AchtergrondCD-recensies

Discografie: Die Entführung aus dem Serail

Deze maand brengt De Nationale Opera Johan Simons’ regie van Mozarts Singspiel Die Entführung aus dem Serail terug op het toneel. Als opwarmertje bespreekt Basia Jaworski drie opnames.

Cd

Aan opnamen van Die Entführung aus dem Serail geen gebrek, maar écht goede kun je op de vingers van één hand tellen. Bovendien moet je daarvoor vaak behoorlijk ver terug in de tijd. Maar de allernieuwste opname – op 21 september 2015 live in het Théâtre des Champs-Élysées opgenomen en door Jérémie Rhorer zeer levendig gedirigeerd – behoort voor mij tot de allerbesten.

Entführung - Rhorer - cdDavid Portillo is een buitengewoon fraaie Pedrillo. Licht en luchtig, vermakelijk en amusant. En ondertussen sterren naar beneden zingend… Schitterend.

Rachele Gilmore is een heerlijke Blonde. Luister maar naar ‘Welche Wonne, welche Lust’, dat ze met onberispelijke hoogte en kristalheldere coloraturen zingt! Adembenemend.

Mischa Schelomianski schittert als Osmin. Dat hij de rol met een dik Russisch accent zingt, is hier allesbehalve storend. Osmin kan het hebben.

Jane Archibald (Konstanze) klinkt af en toe een beetje schel, maar zo gauw ze ‘Ach, ich liebte’ inzet, geef ik mij helemaal over.

Alleen Belmonte (Norman Reinhardt) heb ik weleens beter gehoord. Zijn stem is smeuïg en zijn timbre aangenaam, maar het ontbeert hem een beetje aan souplesse, waardoor hij zijn ‘Wenn der Freude Tränen liessen’ niet tot een goed einde brengt. Gelukkig lukt het bij ‘Ich baue ganz auf deine Stärke’ veel beter, maar ik blijf moeite met zijn versieringen hebben.

Het is niet perfect, nee, maar dat zijn live-voorstellingen nooit. Eén van de redenen waarom ze juist zo leuk zijn; er gaat immers niets boven live theater! De tempi zijn aan de flinke kant, maar nergens opgejaagd en het orkest sprankelt dat het een lieve lust is. En er is geen regisseur die het voor mij weet te verpesten. Zo wil ik mijn opera’s hebben! (Alpha 242)

Dvd

De wegen van platenmaatschappijen zijn soms ondoorgrondelijk en zo kon het gebeuren dat er binnen een kort tijdbestek twee verschillende uitvoeringen van Entführung aus dem Serail bij dezelfde firma, BelAir Classics, uitkwamen. Het betrof een productie die Jonathan Miller voor de Zürcher Festspiele in 2003 vervaardigde (BAC007) en een voorstelling gefilmd in Aix-en-Provence in 2004, in een regie van Jérome Deschamps en Macha Makeïeff en gedirigeerd door Marc Minkowski (BAC028). Tussen beide producties zit een wereld van verschil. Zo zie je maar wat een goede (of juist slechte) regie met een opera kan doen.

Zürcher Festspiele 2003
Entführung Zurich Jonathan Miller, toch niet de eerste de beste, laat het gewoon afweten. Er gebeurt niets. In het midden staat een palmboom. De zangers komen op, leunen ertegenaan en zingen hun aria. Ze zijn totaal aan hun lot overgelaten, wat bij de meesten resulteert in clichématige gebaren en gebaartjes. Bij Patricia Petibon (Blonde) gebeurt juist het tegenovergestelde: zij chargeert erop los en doet aan overacting. In het kort: hier zijn zes personages op zoek naar een regisseur.

Hieronder zingt Patricia Petibon ‘Durch Zartlichkeit und Schmeicheln’:

Ook over de zang ben ik niet enthousiast. Zelfs Piotr Beczala (Belmonte) en Malin Hartelius (Konstanze) presteren ver beneden hun niveau.

Er is wel één pluspuntje: Klaus Maria Brandauer in de spreekrol van Bassa Selim. Iedere scène met hem verandert in puur theater. Hij acteert niet, nee, hij geeft een masterclass in acteren.

Aix-en-Provence 2004
De productie uit Aix-en-Provence kun je in één woord beschrijven: kostelijk. Al bij de aanblik van het orkest (allemaal met tulbanden en andere exotische hoofddeksels op) en de opkomst van de breed glimlachende Minkowski weet je dat je je gaat amuseren.

Het toneel wordt bevolkt door een bonte verzameling merkwaardige figuren in oriëntaalse kostuums. De ene grap volgt de andere grol op, waarbij geen enkel cliché wordt geschuwd. Het is geen komedie meer, het is slapstick. En waarom niet? Mozart kan het goed hebben, zeker als het om een Singspiel gaat.

Entführung aix De dansante opkomst van Bassa Selim (een fantastische Shahrokh Moshkin Ghalam, een in Frankrijk zeer beroemde danser en acteur) is een verhaal apart. Zijn Duits is abominabel, maar het zij hem vergeven, want wat hij verder met die rol doet (inclusief spectaculaire verdwijntruc aan het eind) is adembenemend.

Malin Hartelius laat horen wat een fantastische Kostanze zij is. Magali Léger (Blonde), Matthias Klink (Belmonte), Loïc Félix (Pedrillo) en Wojtek Smilek (Osmin) zijn allemaal prima, het orkest is fel en Minkowski is op dreef. Maar wees gewaarschuwd: het zit barstensvol Mohammed-grappen.

Vorig artikel

Myrthen Ensemble brengt ode aan de maan

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Paul, Stan en Meryl

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

3Reacties

  1. Tim M
    10 januari 2017 at 11:18

    Ik geloof niet dat ze ooit een opname heeft gemaakt van de hele opera, maar de mooiste ‘Martern Aller Arten’ zingt, als je het mij vraagt, Deutekom: https://www.youtube.com/watch?v=Gq8sQjIVgQo

  2. kersten
    10 januari 2017 at 12:39

    Van Simons` DNO-productie van 2008 herinner ik me een oorverdovend brullende Bassa Selim. De weldadig ingehouden vertolking door Klaus Maria Brandauer, op wiens meesterlijke acteerprestatie Basia Jaworski wijst, spreekt mij heel wat meer aan!

  3. Rudolph Duppen
    11 januari 2017 at 11:20

    Ik koester mijn opname van The Monteverdi Choir en The English Baroque Soloists o.l.v. Sir John Eliot Gardiner met o.a.Luba Orgonasova als Konstanze.

    Waarom DNO deze weinig succesvolle productie van deze opera herneemt is mij een raadsel tenzij de regie drastisch wordt gewijzigd. Het is te hopen dat Jérémie Rhorer leven in de brouwerij brengt.