Achtergrond

Het einde van de Amsterdamse Ring

Op vrijdag 14 februari 2014 vond de allerlaatste uitvoering plaats van de Ring des Nibelungen van regisseur Pierre Audi en dirigent Hartmut Haenchen. In Het Muziektheater in Amsterdam sloten de makers onder emotioneel slotapplaus hun samenwerking in één van de meest spraakmakende theaterprojecten van de laatste decennia af.

Scène uit Götterdämmerung (foto: Marco Borggreve).
Scène uit Götterdämmerung (foto: Marco Borggreve).

Het decor is moe. Het kraakt en piept onder de zware stappen van Hagen. En zelfs de ranke gestaltes van de Rheintöchter, die in hun strakke, blauwe outfits lak lijken te hebben aan de zwaartekracht, doen het glas en het staal steunen. In de eerste akte is handmatig ingrijpen van de toneeltechniek nodig. Een decorstuk moet zonder hulp wegrijden, maar het raakt vast op de glazen vloer.

De vier decors – eigenlijk complete theaters, zo was de intentie van Pierre Audi en decorontwerper George Tsypin – hebben bijna 20 jaar in de opslag gestaan, werden voor vele hernemingen gereconstrueerd en mochten deze laatste weken nog één keer dienstdoen.

“Ik heb mijn hakken en mijn mooie jurk in mijn tas”

Op de laatste dag dat de Ring kan worden meegemaakt, vrijdag 14 februari, staat er al vroeg een rij voor de kassa van Het Muziektheater, waar de nog niet afgehaalde kaarten in de verkoop gaan. Als die er zijn… Strakke gezichten: het is voor wie het slot echt heel graag wil meemaken nu of nooit, de allerlaatste kans.

Karin, die zich strategisch naast de draaideur heeft opgesteld, houdt een bordje op: kaarten gevraagd. Ze vertelt: “Het was langs me heen gegaan dat dit de allerlaatste keer is. Götterdämmerung was in 2006 de eerste opera die ik bezocht en daar was ik toen meteen heel erg door gegrepen.”

Het was Karin eerder in de week bij Siegfried gelukt om nog twee kaarten te scoren. Ze zoekt nu ‘één of twee’ kaarten, zo staat op haar bordje. “Een enkele kaart lukt soms beter en ik wil niets uitsluiten.” Binnen staat iemand voor haar in de wachtrij, voor de last minute-kaarten. Ze hoopt dat het gaat lukken en is op alles voorbereid: “Ik heb mijn hakken en mijn mooie jurk in mijn tas.”

Gotterdämmerung heb ik al zeven keer gezien”

Als de voorstelling om half zes begint, is de zaal stampvol. Veel trouwe DNO-gezichten zijn er en ook de mensen die de Ring creëerden zitten in de zaal. Achterin, bij de techniek, loopt Pierre Audi heen en weer. Hij lijkt gespannen.

De voorstelling begint met een black-out. Dirigent Hartmut Haenchen komt onzichtbaar voor het publiek op. Bij de volgende aktes is hij aan het begin wel te zien en dan wordt hij begroet met een groot applaus.

Kenmerkend voor de ingreep die decorontwerper George Tsypin en regisseur Pierre Audi deden in de ruimte van Het Muziektheater zijn de ‘adventure seats’, waar je hoog boven het podium een ongebruikelijke kijkhoek hebt op de voorstelling. In de eerste pauze vertelt operaliefhebber Gustav hoe het was. “Ik heb de voorstelling al zes keer vanaf die hoge positie gezien. Het is heel anders dan vanuit de zaal, je beleeft het totaal. En door de glazen vloer recht onder je kun je ook de techniek aan het werk zien.”

Pierre Audi en Hartmut Haenchen bij het slotapplaus van de allerlaatste voorstelling van hun Ring.
Pierre Audi en Hartmut Haenchen bij het slotapplaus van de allerlaatste voorstelling van hun Ring.

Hij zit deze keer links, vlak bij de plek waar de zangers hun afdaling naar beneden beginnen. “Je hoort ze zo heel goed en ziet van heel dichtbij hun gezichten.”

Gustav heeft Götterdämmerung sinds 1999 al zeven keer meegemaakt. “En de andere delen elk tweemaal, denk ik. Ik vind dit het mooiste deel. Het verhaal wordt duidelijker, de muziek is prachtig en ik ken de tekst door en door, dus ik mis vanaf mijn plaats de boventitels niet.”

Op de vraag wie na deze Ring een volgende Amsterdamse Ring zou moeten regisseren, is zijn antwoord: “De regisseur die Wagners werk ook in Valencia deed, van La Fura dels Baus. En dan met Zubin Mehta voor het orkest. Of, bij nader inzien, toch liever Jaap van Zweden.”

De volgende kans om iets van Der Ring des Nibelungen te zien staat alweer in zijn agenda. Gustav vliegt op zijn verjaardag in mei naar Barcelona voor Die Walküre, met het echtpaar Frank van Aken en Eva-Maria Westbroek als Siegmund en Sieglinde.

“Het wordt heel eenvoudig, zei Pierre Audi”

Truze Lodder is ook aanwezig. Haar naam valt niet altijd als het gaat om deze Ring, maar ze stond als zakelijk directeur van De Nederlandse Opera mede aan de wieg van de monsterproductie. Ze herinnert zich: “Toen het idee geboren werd was mijn eerste reactie: moeten we dat wel doen? Maar Pierre Audi stelde me gerust. ‘Het wordt heel eenvoudig’, zei hij. ‘Een standaarddecor met wat variabele elementen.’”

Dat leek te overzien, maar toen de zakelijk directeur terugkwam van haar vakantie stonden er vier maquettes van de enorme decors. “Het was op het eerste oog een enorme ervaring van schoonheid, ik was meteen verliefd. En tegelijkertijd was er de zorg: hoe gaan we dit ooit realiseren?”

Voor het projectmanagement werd Frans Huneker aangetrokken, die later technisch directeur zou worden van Het Muziektheater. Er werd een haalbaarheidsonderzoek gedaan en de financiële kaders werden scherp bewaakt. “Mijn grootste trots is dat we – excuus, ik zeg nog maar even ‘we’, al werk ik niet meer bij De Nederlandse Opera – nu alweer voor de derde keer deze grote cyclus brengen. Vanavond ben ik blij, trots en eerlijk gezegd ook weemoedig.”

“Immense dankbaarheid”

Het is 23.03 uur. Voor de laatste maal beukt een speer door de achterwand van het decor. Brünnhilde verdwijnt in de vlammen. Hagen zingt: “Zurück vom Ring!” Het zijn de laatste woorden, de allerlaatste woorden van deze Ring die live klinken in het Amsterdamse operatheater. Als het ‘Erlösungsmotiv’ is uitgeklonken volgt het laatste applaus.

Nadat de zangers zijn toegejuicht, de dirigent het podium heeft betreden en zelfs de orkestleden naar het toneel komen om te delen in de ovatie, komt Pierre Audi het podium op. Hij zorgt voor stilte, bedankt dan in een paar zinnen iedereen – niet alleen de uitvoerders op en achter het toneel, maar ook het publiek – voor de twintig bijzondere jaren met deze operacyclus.

“Ik wil Hartmut Haenchen bedanken”, zegt Audi. “Hij is de persoon die dit project mede startte, die me aanmoedigde het te doen en die het tot de allerlaatste noot heeft gedirigeerd.” En dan overhandigt Audi een klein doosje aan de dirigent, met de originele ring, ontworpen door Eiko Ishioka. “Het is een klein gebaar van de immense dankbaarheid voor wat je gedaan hebt.” De mannen omhelzen elkaar onder applaus en gejuich van het publiek.

Bij het verlaten van de zaal, na een ovatie waar geen einde aan lijkt te komen, wil ik een vrouw haar indruk vragen. Ze maakt een afwerend gebaar, in haar ogen staan tranen. Ze zegt zacht: “Zo mooi, zo bijzonder.”

Vorig artikel

Doldwaze Fairy Queen spat van podium af

Volgend artikel

Seizoen Nederlandse Reisopera 2014/2015

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

3Reacties

  1. Leen Roetman
    17 februari 2014 at 09:36

    filmpje applaus en dankwoord Pierre Audi http://www.youtube.com/watch?v=FuJpAySjrcM

  2. Mark-Jan
    17 februari 2014 at 22:17

    Dat was heel fijn en ontroerend om te zien! Bijzonder! Deze ring blijft altijd een heel speciaal plekje in mijn Bart hebben. Hulde aan degene die het gefilmd en gepost heeft.
    En nu op naar het nieuwe seizoen, dat er werkelijk prachtig uit ziet! Wereldklasse en laat de rest van de huizen het nakijken.

  3. Mark-Jan
    17 februari 2014 at 22:18

    Bart moet natuurlijk “hart” zijn. Verblind door de tranen 😉