Achtergrond

Die Soldaten: overrompelend totaaltheater

De Nederlandse Opera herneemt in november 2010 de succesvolle productie van Die Soldaten, de enige opera van de Duitse componist Bernd Alois Zimmermann (1918-1970). De opera is niet makkelijk toegankelijk, maar wie zich overgeeft, beleeft een avond overrompelend totaaltheater, schrijft Chris Engeler in een toelichting op het werk.

Die Soldaten is geen makkelijk toegankelijk werk en kent geen beklijvende melodieën, maar wie zich overgeeft aan het dramatische verhaal, aan de muzikale uitbeelding daarvan en aan de indrukwekkende regie van Willy Decker in een beklemmend decor van Wolfgang Gussmann, die beleeft niets minder dan een avond overrompelend totaaltheater. Een absolute aanrader.

Die Soldaten is een muziektheatraal werk met een anti-oorlog-strekking, waarin het noodlot van het ‘collectief’ centraal staat. Zimmermann schreef zelf het libretto en nam daarvoor de komedie in vijf bedrijven Die Soldaten (1775) van de Duitse auteur Jakob Lenz (1751-1792) als basis.

Scène uit Die Soldaten in 2003 (foto: Hans van den Bogaard).

Lenz stelt de verwording van een eerzaam burgermeisje centraal, dat mede door haar eigen morele zwakte ten onder gaat aan de dubbele zedenmoraal van adellijke legerofficieren. In zijn tijd mochten legerofficieren niet trouwen, met alle gevolgen voor de eer van argeloze meisjes.

Lenz zoekt een antwoord op de ‘schuldvraag’ naar de ondergang van Marie, die door verschillende mannen tegelijk begeerd en belazerd, en in opdracht van één van hen zelfs verkracht wordt. De personages om Marie heen hebben hun oordeel al snel klaar: zij is een hoer. Zo meent Marie’s zus Charlotte: ,,Wie kan jou ook helpen, je maakt het er zelf naar.” En één van haar minnaars, Desportes, stelt vast: ,,Zij is van meet af aan een hoer geweest.”

Een duidelijk tegengeluid, revolutionair anno 1775, komt van de legerpredikant Eisenhardt, die Lenz’ eigen opvatting verwoordt: ,,Een hoer wordt nooit uit zichzelf een hoer, zij wordt tot hoer gemaakt.” (De citaten komen uit het operalibretto.)

Lenz’ Die Soldaten is een aanklacht tegen sociaal-maatschappelijke misstanden die het noodlot van een jonge vrouw bepalen. Maar het heeft wel een hoopvol einde: Marie en haar vader Wesener, die elkaar volledig uit het oog verliezen, hervinden elkaar uiteindelijk.

Tribunaal

Zimmermann componeerde zijn opera tussen 1958 en 1960 als een zeer persoonlijke reactie op de recente geschiedenis van Duitsland. Toen in die jaren de discussie over het opnieuw formeren van een Duits leger oplaaide, voelde Zimmermann de behoefte om met een muziektheatraal werk stelling te nemen. Het individuele noodlot van Marie in Lenz’ komedie wordt in Zimmermanns libretto het collectieve noodlot van een samenleving: oorlog vernietigt de eenling doordat het de gemeenschap vergiftigt waarin die eenling verkeert.

Voor de structuur van zijn opera nam Zimmermann de opera Wozzeck (1925) van Alban Berg als voorbeeld. Berg bouwde zijn opera op uit veelal korte scènes met enkele orkestrale tussenspelen, waarbij het verhaal zich in chronologische volgorde ontrolt. Ook Die Soldaten is opgebouwd uit korte scènes en orkestrale tussenspelen, maar aan het slot van het tweede bedrijf en aan het begin van het vierde bedrijf componeerde Zimmermann zeer bewust een aantal simultaanscènes waarbij van chronologie van het verhaalverloop geen sprake meer is.

Zimmermann hield er een pluralistische opvatting van tijd op na: doordat voor hem, net als voor Lenz overigens, het verleden en de toekomst onlosmakelijk met het heden verbonden zijn, kunnen verleden, heden en toekomst zich ook op hetzelfde moment manifesteren. Zimmermann noemde dit de gelijktijdigheid van het niet-gelijktijdige.

Scène uit Die Soldaten in 2003 (foto: Hans van den Bogaard).

De tweede scène van het tweede bedrijf van Die Soldaten bestaat uit drie ‘deelscènes’ die niet alleen op verschillende locaties spelen (twee in de stad Lille, één in het dorpje Armentières), maar ook op verschillende tijdstippen. Naast een topografisch onderscheid is er ook een duidelijk verschil in tijdbeleving. Zo zijn we er min of meer gelijktijdig getuige van dat Marie een brief van haar minnaar Stolzius wil beantwoorden, maar door haar andere minnaar Desportes wordt verleid, dat Weseners oude moeder een kinderliedje zingt en de ondergang van haar kleindochter Marie voorziet, dat Stolzius de brief van Marie leest, die zij feitelijk nog moet schrijven, terwijl Stolzius’ moeder Marie beschimpt een soldatenhoer te zijn.

Zimmermann benadrukt deze gelijktijdigheid van het niet-gelijktijdige ook nog met muzikale middelen: bewerkte fragmenten van het koraal ‘Ich bin’s, ich sollte büssen’ uit de Matthäus Passion van Bach duiken in het klankbeeld op en onderstrepen daarmee de positie die Marie inmiddels heeft ingenomen. Althans: de positie die andere personages haar toedichten.

Eenzelfde procedé, maar dan uitgebreider, past Zimmermann toe in de eerste scène van het vierde bedrijf. In deze als ‘tribunaal’ bekendstaande scène wordt Marie door alle personages als soldatenhoer veroordeeld. Zij ondergaat in wezen een fysieke, psychische en emotionele aanranding.

Teksten die ook in andere scènes in de opera worden gezongen, klinken ook hier, met als leidraad twee versregels: ,,En moeten zij dan sidderen die onrecht lijden, en kennen zij alleen vreugde die onrecht doen.”

De woorden komen uit het vierde deel van Lenz’ komedie. Wellicht liet Lenz zich tot deze verzen inspireren door het boek Ecclesiasticus, waarin staat: ,,Verlos degene die onrecht lijdt uit de hand van hem die onrecht doet, en zijt niet kleinmoedig als gij oordeelt.”

Zimmermann kende dit apocriefe boek goed en gebruikte verzen eruit in zijn solocantate voor sopraan en ensemble ‘Omnia tempus habent’ (1957). Door juist deze regels in de tribunaalscène verschillende keren door individuele personages en door allen tezamen te laten zingen, vormt Zimmermann het individuele noodlot van Marie om in het collectieve noodlot van de gemeenschap.

Aan het slot van de opera wordt legerpredikant Eisenhardt de spreekbuis van Zimmermann zelf. In het op dat moment uitzichtloze verhaal – als Wesener in de bedelares die hem om wat geld vraagt, zijn dochter Marie niet herkent – en in het op dat moment uiterst gecompliceerde klankbeeld, doet de boven alles uit klinkende stem van Eisenhardt een appel aan de mensheid om de oorlogsverschrikkingen nooit meer te laten plaatsvinden. ,,Sed libera nos a malo”, bevrijd ons van het kwade.

Jazzcombo

Dat het bij Die Soldaten om totaaltheater gaat, blijkt ook uit de orkestrale middelen die Zimmermann inzet, en zijn schrijfwijze voor de stem. Het orkest telt zo’n 120 musici, onder wie 25 slagwerkers. Ook koorleden doen daar op het toneel aan mee met ritmisch kloppen.

Verder schrijft Zimmermann een jazzcombo voor en horen we aan het slot van de opera menselijke angst- en pijnkreten, militaire bevelen, marcherende soldaten en oorlogsgeluiden op toonband. Hoewel er soms massieve klankblokken te horen zijn, is de orkestratie doorgaans bijna kamermuzikaal en ook intiem.

Scène uit Die Soldaten in 2003 (foto: Hans van den Bogaard).

Gezien zijn overtuiging dat een componist leeft met allerlei muziekstijlen uit verleden en heden, verwerkt Zimmermann in zijn partituren collages van bijvoorbeeld gregoriaanse muziek, Bach-koralen en jazz, en citaten van bestaande muziek, maar dan niet vaak ‘letterlijk’.

De veertien solozangers en extra solostemmen uit het koor maken regelmatig overgangen van spreken via half spreken, half zingen naar zingen (gebaseerd op het Sprechgesang van Arnold Schönberg). Zimmermann schreef zelf over de zangpartijen: ,,Van gefluisterd woord tot schreeuwen met overslaande stem en alle mogelijkheden van de menselijke stem tussen deze twee uitersten in. Gesproken en gezongen tekst gaat in elkaar over.”

Al met al levert dit een partituur op, waarin bewerkte Bach-koralen en jazzelementen voorkomen naast muziektheatrale aspecten. Scènes waarin spraak, zang, orkestrale muziek, beeld, film, ballet, pantomime en toonbandfragmenten samensmelten.

Bloedstollend

De beperkte en tegelijk beperkende ruimte van het decor van de DNO-voorstelling symboliseert het in wezen kleinburgerlijke milieu waarin het verhaal zich afspeelt. Personages zitten elkaar figuurlijk op de lip en het collectief (een massa figuranten!) staat tegenover het individu. Zwart en wit zijn de hoofdkleuren, met grijs als schakering, maar gaandeweg wordt rood de dominante kleur die, naar de betekenis van dit woord, ‘onderdrukkend’ uitwerkt.

Het slotbeeld is, in combinatie met alle ‘muzikale’ middelen die Zimmermann dan inzet, ronduit bloedstollend. Op een hellend vlak probeert Marie aan haar noodlot te ontkomen, maar zij glijdt definitief terug in haar ontaarding.

Claudia Barainsky, die nu weer de rol van Marie vertolkt, zei in NRC Handelsblad van 9 mei 2003 over deze opera: ,,Waarom moet muziek per se mooi zijn? Het is niet alleen de taak van muziek onze oren te strelen, maar ook om ons te roeren. Dat is het goede aan Die Soldaten. Het is BAH! of het is WOW!, maar geraakt word je.”

De reprise van Die Soldaten gaat in première op 9 november. Daarna zijn er tot en met 28 november nog zeven voorstellingen. Dirigent is wederom Hartmut Haenchen, voor de hoofdrollen komt de cast uit mei 2003 terug. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Copyright 2010 Chris Engeler, Amsterdam

Vorig artikel

Hilgersum door in Una Voce Particolare

Volgend artikel

Gottschalk regisseert Rigoletto bij IOP

De auteur

Chris Engeler

Chris Engeler

1 Reactie

  1. Basia Jaworski
    2 november 2010 at 12:18

    Goed verhaal Chris!