Achtergrond

Historie: Roemeense Opera Timisoara

Sinds 1992 toert de Opera Nationala Romana Timisoara ieder jaar door Nederland. Vanaf 16 januari wordt de traditie voortgezet met Die Fledermaus. Een goede gelegenheid voor een blik achter de schermen van het Roemeense gezelschap, dat door de geschiedenis heen zware tijden kende.

Het Roemeense gezelschap tijdens Die Fledermaus, de operette waarmee het vanaf 16 januari door Nederland trekt.
Het Roemeense gezelschap tijdens Die Fledermaus, de operette waarmee het vanaf 16 januari door Nederland trekt.

Timisoara ligt in het westen van Roemenië, vlakbij Servië en Hongarije. Tot 1920 was de stad onderdeel van Hongarije, maar al vanaf het begin van de achttiende eeuw had Timisoara een kosmopolitisch karakter. In het eerste theater, geopend in 1761, kwamen gezelschappen uit Duitsland, Hongarije, Italië en andere landen opera’s opvoeren.

Sommige werken, zoals Die Zauberflöte, waren slechts enkele jaren daarvoor in première gegaan in wereldsteden als Wenen toen ze in Timisoara arriveerden. Niet voor niets werd de Roemeense stad ‘klein Wenen’ genoemd.

In 1919 werd een nationaal operagezelschap opgericht in Cluj, iets verder naar het oosten, maar door het oorlogsgeweld van Hitler en Mussolini zocht de groep zijn toevlucht in Timisoara. Er bloeide, ondanks de moeilijke politieke situatie, een waardig cultureel leven op.

Toen de Roemeense opera na de oorlog, in 1946, weer terugkeerde naar Cluj, maakte men zich in Timisoara dan ook hard om een eigen operahuis op te richten. Die kwam er op 30 maart van dat jaar, na herhaalde pogingen. De officiële opening van de ‘Roemeense Opera van Timisoara’ vond later dat jaar plaats, met een opvoering van Aida van Giuseppe Verdi. Aida zou heel de geschiedenis van het gezelschap door een symbolische rol spelen; vaak benut tijdens jubilea.

Bioscopen
Na tien jaar had het operahuis haar palmares gevuld met 42 premières in 2.174 voorstellingen, waar 1,2 miljoen bezoekers opaf gekomen waren. De echte gouden jaren moesten echter nog komen. Dat begon met de aanstelling van Nicolae Boboc als manager in 1963. De dirigent/componist/musicoloog stond elf seizoenen aan de leiding van het gezelschap.

Onder Boboc werd het repertoire opgefrist, traden buitenlandse sterren op (zoals Giuseppe di Stefano) en werd het festival ‘Timisoara muzicalã’ gelanceerd. Dat laatste gebeurde in seizoen 68/69. Met een enkele onderbreking groeide het festival uit tot een jaarlijks terugkerend operafestijn.

Aan het einde van de Boboc-periode, in 1974, was de Roemeense Opera van Timisoara uitgegroeid tot een nationaal en internationiaal gewaardeerd gezelschap. Na Boboc probeerden zijn opvolgers deze reputatie vast te houden, maar al snel begon de politieke situatie tegen te werken.

Vanaf 1983 werden de subsidies dramatisch teruggebracht. Werknemers werden ontslagen en de staat droeg enkel nog wat bij aan het salaris van de artiesten. Om de eindjes aan elkaar te knopen, was het operahuis genoodzaakt om concerten te geven in industriële gebouwen, arbeidersclubs, scholen en zelfs bioscopen (voorafgaand aan populaire films). Minder ervaren en capabele artistieke leiders werden aangesteld, puur om financiële redenen.

Geen tenor
Deze armoedige situatie duurde voort tot 1989. Hoewel de herverkiezing van Ceausescu anders deed vermoeden, brak op 16 december van dat jaar de Roemeense revolutie uit. Op de 20ste verklaarde Timisoara zichzelf een vrij stad.

Natuurlijk was het operagezelschap niet direct uit de problemen, maar het ging langzamerhand beter. Met de nadruk op langzamerhand. Het openen van de grenzen had begin negentiger jaren bijvoorbeeld behalve positieve gevolgen voor de Roemenen ook negatieve gevolgen voor de opera. Artistieke leiders vertrokken, waardoor het gezelschap meer en meer een beroep op jonge mensen moest doen.

Een nieuwe pensioenwet zorgde voor een verdere leegloop. Op een gegeven moment had het gezelschap niet eens een tenor in haar eigen gelederen. Maar ook aan die nijpende situatie kwam een einde. De samenwerking met de opera van Cluj begon weer te bloeien en het operahuis begon nadrukkelijker op het internationale toneel te verschijnen. Op verschillende festivals waren ze van de partij en landen als Oostenrijk, Spanje, België en Nederland stonden weer op het tournee-programma.

Als kroon op deze groei kreeg het gezelschap in september 2004 de naam Opera Nationala Romana Timisoara. Een mooie gebeurtenis voor een operahuis dat de zestig inmiddels gepasseerd is.

Vorig artikel

Haperende Vogelhändler toont pas laat echte gezicht

Volgend artikel

Abbado en Muti plagen La Scala

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.