Oppède. De meer dan 300 journalisten en ruim 75.500 bezoekers die vorig jaar op die locaties afkwamen, geven wel aan wat een groei het festival gedurende meer dan een halve eeuw heeft doorgemaakt.

Maar het begon dus allemaal op die binnenplaats, met als kartrekker artistiek directeur Gabriel Dussurget, die in 1948 de eerste editie lanceerde. In dat festival was toen onder meer de voor de Fransen onbekende opera Così fan tutte van Mozart te zien.

Een jaar later nam het festival pas echt een vlucht, toen Dussurget zijn vriend Cassandre, een artiest, de opdracht gaf een decor te ontwerpen voor de openingsvoorstelling van Don Giovanni, en daarbij meteen maar even heel het theater voor de binnenplaats te ontwerpen. Wat de beste man deed.

Op de binnenplaats ontspon zich een lange festivaltraditie, waarbij het repertoire steeds verder uitgebreid werd. Na Mozart volgden Monteverdi en Gluck, enkele komische opera’s en uiteindelijk hedendaagser werk van componisten als Menotti, Poulenc, Milhaud en Stravinsky.

Onder directeur Bernard Lefort (1974-1982) werden de nodige wereldsterren naar het stadje gelokt. Caballé, Carreras, Horne, Ricciarelli en zelfs Ella Fitsgerald deden het festival aan.

Belangrijk was de aanstelling van Stéphane Lissner (momenteel artistiek leider van het Scala in Milaan) in 1998. Hij liet het Théâtre de l’Archevêché renoveren en bereidde weer een openingsvoorstelling van Don Giovanni voor. Ook richtte hij eigen decor- en kostuumateliers op, waardoor het festival minder afhankelijk werd van co-producties met operahuizen.

Daarnaast lanceerde Lissner in hetzelfde jaar van zijn aanstelling de ‘Académie européenne de musique’ op, het opleidingsdeel van het festival dat nieuw talent (zowel zangers als musici, regisseurs, dirigenten en componisten) moet promoten.

De huidige artistiek directeur, Bernard Foccroulle, trad in 2007 aan. Hij kwam toen van De Munt in Brussel, waar hij meer dan vijftien jaar had gewerkt. Als organist en componist richt Foccroulle zich vooral op barok en moderne producties. Zijn grote streven is van het festival een ontmoetingsplek te maken in de stad. Hij is ervan overtuigd dat opera de plek bij uitstek is voor een dialoog tussen creatievelingen, omdat de kunstvorm zoveel facetten bevat.

Foccroulle probeert daarom ook veel artiesten met verschillende achtergronden te strikken voor zijn festivalproducties. Bovendien zijn er rondom de voorstellingen conferenties, tentoonstellingen, workshops en andere evenementen.

Het programma

De editie 2009 bevestigt de belangrijke plaats die Mozart in het festival inneemt. Van het wonderkind worden twee opera’s opgevoerd: Idomeneo en Die Zauberflöte. Dat is de helft van het operaprogramma. Verder zijn er nog voorstellingreeksen van Götterdämmerung van Wagner en Orphee aux enfers van Offenbach. Daarnaast zijn er vele concerten en recitals, waaronder van de mezzo’s Magdalena Kozena en Joyce di Donato.

Het Théatre du Jeu de Paume, één van de speellocaties die er later bij is gekomen.
Het Théatre du Jeu de Paume, één van de speellocaties die er later bij is gekomen.

Götterdämmerung zal muzikaal geleid worden door Sir Simon Rattle. Ook de solisten zijn niet van het minste kaliber. Een handgreep: Ben Heppner zingt Siegfried, Dale Duesing doet Alberich (hij is momenteel in De zaak Makropulos bij De Nederlandse Opera te zien), Mikhail Petrenko zingt Hagen en Anne Sofie von Otter vertolkt Waltraute.

In Idomeneo mag Richard Croft de titelrol op zich nemen, terwijl Yann Beuron Idamante zingt. In Mozarts komischer werk Die Zauberflöte wordt met een deels dubbele bezetting gewerkt. Het gaat hier om een productie van De Munt uit 2005. René Jacobs staat op de bok, voor het Rias Kammerchor Berlin. De cast is voornamelijk Duits. William Kentridge is de regisseur.

De Camerata Salzburg zorgen voor de uitvoering van Orphee aux enfers van Offenbach, onder leiding van Alain Altinoglu. Hier zijn de solisten onder andere Pauline Courtin, Julian Pregardien, Mathias Vidal en Francis Bouyer. Het is een productie van het opleidingscentrum ‘Académie européenne de musique’.

Meer informatie over het festival is te vinden op www.festival-aix.com.

Vorig artikel

Opera uit de as van het kwaad

Volgend artikel

Fraaie Falstaff met bescheiden titelrol

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.