Achtergrond

YouTube-portret: Lascia ch’io pianga

Het is één van de populairste Händel-aria’s: ‘Lascia ch’io pianga’. De melodie is uitgegroeid tot een hit, die vaak ook buiten de context van de opera opgevoerd wordt. Een portret in beeld van de achttiende-eeuwse smartlap. Met dank aan YouTube.

Händel.

‘Lascia ch’io pianga’ is bekend als aria uit Rinaldo, een opera van Händel die in 1711 in première ging. De componist broedde de melodie echter al enkele jaren daarvoor uit, toen hij werkte aan de opera Almira (première in 1705). Daarin legde hij de basis voor het zo beroemd geworden deuntje in een Aziatische dans.

In 1707 kwam Händel op het idee zijn Almira-motief te vervocalen, wat de aria ‘Lascia la spina’ in het oratorium Il trionfo del Tempo e del Disinganno opleverde. In feite de geboorte van ‘Lascia ch’io pianga’, want behalve tekst en titel zijn de aria’s hetzelfde.

Hieronder ‘Lascia la spina’ uit de mond van Roberta Invernizzi.

Onder de nieuwe titel ‘Lascia ch’io pianga’ recyclede Händel deze aria dus in Rinaldo. Weinig origineel, kun je zeggen, maar het heeft zonder twijfel geholpen de populariteit van de aria voor eeuwig te bestendigen, want Rinaldo was een doorslaand succes.

In de opera wordt de aria gezongen door Almirena, de geliefde van Rinaldo. Ze is door de tovenares Armida uit de handen van haar held gekaapt en wordt nu gevangen gehouden in Armida’s paleis. In de tuin bezingt ze haar tragische lot. ,,Laat me huilen om mijn wrede lot en zuchten om mijn vrijheid”, zingt ze. ,,Dat mijn smart de ketenen van mijn lijden mag verbreken.”

Die dramatische context speelt tegenwoordig echter lang niet altijd meer een rol bij een opvoering van de aria. Het stuk is uitgegroeid tot concertaria. Menig beroemd solozanger zet de melodie op zijn soloprogramma, of verblijdt het publiek door het als toegift te zingen.

Hieronder vier versies. U hoort respectievelijk Cecilia Bartoli, Philippe Jaroussky, contra-alt Nathalie Stutzmann en de Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten.

En zo kan het natuurlijk ook: Hayley Westenra tijdens een concert van Celtic Woman in 2006.

Vorig artikel

Holl en Stotijn soleren op Delfts festival

Volgend artikel

Veel vocaal bij vervolg Proms-programma

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. lalala
    30 juli 2012 at 13:02

    vind dat almira motief ook wel beetje terug in beethoven’s 7e, II allegretto, of niet?

  2. Spen
    30 juli 2012 at 20:25

    Hayley Westenra! Mijn eerste muzikale liefde. Wat een pracht stem.

  3. Leendert
    31 juli 2012 at 16:53

    Het eerste filmpje betreft niet de Aziatische dans uit Almira, dat lijkt toch wat meer op Lascia ch’io pianga dan de hier gepresenteerde Sarabande uit de Suite in D mineur HWV 437, aanvankelijk voor klavecimbel gecomponeerd en later georkestreerd, bekend geworden als de openingsmuziek uit de film Barry Lyndon van Stanley Kubrick. Ook mooi, hoor! Beethoven vond Handel de grootste componist die ooit geleefd had, dus heel goed mogelijk dat hij in zijn 7e Symfonie geinspireerd werd door de genoemde Sarabande.