Achtergrond

IVC scout jong talent in Amsterdam

Hoewel de eerste echte dag van het 50e Internationaal Vocalisten concours pas op 4 september 2014 plaatsvindt, is de selectie van deelnemers al in volle gang. Afgelopen weekend kwamen meer dan tachtig kandidaten auditie doen in de eerste voorronde in Amsterdam. Place de l’Opera keek op zaterdag mee.

Katrin Le Provost was één van de zangers die probeerde door de Voorronden te komen (foto: Philipp Masur).
Katrin Le Provost was één van de zangers die probeerde door de Voorronden te komen (foto: Philipp Masur).

De Sweelinckzaal van het Amsterdamse conservatorium is wat kaal, het licht niet erg sfeervol, maar ‘hij zingt lekker’, zegt één van de kandidaten in een pauze. Aan de uitnodiging om te komen kijken en luisteren van IVC-directeur Annett Andriesen op Place de l’Opera is vooral door liefhebbers en kenners gehoor gegeven.

Achter in de zaal zit de jury, geleid door de IVC-directeur, die als secretaris optreedt. Aan haar zijde heeft ze vocalisten als Marion van den Akker, Meinard Kraak en Roberta Alexander, naast mensen van opleidingen en gezelschappen, zoals Nicolas Mansfield van de Nationale Reisopera en Alexander Oliver van de Dutch National Opera Academy.

De toon is welwillend en voorkomend, maar er moeten enorme aantallen kandidaten de revue passeren. Ten teken dat de volgende kandidaat mag binnenkomen luidt Andriesen een koperen belletje. Hier en daar wordt er, na snel overleg in de jury, aan de kandidaat gevraagd de volgorde van de gekozen stukken aan te passen.

Soms komt er met een ‘thank you’ al na twee aria’s een einde aan de auditie. Sommige zangers hebben moeite hun teleurstelling daarover te verbergen. Een zanger voor wie de tijd te kort dreigt te worden, krijgt voor zijn lange aria te horen: “We might stop you, for which we apologize.”

Ergens vandaan

De presentatie van een kandidaat begint al bij het betreden van het podium. Sommigen nemen zwijgend plaats naast de vleugel, anderen noemen hun naam of vertellen wat ze gaan zingen. De voertaal is Engels.

De Duitse Katrin Le Provost krijgt na enkele zinnen in het Frans te hebben gesproken een teken van haar pianiste. “Ik was zo geconcentreerd op mijn eerste lied, van Fauré, dat ik vergat nog even naar het Engels te schakelen”, vertelt ze na haar optreden, dat vier liederen in vier talen omvatte. Ze heeft inmiddels zeven concoursen achter de rug, waaronder het Nadia en Lili Boulanger Competitie in Parijs, begin november.

“De opkomst maakt deel uit van het geheel waar je als jurylid naar kijkt”, zegt Roberta Alexander. Ze deed zelf als 21-jarige mee aan de audities voor de Metropolitan Opera in New York. “De eerste lokale ronde kwam ik door, maar bij de volgende, een ‘regional’ van staten als Ohio, Pennsylvania en Indiana, ging ik weg zonder prijs en met het advies om iets anders te gaan doen. Ik moest daaraan terugdenken toen ik een aantal jaren later mijn debuut maakte in de Metropolitan Opera in New York”, zegt ze met een glimlach.

Ze kijkt vanaf het moment dat iemand het podium opkomt meteen heel goed. “Ik let op of ze ‘ergens vandaan komen’ in hun hoofd, want een goede zanger heeft geschiedenis, die komt ergens vandaan.”

Sterren

Het eerste deel van de zaterdagochtend komen de liedduo’s aan bod. Tijdens die ronde maakt pianist Hans Eijsackers ook deel uit van de jury. Zeven duo’s laten zich horen en zien. Visueel kan de conclusie duidelijk zijn: in de wereld van het lied is zwart het nieuwe zwart.

Alleen de Nederlandse Marleen Everink draagt iets kleurrijkers, net als de Canadese Cassandra Lemoine. Het kan toeval zijn, maar juist die twee zangeressen scoren punten op mijn lijstje. Sopraan Lemoine, nog maar 24, klinkt helder en haar presentatie is levendig. En bij ‘Quand je dors’ komen er sterren bij de naam van Marleen Everink. Ze brengt het lied van Liszt als een echt verhaal. Tijdens haar optreden wordt de wat vlakke belichting van de Sweelinckzaal aangevuld door de eerste zonnestralen over het water van het Oosterdok.

Het tweede deel van de ochtend gaat het programma van lied naar opera en oratorium. De jury luistert geconcentreerd. Er wordt niet veel gepraat, alleen de jurysecretaris richt het woord tot de kandidaten.

De Franse Bénédicte Hilbert, die eerder het liedgedeelte moest openen, wordt gevraagd een Strauss-lied over te slaan en naar haar derde stuk te gaan. “Glitter and be gay, please”, vraagt Annett Andriesen. Een jurylid naast haar mompelt: “If you insist.” Maar veel wilder wordt het niet aan de jurytafel.

Ook Katrin Le Provost is weer te horen in enkele aria’s. “Ik wist niet dat je je zowel voor lied als opera kon opgeven. Toen ik dat vanmorgen ontdekte ben ik maar zo brutaal geweest te vragen of ik nog in het schema kon, en omdat iemand uitviel mocht dat.” Ze is ook daarom de organisatie dankbaar. “Zo maak ik optimaal gebruik van de mogelijkheden. Reizen en deelnemen aan concoursen is duur en dan moet je er zo veel mogelijk uit halen.”

Spielfreude

De kandidaten komen uit de hele wereld, maar wonen soms in Europa of in Nederland. De Chinese tenor Chen Chen studeert in Nederland en trad onlangs ook op bij Opera per Tutti. Zijn aria uit Macbeth maakt op mij grote indruk, maar toetsen of de juryleden ook zo onder de indruk zijn kan niet; ze zitten achter in de zaal en zijn discreet over hun oordeel.

Het publiek groeit in de loop van de dag, bij opkomst en afgang van de kandidaten volgt een klein applausje. Na het optreden van Deirdre Angenent, die een aria uit Die Walküre heeft gekozen, klinkt het eerste bravootje van de dag.

Peter van der Leeuw: "Er zijn heel veel zangers en weinig plekken" (foto: Allard Willemse).
Peter van der Leeuw: “Er zijn heel veel zangers en weinig plekken” (foto: Allard Willemse).

In de zaal zitten liefhebbers, maar ook Peter van der Leeuw luistert en kijkt aandachtig. Hij is coördinator talentontwikkeling bij De Nederlandse Opera. “Ik hoor hier nieuw talent, jonge mensen die ik mogelijk kan inzetten in de projecten die we doen. Eerlijk gezegd ken ik de echte talenten die hier vandaag zingen al, maar ik hoorde ook nog een sopraan die me opviel, nog jong maar veelbelovend.”

Hij noteert van alle kandidaten die voorbijkomen hun specifieke kwaliteiten: hoe hun hoog en laag klinkt, of hij acteertalent ziet, etc. “Mensen die mijn interesse wekken moeten echt al van operastudioniveau zijn. Eigenlijk kun je pas vanaf de halve finale mensen spotten waarvan je denkt: daar heb ik wat aan. Er zijn heel veel zangers en weinig plekken en eerlijk gezegd selecteren we bij De Nederlandse Opera bovengemiddeld streng voor het hoofdpodium.”

Van der Leeuw kijkt ook naar het plezier dat de kandidaten uitstralen. “Ik let op ‘spielfreude’ en op een basis van acteertalent. Daar kun je dan mee gaan werken.”

Op de vraag of een kandidaat bij het uitzoeken van het repertoire voor een auditie moet kiezen voor risico of op veilig moeten spelen, zegt de coördinator: “Laat horen wat je al kan, het heeft geen zin te demonsteren dat je voor een stuk nog niet de goede hoogte hebt. Maar als je moeilijker repertoire aankan, moet je dat zeker wel laten horen.”

Roberta Alexander adviseert haar leerlingen over deelname aan concoursen. “Het is een goede manier om ervaring op te doen. Bij mensen waarvan ik denk dat ze een kans maken, adviseer ik hun repertoire goed te kiezen. Kies stukken die je ook nog kunt zingen als je heel nerveus bent.”

De Duitse deelneemster Katrin heeft met haar pianiste de stukken gekozen uit het vele materiaal dat ze voor het Parijse Boulanger-concours nodig had. “Daarvoor moesten we twee uur repertoire voorbereiden, dus we hadden voor vandaag keuze genoeg. Ik hou wel van wat risico, maar bereid me wel heel professioneel voor. Ik heb vanmorgen nauwelijks gesproken om mijn stem te sparen”, vertelt ze in de smalle gang naast de zaal, waar de kandidaten wachten tot ze aan de beurt zijn.

Aan deelname aan het IVC zijn leeftijdgrenzen gesteld. Zangeressen moeten geboren zijn in 1983 of later, voor de heren is dat 1980. De leeftijden van kandidaten die deze dag voorbijkomen varieert van 24 tot de maximale, 30.

Wanneer iemand toe is aan deelname aan een concours als het IVC hangt af van zijn ontwikkeling, muzikaal en persoonlijk. Voor jurylid Roberta Alexander is het duidelijk: “Liever 1 minuut te laat dan 2 seconden te vroeg.”

Place de l’Opera publiceerde eerder een uitgebreid artikel over de pro’s en contra’s van concoursen.

Vorig artikel

Concertgebouw dreunt onder Cecilia Bartoli

Volgend artikel

Fraaie Ring-bewerking voor orkest en insect

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. 25 november 2013 at 22:21

    Beste redactie, hartelijk dank voor uw komst naar onze eerste voorronden voor het 50e IVC volgend jaar. Ik heb een aanvullende opmerking n.a.v. het commentaar op het feit dat sommigen al na twee aria’s bedankt werden.
    In de reglementen staat dat men drie aria’s moet opgeven. Het eerste werk kiezen zij zelf en daarna kiest de jury uit de andere twee stukken. In uitzonderlijke gevallen wordt het derde stuk of een gedeelte daarvan gevraagd, om diverse redenen. Dat is denk zo’n keer of 4 gebeurd. Daarvan zijn de zangers op de hoogte. Een enkeling vergeet dat misschien door de spanning.
    Er waren veel kandidaten met lange aria’s, maar iedereen heeft twee werken volledig kunnen uitvoeren.
    Misschien hadden wij de procedure op het programma moeten vermelden voor de toehoorders. Zullen wij zeker doen bij de volgende voorronden in op 28 en 29 juni 2014. De locatie, het Conservatorium van Amsterdam, is prettig. We hadden de beschikking over een aantal kamers om in te zingen en er kon worden gerepeteerd met de pianisten die het IVC had ingeschakeld. De zangers waren heel tevreden met de omstandigheden waaronder zij mochten optreden.