Achtergrond

Op weg naar Wagners Walküre

Kennismaken met Wagner, hoe doe je dat? Na een matige ‘blind date’ met de Duitser vorig jaar, zette Place de l’Opera-lezer François de afgelopen tijd zijn tanden in het werk van de beroemde componist, in voorbereiding op Die Walküre bij de Nationale Reisopera. Hieronder zijn relaas.

Het was mijn eerste Ring-deel, de productie van Das Rheingold van de Nationale Reisopera vorig jaar. Bij gebrek aan voorbereiding werd het een ‘blind date’. Natuurlijk hoopte ik dat het liefde op het eerste gezicht zou zijn. Tot dat moment had ik mijn kennismaking met de Ring altijd voor me uitgeschoven, net als de andere Wagner-opera’s trouwens. ,,Daar ben ik te jong voor”, riep ik altijd blijmoedig als naar mijn mening of mijn ervaring met de Ring werd gevraagd. ,,Komt nog wel.”

De lp-doos met Das Rheingold, aangeschaft om er ooit in te duiken, kwam zelden uit de kast en veel meer dan de ouvertures, die nog wel eens deel uitmaken van een concertprogramma, hoorde ik niet van Wagner.

Richard Wagner.

Toen de Nationale Reisopera vorig jaar aan een vijfjarig project rond de Ring begon, werd het onontkoombaar. Het was een ‘offer you can’t refuse’, waarvoor je bij uitzondering wel naar de Reisopera toe moest reizen. Het vierdelige werk zou in handige blokjes van eens per jaar worden geserveerd.

Nieuwsgierig werd ik, naar die wereld van goden en sagen, en benieuwd naar de klank van Woglinde, Wellgunde en Flosshilde, die van Loge en Wotan. Zou het zoveel anders zijn dan pakweg Donna Elvira, Cherubini of Violetta?

Geheel onvoorbereid zat ik op die septembermiddag in 2009 bij Das Rheingold, met niet meer als bagage dan een paar juichende stukken in de krant over regisseur Antony MacDonald en zijn cast bij het maken van dit eerste deel van de Reisopera-Ring.

Ik zag voor het eerst van mijn leven de Vorabend van het ‘Gesamtkunstwerk’ en ik was niet meteen verkocht. Zo lekker klinkt het allemaal niet bij Wagner als je je brein en oren niet getraind hebt. En zo meeslepend als ik hoopte, vond ik ‘dat gedoe met die dwerg en die Rheintöchter’ niet.

Boeiend was het wel: de zang, de prachtige enscenering, de muziek, de goudbrokaten jassen van Freia (het waren er vijftien als ik goed geteld heb), de solisten.

Niet zonder aarzeling kocht ik kaartjes voor deel twee. Misschien moest ik mijn oordeel nog even uitstelllen en een volgende stap in mijn Wagner-avontuur wagen. Een bevriende Wagner-liefhebber stelde me gerust, na deel één wordt het leuker. Ik had een jaar om me voor te bereiden. Maar wat is nou een jaar? Wagner deed 25 jaar over het maken van de ‘Ring’.

Lezen

Onvoorbereid, dat zou me niet meer gebeuren. Maar hoe bereid je je voor op deel twee van misschien wel het grootste kunstwerk ooit gemaakt? Dat is tenminste de omschrijving die Stephen Johnson in zijn handige boek Wagner, his life and music geeft. Een overzichtelijk boek, met alles over Wagners werk en de achtergronden, uitgegeven door Naxos.

In de tekst staan hier en daar verwijzingen naar de muziek, die op twee cd’s is meegeleverd. Johnson schrijft over het beluisteren van Das Rheingold dat het niet de bedoeling is dat genieten van de ‘sensual beauty’ van de muziek het begrip van de tekst overschaduwt. Wagner was strenger met zijn eigen regels in het eerste deel van de Ring dan in de latere delen. Genieten kent zijn grenzen bij Wagner, daar schijnen ook de houten stoeltjes in Bayreuth van te getuigen.

Het boek 'Wagner, his life and music'.

Vuistdik is The Wagner Compendium, samengesteld door Barry Millington. Eigenlijk wil ik alles wel weten over Wagner, is de wat naïeve gedachte bij mijn aankoop. Het compendium lijkt aan die wens te voldoen. Millington beschrijft net als Johnson het leven en werk van Wagner, maar dan nog veel diepgaander. Componist Peter Cornelius zegt ergens in het boek dat Wagner alleen gelukkig was als hij over zichzelf praatte en zijn eigen muziek zong en las. Zo niet, dan was hij ongelukkig.

In alle boeken wordt veel geduid: de analyses over Wagner buitelen over elkaar. Het kernwoord is ‘eigenlijk’. ‘Eigenlijk is de Ring vanuit de psycho-analyse….’ of ‘eigenlijk is het een revolutionair werk’ of ‘eigenlijk is Brünnhilde de menselijke kant van Wotan’. Eigenlijk interpreteert en analyseert iedereen er vrolijk op los als het om Wagner gaat.

Regisseur MacDonald zegt in de aanloop van Die Walküre in een Twentse krant: ,,Ik durf het bijna niet te zeggen, maar er zijn momenten dat ik denk: Die Walküre is gewoon ’n normale opera.” Dat helpt.

Andere redding komt op de Uitmarkt in Amsterdam, als ik in een boekenkraam De buikspreker van God vind. Martin van Amerongen’s biografisch portret van Wagner is een literair champagneglas vol bubbels van eruditie, bewondering en soms messcherpe ironie. Dat ordent het denken weer even.

Buitengewoon relevant vind ik de anekdote over de draak voor het decor van de eerste Ring in Bayreuth, waarvan een deel nooit aankwam na bestelling in London. Dat deel leek abusievelijk naar Beiroet gezonden te zijn. Kijk, dat is informatie die blijft hangen.

Kijken en luisteren

Voor alle zekerheid bestel ik de dvd-box met de Ring, de Barenboim/Kupfer-versie zoals die is opgevoerd tussen het authentieke hout van Wagners eigen Festspielhaus in Bayreuth. Een onverdachte bron.

Scène uit Die Walküre bij de Nationale Reisopera (foto: Marco Borggreve).

Mijn plan om de hele Walküre alvast ‘voor te kijken’ strandt echter in tijdgebrek. Ik zie stukjes van duetten die enigzins langdradig lijken. Wel blijk ik in Enschede een visueel aantrekkelijker versie van Das Rheingold te hebben gezien.

In de zomer is mijn vondst de tv-serie Wagner op dvd, met Richard Burton in de hoofdrol. Nogal traag, ontdek ik al snel. Het biedt geen heel levendig beeld van de componist.

Diep in de platenkast vind ik bij toeval een bijna vergeten doosje met de cd’s van de opname die Wilhelm Furtwangler maakte in La Scala in 1950. Historisch enorm verantwoord, ook door de medewerking van Kirsten Flagstad. Maar de ruisende klanken doen teveel zeer aan mijn moderne oren.

De tijd gaat dringen. Snap ik het nou, heb ik alle kennis die me kan helpen om meer te genieten van Wagner opgeslagen? Kan ik na het kernwoord ‘eigenlijk’ nou een ‘eigen’ interpretatie geven van de Ring? Natuurlijk niet.

Vrij kort voordat ik op Die Walküre voorbereid moet zijn, is er ineens een vondst: een podcast. De radiodocumentaire ‘The Ring and I’ van WNYC-programmamaker Jad Abumrad is zoiets als ‘Seinfeld does Wagner’. In het programma komen fans aan het woord, maar ook iemand die de Ring-thema’s in eten omzette en al shoppend in een New Yorkse supermarkt geinterviewd wordt.

Naarmate de ontheiliging van het fenomeen ‘Wagner’ zich voor mijn ogen en in mijn oren afspeelt, wordt mijn interesse groter. Oh, je hoeft dus niet de psycho-analyse aan te hangen om Wagner te begrijpen. En dat het me niet lukt zelfs maar één Leitmotiv in mijn geheugen op te slaan, blijkt helemaal niet zo erg te zijn.

En zo wordt het 26 september 2010, op de dag af exact een jaar na mijn kennismaking met de ‘Vorabend’. Als een sporter die nog even langs de masseur of de mental coach gaat, luister ik naar de inleiding op Die Walküre door Ben Coelman, die een parmantige, uiterst plezierige mix brengt van muziekwetenschap en anekdotes. Zijn uitleg en voorbeelden helpen echt.

Met de ouverture en een openingsritueel van Wotan, begint het meteen met grote emoties. Aan het eind van het eerste bedrijf met Siegmund en Sieglinde prikken de tranen van zoveel theatrale en muzikale schoonheid. Ik herken zowaar soms een zwaard-leitmotiefje en ik denk soms het orkest te horen als commentator op de handeling en de rollen.

Steeds verder word ik meegesleept door het verhaal, met mooie muziek en prachtige vocale rollen, een niet spectaculair maar zeer doeltreffend decor en een orkest dat aangenaam ‘uitpakt’.

Nadat het doek valt voor een door vuur omgeven Brünnhilde en het applaus dondert, heb ik eindelijk een mening: eigenlijk (!) is Die Walküre een fantastisch verhaal over liefde in alle soorten en maten. Wagner wist in elk geval heel goed hoe hij dat moest vertellen.

Vorig artikel

Daniela Köhler wint Vocalisten Concours

Volgend artikel

Van Renselaar door in Una Voce Particolare

De auteur

Francois

Francois

6Reacties

  1. Basia Jaworski
    27 september 2010 at 15:47

    Mooi verhaal, Francois!
    Ik was er ook en vond het PRACHTIG!

    De regisseur volgde het libretto, er werd goed gezongen en prachtig gespeeld en …. En het was inderdaad heel erg ontroerend!

  2. Francois
    27 september 2010 at 22:44

    Dank mevrouw Basia voor het compliment. Het was fraai, ik hing in een loge bijna boven het orkest en zag de dames en heren hard werken, maar met resultaat. Dat de ouverture gewoon vooraan zat vond ik wel een beetje ouderwets:-) maar er was veel te beleven. MacDonald ensceneert met een grote vanzelfsprekendheid die me aanspreekt.
    Er zullen nog veel mensen een mooie lange avond gaan beleven in Enschede de komende weken. En het bataljon videocamera’s biedt hoop op een mooie opname voor later.

  3. Basia Jaworski
    28 september 2010 at 09:16

    Ja, de regisseur volgde gewoon het libretto!
    Ongeloofelijk ouderwets, hahahahahaha!

  4. Steven SURDÈL
    28 september 2010 at 10:01

    Het libretto? Jezus, wat een provincialen, zeg. Hahahahahaha!

  5. Steven SURDÈL
    28 september 2010 at 10:03

    Foei, foei, was dat lachen. Het libretto, ja dan VRAAG je toch werkelijk…

  6. Kersten
    15 september 2011 at 10:41

    Als prille Wagnerliefhebber heb ik bijzonder veel plezier van de dubbel CD:
    Wagners Ring-Motive
    Sonderband aus der Reihe:
    der Klassik(ver)führer
    “Thema für Thema Kurzkommentar hören,Musik genieszen,Bescheid wissen”.
    2004 Auricula GmbH, Berlin
    http://www.auricula.de
    http://www.klassikverfürer.de
    De gesproken toelichting is in twee versies verkrijgbaar: duits en engels.