Achtergrond

Vier Nederlandse zangeressen in finale IVC

Deirdre Angenent, Francine Vis, Esther Kuiper en Florieke Beelen zingen aanstaande zondag in de opera- en oratoriumfinale van het Internationaal Vocalisten Concours. De vier dames wisten de internationale IVC-jury dinsdag te imponeren tijdens twee bijzonder lange halve finales. De grote verrassing was echter niet Nederlands, maar Canadees: tenor Andrew Haji stal de show. Een verslag van een vocaal verzadigende dag in Den Bosch.

Tenor Andrew Haji maakte veel indruk (copyright foto: Vincent Nabbe).
Tenor Andrew Haji maakte veel indruk (copyright foto: Vincent Nabbe).

Het is stip middernacht als juryvoorzitter Ioan Holender een briefje met de finalisten in de categorie Opera/Oratorium aan IVC-directeur Annett Andriesen overhandigt. Voor een toch wat uitgedunde grote zaal in het Theater aan de Parade in ‘s-Hertogenbosch leest ze de selectie voor.

Opvallend vaak – vaker dan bij alle IVC-edities die ik me kan herinneren – klinkt een Nederlandse naam. Mezzosopraan Francine Vis: door. Mezzosopraan Esther Kuiper: door. Sopraan Deirdre Angenent: door. Mezzosopraan Florieke Beelen: door. Bijna de helft van de negen finalisten op zondag zal dus uit eigen land komen. Iets wat de Nederlandse conservatoria en talentenprogramma’s zal verheugen!

En dan te bedenken dat nóg drie Nederlandse zangeressen – de sopranen Charlotte Janssen, Zinzi Frohwein en Iris van Wijnen – present waren tijdens de halve finales. Ze kwamen weliswaar niet door de schifting, maar bewezen alle drie opera-artiesten met veel potentieel te zijn.

Uit de overige halvefinalisten kozen de negen juryleden nog vijf zangers die zondag bij de philharmonie zuidnederland onder jurylid en dirigent Kenneth Montgomery mogen optreden: de Chinese sopraan Yibao Chen, de Britse mezzo Catriona Morison, de Poolse sopraan Marcelina Beucher, de Canadese tenor Andrew Haji en de Amerikaanse tenor Matthew Newlin. Dat brengt de samenstelling van het finaleconcert op drie sopranen, vier mezzo’s en twee tenoren. Ook niet alledaags.

Oren

De keuze voor deze negen zangers zal ongetwijfeld bediscussieerd en ook in twijfel getrokken zijn. Want zoals er bij een interland van het Nederlands elftal evenzovele bondscoaches als kijkers zijn, zo zijn er bij een zangcompetitie evenzovele juryleden als toeschouwers. En ieder heeft zijn eigen smaak en voorkeur. Zo had ik countertenor Eric Jurenas en de Zweedse bas Henning von Schulman wel in de finale willen zien, terwijl ik Yibao Chen eerlijk gezegd niet zou verkiezen.

De pianisten Hans Adolfsen, Hans Eijsackers en Paul Plummer leverden een huzarenstukje: met z'n drieën begeleidden ze alle twintig halvefinalisten (copyright foto: Vincent Nabbe).
De pianisten Hans Adolfsen, Hans Eijsackers en Paul Plummer leverden een huzarenstukje: met z’n drieën begeleidden ze alle twintig halvefinalisten (copyright foto: Vincent Nabbe).

Het is een fascinerend iets, hoe oren van elkaar kunnen verschillen. Je achtergrond, je repertoirekennis, je favoriete uitvoeringen, je operaervaringen, je stemvoorkeuren: alles kleurt je perceptie en maakt dat ik bijvoorbeeld koud bleef bij het optreden van de Kroatische bariton Krešimir Stražanac, terwijl een collega-muziekjournalist helemaal enthousiast over hem was.

Het is ook maar net met wat voor agenda je zit te luisteren. Ben je jurylid, dan zoek je een waardige winnaar. Ben je een casting director die een engagment weggeeft, dan speur je naar iemand die matcht met bepaalde rollen. Ben je Willem Jeths, dan luister je vooral hoe jouw compositie – het plichtwerk van dit IVC – uitgevoerd wordt. Ben je agent, dan scout je niet het beste optreden, maar het grootste potentieel. Ben je ‘gewoon’ toeschouwer, dan kijk je waarschijnlijk vooral wie je weet te raken. En zelfs dan verschillen de ervaringen enorm.

De IVC-jury van dit jaar is een mooie mix van die disciplines, met topzangers, casting directors, een dirigent, een intendant, een impresario en een contrabassist. Hun oordeel aan het einde van de avond was dan ook niet zozeer een objectief statement – “dit zijn de beste zangers en daarmee uit” – maar veel meer een consensus van negen paar heel verschillende oren.

Bingo

Als ik voor mezelf spreek: mijn ‘smaak en voorkeur’ gaan uit naar iemand die zijn of haar stem volledig beheerst (voor mij geen strotten onder spanning) en die een klik heeft met de zaal. Het moet niet alleen mooi klinken, er moet ook wat gebeuren. Aan mooizingerij geen gebrek, maar zangers die het verhaal van hun aria of lied echt kunnen overbrengen, die zijn zeldzaam. Dat is de ‘x-factor’ waar ik naar zoek.

Esther Kuipers imponeerde met haar stem en expressie (copyright foto: Vincent Nabbe).
Esther Kuipers imponeerde met haar stem en expressie (copyright foto: Vincent Nabbe).

Ik keek begin deze week naar wat YouTube-clips van de Britse tv-show The X Factor. Nu hebben de juryleden daar weinig benul van zang en is ‘stembeheersing’ bepaald niet één van de criteria die gehanteerd worden (dan zou ook niemand de volgende ronde halen), maar waar het programma wel van doordrongen is, is het idee dat iemand méér moet kunnen dan zingen. Persoonlijkheid, uitstraling, communicatiekracht: dat alles telt mee. Diezelfde focus heb ik bij zo’n lange dag stemmen luisteren.

Tijdens de 4,5 uur lange eerste halve finale sprong mezzosopraan Francine Vis er vanuit dat oogpunt uit. Iemand met de x-factor, zou ik zeggen. Haar stem is vol en krachtig, haar techniek onberispelijk en haar présence en spel uitstekend. Na diverse toch wat matige kandidaten deed Vis de zaal opleven met onder meer luchtige, sprankelende scènes uit L’heure Espagnole en The Bear. Ook als je de beide opera’s niet kende, toverde haar levendige verteltrant waarschijnlijk een lach op je gezicht.

De enige andere bij wie de zaal van kritisch schouwen overschakelde naar enthousiast meeleven was bas Henning von Schulman uit Zweden. Zijn versie van Willem Jeths’ ‘Quale Coniugium!’ was wat vlak en zijn aria uit de Messiah een tikje overenthousiast, maar in ‘Ella gamai m’amo’ wist hij te ontroeren met zijn enorme basstem. Hij zong de aria uit Verdi’s Don Carlo zeker niet vlekkeloos, maar had het juiste sentiment te pakken en ontlokte daarmee de enige echt uitbundige reactie die het publiek die middag gaf.

Baas

De tweede halve finale was ongeveer net zo lang als de eerste: vier uur, met nog een uur wachten op de resultaten. Het niveau lag echter aanzienlijk hoger, wat de zit korter deed aanvoelen.

In veel optredens zaten ‘wow-momenten’. Bij Iris van Wijnen was dat voor mij haar intelligente, levendige ‘Ma quando tomerai’ uit Alcina, bij de Poolse sopraan Marcelina Beucher was dat haar bijzondere, pure piano (waarmee ze een groot deel van ‘Tenesta la promessa’ uit La traviata zong), bij Deirdre Angenent was het haar fantastische dramatische geluid an sich, bij tenor Matthew Newlin was het zijn gevoelige ‘O blonde Cérès’ uit Les Troyens, bij Florieke Beelen was het de majestueuze uitstraling van haar stem en bij de Sloveense Vida Maticic Malnarsic waren het een paar vlagen in ‘Si, mi chiamano Mimi’ uit La bohème, waarin ze het vertederende, lieve karakter van Mimi recht in het hart raakte.

Iemand bij wie het verder ging dan momenten – niet ‘wow’, maar ‘bingo’ – was voor mij Esther Kuiper. Een soepele mezzostem, met een melancholische tint, een formidabel legato en veel expressie. Expressie die simultaan en tot in detail op haar gezicht te lezen stond. Haar interpretatie van ‘Wenn mein Schatz Hochzeit macht’ van Mahler vond ik zeer doorleefd en indrukwekkend.

Eén prijs werd al overhandigd: een panel van Brava-kijkers gaf sopraan Deirdre Angenent de allereerste IVC Brava Kijkersprijs (copyright foto: Vincent Nabbe).
Eén prijs werd al overhandigd: een panel van Brava-kijkers gaf sopraan Deirdre Angenent de allereerste IVC Brava Kijkersprijs (copyright foto: Vincent Nabbe).

Er is echter altijd baas boven baas, en in dit geval heette hij Andrew Haji, een tenor uit Canada. Zijn overgewicht zal hem parten spelen in de ontwikkeling van zijn carrière, maar verder heeft hij alles in huis om een toptenor te worden: grote muzikaliteit, perfecte adembeheersing, een tijdens de hele dag onovertroffen stembeheersing, een compact maar rijk timbre, superieure hoge noten, voldoende power en een uitstraling die je ieder woord van zijn aria’s deed geloven.

Haji zong op enerverende wijze ‘Tarquinius’ Ride’ uit The Rape of Lucretia en bracht vervolgens met exact die naïeve, onschuldige, innemende toon waar Donizetti’s Nemorino om vraagt de bekende aria ‘Una furtiva lagrima’. Zelfs alle juryleden applaudisseerden royaal, wat volgens mij verder niet gebeurde die dag.

De tenor is door naar de finale en ondanks de aanwezigheid van de vier Hollandse dames hoop ik van harte dat hij met de eer gaat strijken. Zijn concoursen er niet voor ontdekkingen als deze?

Tot de finales zijn er nog masterclasses te bezoeken van Jard van Nes en Irwin Gage, Anne Gjevang, Siegfried Jerusalem en Dame Kiri Te Kanawa. Op vrijdag 12 september vindt dan om 19.00 uur de finale voor liedduo’s plaats. Op zondag 14 september volgt om 14.00 uur de finale Opera/Oratorium, waar vele prijzen uitgereikt zullen worden.

Eén prijs werd dinsdagavond al vergeven: de allereerste IVC Brava Kijkersprijs. Een panel van twaalf Brava-kijkers volgde de afgelopen dagen de verrichtingen van de zangtalenten en verkoos sopraan Deirdre Angenent tot winnares. Zij krijgt een uitzending bij de Nederlandse en internationale tv-zender van Brava, waarin onder meer haar IVC-optredens vertoond zullen worden.

Alle informatie over het programma van de rest van deze week is te vinden op de website van het Internationaal Vocalisten Concours. Ga erheen, zou ik zeggen. Niet alleen vanwege de zangkwaliteit, maar ook vanwege de informele sfeer en de perfecte organisatie. Want ook op dat gebied steekt het IVC boven vele andere concoursen uit.

Vorig artikel

De Munt opent met schitterende Daphne

Volgend artikel

Vijf vragen over Opera aan de Schie

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. 10 september 2014 at 21:35

    Mooie analyse van Jordi Kooiman en het klopt wat mij betreft: “Ben je ‘gewoon’ toeschouwer, dan kijk je waarschijnlijk vooral wie je weet te raken”.
    Voor mij was dat o.a. het geval bij sopraan Iris van Wijnen.
    Ik heb gebiologeerd naar haar gekeken en geluisterd. Wat een perfectie, wat een stem, wat een intensiteit en wat een presentatie!
    Verreweg de jongste uit het gezelschap – over potentieel gesproken….
    Ik was teleurgesteld na het bekendmaken van de uitslag. Zat ik dan er zo naast met mijn oren, ogen, muzikaliteit, gevoel?
    Dat alles laat onverlet dat ik geweldig heb genoten van de kwaliteiten en passie van al die jonge mensen in hun streven naar een positie in “My World of Opera”.

  2. 11 september 2014 at 09:20

    Ik wilde er nog aan toevoegen dat een aantal andere favorieten van mij gelukkig wél in de finale staan.

  3. Frans Meijer
    11 september 2014 at 23:04

    Wat een geweldige talenten weer bij het IVC. Bravo, ik heb genoten!!