Achtergrond

Plácido Domingo’s Met-debuut

Plácido Domingo zingt vandaag (6/2) bij de Metropolitan Opera Maurizio in Adriana Lecouvreur, de rol waar hij veertig jaar geleden mee debuteerde in het beroemde operahuis. Een debuut dat een glansrijke carrière en een eindeloze relatie met de Met inluidde.

Op de avond van 28 september 1968 werd Franco Corelli ziek. Zijn geliefde vertolking van Maurizio in Adriana Lecouvreur van Francesco Cilea die voor die avond gepland stond, kon daardoor niet doorgaan. De Metropolitan Opera besloot de 27-jarige José Plácido Domingo op te roepen om naast Renata Tebaldi (Adriana) de avond te redden.

De New York Times noemde Domingo ‘the Met’s hottest young artist’

Domingo zat thuis in New York toen hij voor de spoedklus gebeld werd. De tenor sprong in de auto en rijdend door Manhattan begon hij zijn longen warm te zingen. Zodanig dat een man in een passerende auto hem begon uit te lachen.
Domingo stak zijn hoofd uit het raam en riep: „Waar ga je naartoe?” De man antwoordde: „De Met!”, waarop Domingo terugschreeuwde: „Lach niet. Vanavond zul je mij horen.”

De woordenwisseling zal de automobilist ongetwijfeld de rest van zijn leven bijgebleven zijn, want wat hij die avond te horen en te zien kreeg, was het debuut van een tenor die de wereld zou gaan veroveren. Een debuut dat enthousiast ontvangen werd. De New York Times noemde Domingo ‘the Met’s hottest young artist’. De recensent van de krant prees zijn ‘klagende en omvangrijke stem’, en ook zijn theatrale aantrekkingskracht.

Op 28 september 2008, precies veertig jaar later, richtte de Met een feestelijk diner aan voor de Spaanse zanger. Ook in maart wordt er stilgestaan bij de verdiensten van Domingo tijdens de viering van de 125ste verjaardag van de Met. En daar tussenin is er dus de herleving van Adriana Lecouvreur.

De huldeblijken aan de inmiddels 68-jarige artiest zijn niet minder dan verdiend. Domingo zong sinds zijn debuut in meer dan 600 voorstellingen in de Met, in 45 verschillende rollen. Hij dirigeerde negen producties en stond maar liefst 21 keer op het podium tijdens de seizoensopening van het operahuis, zelfs vaker dan de legendarische Enrico Caruso (waar Adriana Lecouvreur overigens voor geschreven werd).

Dat het zover zou komen, kwam geen moment in Domingo’s hoofd op tijdens die bewuste avond in 1968. „Ik had weinig idee dat ik hier zo lang zou zingen”, vertelt hij in een interview op de website van de Met. „Het is verbazingwekkend dat ik hier nog steeds zing en dat ik deel ben van dit bedrijf, het theater waar ik meer uren heb doorgebracht dan in welk ander theater in de wereld.”

Voor Domingo is het heel speciaal dat hij vandaag opnieuw Maurizio gaat zingen. „Het zal heel doordringend zijn voor mij”, zegt hij. „Het zal me terugbrengen naar die jaren. Ik hoop dat als ik op het toneel sta, dat ik me net zo gelukkig zal voelen als ik was in 1968.”

Ook in een ander opzicht is de uitvoering speciaal. Er zijn namelijk maar weinig tenoren die zich met een kleine zeventig levensjaren op zak nog aan een rol als Maurizio wagen; een partij die onder meer flink de hoogte in gaat. Maar Domingo heeft nog alle vertrouwen in zijn stem. „In het vroege begin van mijn carrière zei iedereen: Plácido gaat het niet lang uithouden, want hij werkt zoveel. Dat hoorde ik iedere keer weer. Maar je draagt het gewicht dat je schouders aankunnen.”

Domingo studeerde zijn rollen bijna altijd zonder coach en zonder veel te zingen in, en daar profiteert hij naar eigen zeggen nu van. „Ik zat achter de piano en leerde de opera’s, gewoon door ze te spelen. Ik zong niet te veel. Ik leerde de opera’s bijna zonder proberen.” Waar veel zangers dagelijks veel zongen met hun coach om een rol te leren kennen, reserveerde Domingo zijn stem voor het toneel.

En dus laat hij in februari weer zes keer Maurizio horen en volgen in april en mei twee opvoeringen als Siegmund in Die Walküre van Wagner. Bovendien blijft het daar niet bij. „Dit zijn niet mijn laatste optredens – althans, dat is niet de bedoeling”, zegt hij. „Elke dag als ik wakker word, stel ik mezelf de vraag: kan ik nog steeds zingen? Tot nu toe is het antwoord altijd ja geweest.”

Vorig artikel

Historisch operabesef is soms een handicap

Volgend artikel

Beczala vervangt Villazon in Lucia di Lammermoor

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.