AchtergrondCD-recensies

Als dat geen belcanto is

Aan het spaarzame rijtje dvd’s van Donizetti’s opera Lucrezia Borgia werd onlangs een nieuwe uitgave toegevoegd door Medici Arts: een productie uit München met een glansrol voor de 63-jarige Edita Gruberova. Een bespreking van de dvd, inclusief enig vergelijkingsmateriaal.

München 2009 (Medici Arts 2072458)
Jordi Kooiman:
Lucrezia Borgia
wordt niet vaak opgenomen. Dat alleen al maakt de nieuwste registratie van het werk – een door Medici Arts uitgebrachte productie van de Bayerische Staatsoper uit juli 2009 – een aanwinst.

Het is een productie die helemaal draait rond de titelvertolking van Edita Gruberova. En terecht. Wat een sensatie is het om naar de inmiddels 63-jarige sopraan te luisteren. Echt uitzonderlijk goed.

Ze zingt zeer beheerst en doordacht haar coloraturen en weet de hoge noten recht in hun hart te raken. Ongelofelijk is het hoe ze op één enkele, ijle, hoge noot een crescendo weet te maken en even indrukwekkend is het hoe ze met haast onderaardse borstklanken haar rol van nog meer dramatiek voorziet.

En dat alles is niet zomaar wat belcanto. Ze wendt alle staaltjes vocale acrobatiek aan om haar personage diepgang te geven. Ze is hard als staal als ze de wreedaard verbeeldt die Lucrezia Borgia was. En ze is teer als tranen als ze de moeder in haar laat doorschemeren.

Met Pavol Breslik heeft ze een fantastische Gennaro tegenover zich staan. Het optreden van de tenor is lyrisch en rijk aan klank en hij is zeer overtuigend in zijn rol van naïeve jongeman.

Franco Vassallo mag er zeker zijn als Don Alfonso, een rol die hij zowel fysiek als vocaal volop acteert. Alice Coote weet verder zeer mannelijk over te komen in haar mannenrol van Maffio Orsini – knap gekarakteriseerd.

Wat al deze vocale rijkdom echter overschaduwt, is de regie. Ik vind de enscenering van Christof Loy om eerlijk te zijn geen bal aan. Het is abstract en kil en staat vaak haaks op het libretto. Loy vertelt geen verhaal, hij stoeit alleen maar wat met de personages. Met zoveel vocale en acteerkwaliteiten in de cast (ook in de kleinere rollen) had een realistischer vertelling van het verhaal het naar mijn idee veel beter gedaan.

Pluspunt van deze uitgave: op een extra dvd staat de documentaire The Art of Bel Canto – Edita Gruberova. Een zeer boeiende film over de carrière en de persoonlijkheid van de Slovaakse sopraan. Het is een mix van een treffend portret en vele, zeer boeiende fragmenten van optredens uit haar carrière, tot zeer veel jaren geleden toe.

Basia Jaworski:
Gruberova’s stem klinkt nog steeds kristalhelder en haar versieringen zijn onberispelijk. Doe het haar na! Luister alleen maar naar ‘Comé è bello’. Als dat geen belcanto zingen is, dan weet ik het niet meer.

De 29-jarige Slovaakse tenor Pavol Breslik is een ideale bezetting als Gennaro. Hij is een goeduitziende, charismatische zanger met een expressieve en soepele stem. Hij klinkt als een puber en gedraagt zich er ook naar, precies wat die rol moet hebben.

Alice Coote is een zeer indrukwekkende Orsini en Franco Vassallo imponeert als de vileine Don Alfonso. Voor zijn zeer intens gezongen ‘Vieni! La mia vendetta’ krijgt hij dan terecht een open doekje.

De (moderne!) regie van Christof Loy vind ik prachtig. Het is simpel en doeltreffend, zeer aangrijpend ook. Aanbevolen.

Sydney 1977 (Opus Arte OA F 4026 D)
Basia Jaworski:
Australië houdt van Joan Sutherland. Zij wordt er (terecht!) als ’s lands pronkjuweel beschouwd, en op handen gedragen. Speciaal voor haar werden er in haar geboorteplaats Sydney opera’s opgevoerd, die haar alle kansen boden om te schitteren in het repertoire waarin ze zo groot is geworden – het belcanto.

In 1977 werd Lucrezia Borgia met een waarlijk koninklijk vertoon op de planken gezet. De enscenering is zeer ouderwets en je moet er in het begin een beetje aan wennen, maar heel gauw geef je je over, want statisch is het allerminst. Er wordt verdienstelijk in geacteerd, de decors en kostuums zijn letterlijk oogverblindend en de verschillende jurken van de heldin (en dat zijn er wat) bezwijken zowaar onder het gewicht aan goud en juwelen.

Margreta Elkins is een heel erg mooie Orsini, maar Ron Stevens niet meer dan een matige Gennaro, al ziet hij er best aantrekkelijk uit in zijn strakke pants. Maakt niets uit, het gaat toch om La Stupenda, en zij stelt niet teleur. Met haar schitterende coloraturen en perfect zuivere topnoten maakt ze ons weer eens duidelijk waar ze haar bijnaam aan heeft te danken. Brava.

Bergamo 2007 (Naxos 2110264)
Basia Jaworski:
Lucrezia Borgia wordt maar mondjesmaat opgevoerd, maar als het zo ver is, is het en feest. Althans, dat dacht ik voorheen. Na het bekijken van een productie uit Bergamo (november/december 2007) trek ik mijn woorden terug.

De Griekse sopraan Dimitra Theodossiou is haar carrière in 1999 begonnen als Odabella in Verdi’s Attila. Niet de makkelijkste rol, zeker niet voor een beginnende zangeres. Sindsdien viert zij successen als Verdi- en belcanto zangeres. Beide kan (vide Maria Callas), maar dan moet je je repertoire zorgvuldiger opbouwen. Want Abigaille (Nabucco) en Lucrezia gaan toch niet echt samen.

Niet dat Theodossiou slecht zingt. De coloraturen zijn er (hoewel niet altijd helemaal zuiver), maar haar stem is voornamelijk groot en zwaar en de klank is een beetje schel. Niet de beste ingrediënten voor het zingen van Donizetti en Bellini, wat iemand ooit een opmerking ontlokte dat er zo weinig ‘bel’ is in haar ‘canto’.

Zowel Enrico Giuseppe Iori (Alfonso) als Nidia Palacios (Orsini) zijn behoorlijk, maar niet meer dan dat. Bovendien heeft Palacios een enorme breuk tussen haar lage en hoge register, waarvan de hoge me beter bevalt.

Echt genieten kon ik alleen van de bijzonder lyrisch en slank gezongen Gennaro door de goed acterende Roberto di Biasio. Jammer genoeg moest hij zijn aria in de tweede akte, ‘Partir deggó lo vuol’, missen – er werd gebruik gemaakt van de editie Ricordi.

Het koor klinkt ongelijk en het orkest is een beetje ‘hoempapa’. De productie zelf is, laten we zeggen, onschadelijk, maar voornamelijk nietszeggend. De kleuren zijn nogal donker en de kostuums zeer realistisch en duidelijk geïnspireerd door de Renaissance. Het geheel heeft het meeste weg van de Oost-Europese reisproducties.

Mocht u prijs stellen op een traditionele opvoering, kies dan Sutherland. Wilt u uitgedaagd worden door een bijzonder concept, dan is Gruberova de beste keus. En u kunt altijd nog een cd met Montserrat Caballé opzetten.

Vorig artikel

Operafanaat voor het leven

Volgend artikel

Laatste twee delen Valencia-Ring zijn uit

De auteur

Basia Jaworski en Jordi Kooiman

Basia Jaworski en Jordi Kooiman

18Reacties

  1. Kevin
    26 januari 2010 at 14:27

    Three cheers for Caballe!

  2. Alessandro
    26 januari 2010 at 21:18

    For some additional fun, there is a crazy (and amazing) collection on Youtube:

    http://www.youtube.com/watch?v=bhMDFqYyMFY

    Watch it out!

  3. Gideon Relyveld
    27 januari 2010 at 00:58

    Alles wat hierboven is besproken, daar kan ik geheel in meegaan. Ik blijf me alleen afvragen of de stem van Gruberová eenieders ‘cup of tea’ is. Haar topprestaties zijn natuurlijk ongekend. Heel fijn is het dat de DVD met Joan Sutherland hier – terecht! – in de schijnwerpers wordt geplaatst. Ik zou er wél een uitvoering aan willen toevoegen die pertinent niet ongenoemd mag blijven en n.m.m. ónovertroffen: eveneens met Joan Sutherland, Marilyn Horne (ze was een ongeëvenaarde Orsini!), Giacomo Aragall (n.m.m. de meest opzienbarende en overtuigende Gennaro!), het geheel o.l.v. Richard Bonynge, opgenomen door Decca in 1977. Wat mij betreft een MUST HAVE!
    Daarnaast mag niet worden vergeten dat Cora Canne Meyer de rol van Orsini ooit zeer voorbeeldig heeft vertolkt! Samen met een nog jonge José Carreras als Gennaro, in 1972 te Parijs. Deze opvoering is een keer door een piratenlabel op CD uitgebracht.

  4. Hans van Verseveld
    27 januari 2010 at 02:33

    Niet zo vaak opgenomen? Ik tel er hier in mijn collectie al gauw zo’n stuk of 13 opnames audio/video, maar hoe is het mogelinjk dat er nog steeds operaliefhebbers zijn die niet willen toegeven dat dat mens van Gruberova afgrijselijke lelijke kunstjes vertoont en laat horen. Valse en grauwe coloraturen en vooral de manier waarop ze meent de dramatische expressie te moeten aandikken door middel van het naar binnen zuigen van de noten en daar ook nog zulke rare bekken bij trekt. Nee, die had na haar eerste Adele in Die Fledermaus een paar decennia geleden meteen moeten ophouden!

    Waren we overigens de fantastische Borgia met Dame Joan en Alfredo Kraus uit Covent Garden op DVD vergeten? Ik hoor daar niemand over.

    Overigens moet iedere belcanto liefhebber op zoek gaan naar de vier (4)!! Lucrezia’s van Leyla Gencer. Napels ’66 met Aragall. Bergamo ’71 met Grilli. Dallas ’73 met Carreras en Troyanos als Orsini en tenslotte Firenze ’79 met Alfredo Kraus.
    Een beetje zoeken op internet en dan krijg je wel Donizetti-Belcanto te horen op een manier die we bijna vergeten waren. Aan interpretatie en muzikaliteit kan mevrouw Gruberova nog een puntje zuigen.
    Hans van Verseveld

  5. Alessandro
    27 januari 2010 at 13:06

    Bravo Hans van Verseveld!!!
    I didn’t mention Leyla, my most beloved soprano (after Callas), because I have lost the hope to believe people still know who I am talking about. The queen of the pirates! She was so incredible! And I possess some interesting recordings of her.

    About Gruberova, you have to understand that she is now so long in the business, that people (and me too) feel a sort of affection to her. It remembers me of the last years of Olive Middleton… people went crazy for her, too. But note: Gruberova live on stage is still really amazing!

  6. Basia Jaworski
    27 januari 2010 at 13:34

    Did you see the DVD Opera Fanatic?
    There is a lot of Leyla Gencer there.
    She was really, really amazing.

    My review of the DVD:

    http://www.operamagazine.nl/recensies/cd-recensies/2820/road-movie-met-operasterren/

    To be honest: I don’t like Gruberova at all, but in the Lucrezia Borgia she is absolutely GREAT!

  7. Hans van Verseveld
    27 januari 2010 at 15:26

    Alessandro,
    Worldwide there are still many admirers of the Turkish Prima Donna Leyla Gencer, but when you are looking for something special, maybe I can help you.
    More than 100 recordings of her 72 roles are in my possession.
    Let me know when you are interested. hansvanverseveld@hotmail.com

    Basia
    Some weeks ago ARTE showed us the portrait of Gruberova and in that program I saw parts from Lucrezia Borgia and I can only say that it was horrible. Forget this imitation prima donna.
    Hans

  8. Kevin
    28 januari 2010 at 11:27

    The amazing thing about Gruberova “on stage” is (at least in Munich) that it is always sold out: people rush for tickets, no matter what she sings, and no matter how. Is there such a longing for this repertoire? Or a mad affection for Edita? Is it because people in Germany (or Bavaria in this case) don’t remember what Belcanto CAN sound and look like, and think Gruberova is the “real thing”?
    Especially a house like the Bayerische Staatsoper, with all that money (which they love to spend of Edita, as one of the most expensive stars around) could give us Damrau & Co. in these roles. Perhaps it’s the power of Edita’s agency that stops newcomers? (That said: Damrau is in the same agency, so maybe it’s a concious decision, because she earns less at the moment, and is thus ‘parked’ somewhere else.)

  9. Hans van Verseveld
    28 januari 2010 at 14:29

    Ja Kevin, dat had ik ook al gedacht. In het portret over Gruberova op ARTE constateerde ik dezelfde affectie in Barcelona. De beelden van hysterische fans waren werkelijk te pijnlijk om aan te zien, vooral in combinatie met de beelden van de ‘diva’ tijdens de Lucrezia Borgia repetities en uitvoering. Het machteloze gepiep, dat men daar én in München voor Bel Canto houdt, zou iedere oprechte operaliefhebber toch moeten doen inzien, dat dit echt zo niet langer kan. Het argument, dat ze al 63 is géén argument. 20 jaar geleden was dit niet veel beter.

    24 juni 2007 zong de ‘diva’ in het Amsterdamse Concertgebouw en ik was er bij. De zaal was gevuld met allerlei vreemde lieden op vrijkaarten, want de belangstelling voor dit concert was bedroevend.
    Van begin tot eind was het afgrijselijk en te afschuwelijk om aan te horen. De televisie zond het concert live uit en Bo Vermeulen en Hadassa de Boer deden verwoede pogingen om het kijkerspubliek te doen geloven, dat we hier getuige waren van een unieke Bel Canto gebeurtenis, die z’n weerga in de operawereld niet kende. De waarheid is anders. Ik laat deze Videoband nog wel eens zien aan andere operaliefhebbers en dan vraagt men mij smekend om te stoppen. Valse aanstellerij. Valse hoge noten. Dit is geen kunst, dit zijn kunstjes.

    Hans van Verseveld

  10. J. v.d. Bee
    28 januari 2010 at 16:31

    Over smaak valt kennelijk hier niet te twisten. Jammer dat voorkeuren of meningen nadrukkelijk gesteld worden als absoluut geldend. Ik heb overigens genoten van het concert van Gruberova in Amsterdam. Maar Gruberova is mijn cup of tea.

  11. Kevin
    28 januari 2010 at 22:38

    Dear Hans, I could not agree more with you. I heard Gruberova in London, 22 years ago, as Lucia, and fell asleep. The only parts I personally found her truly great in ARIADNE as Zerbinetta (which I heard in Vienna in 1985 – and it was astonishing) and Adele (on the 1970s DVD). For the rest: ice cold coloratura and no charme. And some serious ego problems, which I noticed, after I interviewed her. (Some while ago.) Definitely not a true belcanto fan. All show. No substance. Yet, her recording of ANNA BOLENA is superb. Mmmm…. where does that leave things?

  12. Laura
    29 januari 2010 at 01:23

    Nou nou, zó slecht is Gruberova toch niet? Okee, misschien moet ik daar wás van maken – ik zie net op youtube de finale van deze Lucrezia (http://www.youtube.com/watch?v=ksk9BkZwEx8) en moet zeggen dat haar lagere noten (sul mio capo, zo vanaf 5:20) me absoluut niet mooi klinken. En haar laatste hoge noot is ook allesbehalve raak. Maar ja, daar valt over te twisten, of het mooi is.

    Ik vind zelf van niet. Komende zomer staat bij mij in het teken van opera’s in het buitenland (een tripje naar Londen staat al een hele tijd in de planning, en daarnaast gaat mijn vader eindelijk de operareis waar hij jaren geleden voor zijn pensioen geld voor heeft gekregen in uitvoering brengen – niet in een gezelschap, maar met mij als ‘gids’. Een rol die ik natuurlijk gretig heb aangenomen). Toen ik zag dat Joyce Didonato Adalgisa zou zingen in een Salzburgse Norma bedacht ik prompt het idee om het feest in Salzburg te houden. Gelukkig stelde mijn vader mij wijselijk de vraag “Maar Gruberova, kan die het nog wel?”. Daar kon ik dus geen eenduidig antwoord op geven. Youtube-onderzoek van haar recentere optredens leerde me dat ik het er niet op durfde te wagen. Het is uiteindelijk dus geen Salzburg, maar Muenchen geworden (Tosca, Don Carlo en Elisir d’Amore – met dat waagstuk van een Villazon, maar die sprong durf ik nog net wel te nemen).

  13. Laura
    29 januari 2010 at 01:29

    Nog even een P.S.-je dat aansluit bij het thema bel canto. Ik heb zojuist ergens gelezen (http://balconybox.blogspot.com/2008/06/met-futures-page.html) dat voor de Met in 2011-12 een Anna Bolena gepland staat met Anna Netrebko in de hoofdrol. Dat Gruberova nog steeds haar Lucrezia’s zingt, prima. Maar we kunnen elkaar dan in ieder geval wel vinden op het punt dat Netrebko als Bolena (die andere razend moeilijke Donizettidame!) écht afschrikwekkend is (of zou zijn, mocht het echt doorgang vinden)?

  14. Jos
    29 januari 2010 at 15:42

    Gruberova heeft in verleden haar sporen wel verdiend. En iedere artiest heeft zo zijn of haar ’trucjes’ Maar op een gegeven moment moet je ook als artiest naar jezelf durven kijken en misschien belangrijker, luisteren. Het fragment net ook bekeken. De lage ‘noten’ zijn meer het uitstoten van lucht. Zie daar ook de dramatische meerwaarde niet van in. En die laatste noot.. ach daar hoeft ook niets over gezegd te worden. Iedereen kan hem horen.

    Maar om te zeggen dat een Damrau en co. klaar voor een dergelijke rol zijn. Dat betwijfel ik ook weer. Hoe geweldig ik haar ook vind, denk ik dat ze toch nog wat meer kan en moet bijschaven voor ze klaar is voor dit soort bel canto. Al moet ik zeggen dat ik wel van haar Lucia heb genoten en nog steeds doe. Netrebko is bijna een merk op zich. Ze vult de zalen alleen al met haar naam. Of ze de kwaliteiten heeft om aan de muziek te voldoen. Het lijkt in haar geval altijd van ondergeschikt belang. Helaas in de meeste gevallen.

  15. Marianna
    13 februari 2010 at 20:45

    ben blij dat ik nu op deze pagina ook eens volop kritiek aantref omtrent Gruberova; inderdaad is het geen zingen meer wat ze doet: alle tonen een diminuendo of crescenco geven; je wordt er moe van !
    ze moet maar eens met pensioen!

  16. Alessandro
    16 maart 2010 at 00:23
  17. Steven Surdèl
    15 april 2010 at 22:05

    Een paar maal viel bij deze besprekingen van « Lucrezia Borgia » de naam van Montserrat Caballé. Ik heb haar in die rol zowel op een oorspronkelijke FWR-piraat op vinyl als op een tamelijk recente Opera d’Oro CD van precies dezelfde uitvoering. (En zoals zo vaak klinkt de goede oude LP directer, scherper en vooral natuurlijker dan de doorgaans wat opgekuiste CD.) En let wel: dan gaat het dus om die bijna legendarische live-opname in New York’s Carnegie Hall uit 1965, dus NIET om haar aanmerkelijk saaiere studio-opname van een jaar later (vgl. operadiscography.uk).

    En nu moet ik voorzichtig zijn, want behalve deze opname ken ik uit het bovenstaande overzicht alleen de hier afgebeelde Naxos-DVD met Dimitra Theodossiou (die overigens in een Dynamic-DVD van Donizetti’s « Anna Bolena » laat zien dat ze beslist het nodige zang- èn ook nog eens acteertalent in huis heeft). Maar omdat ik, net als vele anderen, niet van Joan Sutherland houd omdat ze te stijf acteert en vaak zo onverstaanbaar zingt (je hoort bijna geen medeklinkers, zeker na ca. 1970), kan ik me bijna niet voorstellen dat er een mooiere opname zou bestaan dan die met Caballé in Carnegie Hall – vooral ook omdat ze wordt vergezeld door een uitstekende Jeanne Barbié als Maffio Orsini (hondsmoeilijke rol, zelden goed bezet) en vooral een Alain Vanzo in topvorm als Gennaro, die sterk doet denken aan Pavarotti in zijn beste jaren.
    Dus kom: laten wij nog eens een glas wijn heffen op dit onverwoestbare, diep ontroerende ‘oudje’, dat op Opera d’Oro voor een habbekrats (nou ja) opnieuw te koop is !

  18. Steven SURDÈL
    23 april 2010 at 12:43

    Om aan te sluiten bij de opmerkingen van Gideon Lelyveld en Hans van Verseveld: ziehier het aantal van maar liefst 41 opnamens van Lucrezia Borgia zoals vermeld op de site van http://www.operadis-operadiscography.uk (met misschien wel de mooiste – nl. die met Cabellé en Vanzo – trots bovenaan de rij). En zie eens wat een live-opnamen (LI) !

    1 1965(LI) – Perlea Ionel – American Opera Society*
    2 1966(LI) – Franci Carlo – Teatro di San Carlo di Napoli*
    3 1966(STU) – Perlea Ionel – RCA Italiana*
    4 1968(LI) – Giovaninetti Reynald – L’Opéra de Marseille*
    5 1969(LI) – Guadagno Anton – Philadelphia Lyric Opera*
    6 1970(LI – Caballé) – Gracis Ettore – Teatro alla Scala*
    7 1970(LI – Gencer) – Gracis Ettore – Teatro alla Scala*
    8 1970(LI) – Giovaninetti Reynald – Gran Teatro del Liceo*
    9 1971(LI) – Camozzo Adolfo – Teatro Donizetti di Bergamo*
    10 1972(LI) – Conte Pierre-Michel Le – Orchestre Lyrique de Radio France*
    11 1972(LI) – Peloso Paolo – Teatro Comunale dell’Opera di Genova*
    12 1974(LI) – Rescigno Nicola – Dallas Civic Opera*
    13 1975(LI) – Bonynge Richard – Houston Grand Opera*
    14 1976(LI;18/3/76) – Rudel Julius – New York City Opera*
    15 1976(LI;31/3/76) – Rudel Julius – New York City Opera*
    16 1977(LI) – Bonynge Richard – Sydney Elizabethan Orchestra**
    17 1978(STU) – Bonynge Richard – National Philharmonic Orchestra*
    18 1979(LI) – Ferro Gabriele – Teatro Comunale di Firenze*
    19 1980(LI) – Bonynge Richard – Covent Garden***
    20 1982(LI) – Bonynge Richard – Australian Opera*
    21 1982(LI) – Bonynge Richard – Swedish Radio Symphony Orchestra*
    22 1989(LI) – Bonynge Richard – Gran Teatro del Liceo**
    23 1989(LI) – Bonynge Richard – Orchestre National de France*
    24 1991(LI) – Zigante Filippo – Teatro di San Carlo di Napoli*
    25 1993(LI) – Carella Giuliano – Orchestra Internazionale d’Italia*
    26 1998(LI) – Gelmetti Gianluigi – Teatro alla Scala*
    27 1998(LI;Fleming,Giordani) – Brignoli Roberto Rizzi – Teatro alla Scala*
    28 1998(LI;Fleming,Sabbatini) – Brignoli Roberto Rizzi – Teatro alla Scala*
    29 1998(LI;Takova) – Brignoli Roberto Rizzi – Teatro alla Scala*
    30 2000(LI) – Frangi Susana – Orquesta de la Casa de la Opera de Buenos Aires*
    31 2000(LI) – Queler Eve – Opera Orchestra of New York*
    32 2001(LI) – Callegari Daniele – Teatro Comunale di Bologna*
    33 2002(LI) – Caetani Oleg – L’Opéra de Marseille***
    34 2002(LI) – Palumbo Renato – Teatro alla Scala***
    35 2005(LI) – Carella Giuliano – Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo**
    36 2007(LI) – Arrivabeni Paolo – Orquesta Filarmónica de Gran Canaria*
    37 2007(LI) – Severini Tiziano – Orchestra del Bergamo Musica Festival**
    38 2008(LI) – Domingo Plácido – Washington National Opera*
    39 2008(LI) – Reck Stefan Anton – Gran Teatro del Liceo*
    40 2009(LI) – Arrivabeni Paolo – Opéra Royal de Wallonie*
    41 2009(LI) – Billy Bertrand De – Bayerisches Staatsorchester*