AchtergrondBinnenkortFeatured

‘Marionetten geven opera speciale charme’

In een oude scheepssmederij nabij de Nieuwmarkt in Amsterdam huist het Amsterdams Marionetten Theater. Al zo’n 25 jaar zet oprichter Hendrik Bonneur daar opera’s op het toneel. Klein, intiem en charmant. ,,Bepaalde opera’s kun je met marionettentheater een speciale charme geven.”

Mozart (foto: Gitte Clemens).

Het was Joseph Haydn die ooit met marionetten begon te experimenteren. In zijn tijd als kapelmeester en hofcomponist bij vorst Estherházy maakte hij diverse marionettenopera’s, met het idee om de personen op het toneel zo mooi te kunnen maken als ze in het libretto omschreven stonden.

Een paar decennia na Haydns dood blies de Italiaanse familie Colla het genre nieuw leven in. De familie van rijke houthandelaren liet voor feestdagen een schaalmodel van de beroemde Scala in Milaan bouwen en voerde er met marionetten opera’s en balletten op. Nadat de Colla’s al hun geld waren kwijtgeraakt, gingen ze met hun Scala-decor door Italië trekken.

Het schaalmodel bleef bewaard en in de twintigste eeuw haalde nazaat Carlo Colla de erfenis tevoorschijn en begon er weer voorstellingen mee te geven. Daaruit ontstond een marionettengezelschap van internationale allure: Colla e Figli.

Ook in Salzburg kwam het genre in de twintigste eeuw weer tot leven. Daar gaf beeldhouwer Anton Aicher in 1913 een marionettenvoorstelling van Mozarts Bastien en Bastienne, waar een gezelschap uit voortkwam dat inmiddels stevig naam heeft gevestigd, het Salzburger Marionettentheater.

Het Amsterdams Marionetten Theater (AMT) is wat jonger in zijn historie, maar past zeker in dit rijtje thuis. Zo’n 25 jaar produceert het gezelschap van Hendrik Bonneur opera’s op marionettenformaat. In Nederland, maar ook in diverse andere landen. Zo trad het AMT in 2006 op tijdens een speciaal marionettenfestival ter gelegenheid van het Mozart-jaar, samen met de gezelschappen van Colla en Aicher.

Uit de hand gelopen sabbatical

Voor Bonneur is het marionettentheater een jeugdpassie. Als jongen van 14 zag hij een marionettenvoorstelling van Die Zauberflöte en werd er direct door gegrepen. Maar in eerste instantie deed hij er niets mee in zijn werk. Hij werd klinish psycholoog en werkte acht jaar lang met veel plezier in een ziekenhuis.

Hendrik Bonneur (foto: Hein van Maasdijk).

De theaterwereld trok hem echter sterk aan, zodat hij na die acht jaar besloot zich in het regisseursvak te bekwamen. Hij liep onder meer stage bij de Komische Oper in Berlijn (toen nog in de DDR gelegen) en was assistent van regisseur en ontwerper Filippo Sanjust. Hij richtte in Nederland De Lyrische Komedie op en ensceneerde met succes producties in Duitsland.

,,Maar al had ik succes, het voelde toch niet helemaal als mijn ‘cup of tea’”, vertelt Bonneur. ,,Ik was ondertussen nog steeds gefascineerd door het marionettentheater en besloot het tijdens een sabbatical een keer te proberen.”

Bonneurs proef liep uit op de oprichting van het AMT in 1985. De eerste tien jaar trok het gezelschap veel door het land, daarna vond het een thuisbasis in de Nieuwe Jonkerstraat in Amsterdam, waar het een scheepssmederij uit de jaren dertig omtoverde tot een fraai marionettentheater.

Het gezelschap geeft zo’n 50 tot 60 voorstellingen per jaar in zijn eigen theater. Daarnaast gaat het bijna ieder jaar wel op tournee naar het buitenland. Ook organiseert het AMT operadiners, schoolvoorstellingen en workshops.

Voor de voorstellingen worden enkel marionetten, rekwisieten en decors uit het eigen atelier gebruikt. Live muziek is vanwege de kleine omvang van het theater niet mogelijk, maar het AMT maakt wel voor iedere opera een eigen studio-opname. Daarbij wordt intensief samengewerkt met operazangers en musici, vaak afkomstig uit de wereld van de authentieke uitvoeringspraktijk. Tijdens buitenlandse tournees gaan er wel vaak musici en zangers mee.

Naïef

Niet alle opera’s zijn geschikt voor marionettentheater, legt Bonneur uit. ,,In marionetten zit geen psychologie, dus een opera als Le nozze di Figaro is niet geschikt. Ik zoek naar opera’s die een bepaalde naïviteit en sprookjessfeer hebben. Dáár schuilt de kracht van marionettentheater in vergelijking met opera in een groot theater. Dat soort opera’s kun je een speciale charme geven.”

Tamino in De Toverfluit (foto: Datema en Mulder).

Vanuit die gedachte heeft Bonneur producties gemaakt van onder meer Die Zauberflöte, De Impresario en Bastien en Bastienne van Mozart en een opéra-comique van Offenbach. ,,Ook een opera als L’elisir d’amore van Donizetti kan ik me goed als marionettentheater voorstellen.”

Behalve de charme brengt marrionettentheater ook het kleine en intieme terug in opera-uitvoeringen, zegt Bonneur. ,,Opera begon klein en intiem. Daarna werd het steeds populairder en werden de theaters steeds groter. In zo’n groot theater gaat het vooral om de zangers en de muziek. Maar een opera als Die Zauberflöte is daar oorspronkelijk niet voor bedoeld”, zegt hij, waarna hij met een paar prenten laat zien hoe klein het theater eigenlijk was waar Die Zauberflöte voor het eerst werd opgevoerd.

Hij vervolgt: ,,Je kunt Die Zauberflöte heel groots opvoeren, maar dan wordt het al snel onmenselijk groot. Marionettentheater is een bescheiden voertuig om het menselijke weer terug te brengen. We gaan terug naar de menselijke maat. Het is eigenlijk een charmant alternatief voor opera in het groot.”

Archaïsch

Ook bij de muzikale invulling van zijn producties houdt Bonneur rekening met die sterke kanten van marionettentheater. ,,Ik zoek bijvoorbeeld altijd naar kleine, slanke stemmen. En ik werk al heel lang samen met dirigent Vaughan Schlepp, zodat we steeds beter de muziekdramatische mogelijkheden en onmogelijkheden van marionetten hebben kunnen ontdekken.”

Theatraal gezien kiest Bonneur voor een ‘archaïsche stijl’, zoals hij het zelf omschrijft. ,,We doen eerst veel studie en research en zoeken dan naar een tijdloze stijl. We proberen producties te maken die het over tien of vijftien jaar nog steeds goed doen.”

Sarastro in De Toverfluit (foto: Datema en Mulder).

De aanpak loont. Niet alleen in succes bij het publiek, maar ook in zakelijke termen. Het is simpelweg een zeer efficiënte manier van opera maken. ,,Wij zijn nooit echt een subsidiegezelschap geweest”, zegt Bonneur. ,,We halen veel meer aan eigen inkomsten binnen dan de 25-procentsnorm.”

Een prachtig voorbeeld van een typische AMT-productie is De Toverfluit (Die Zauberflöte). Met trots demonstreert Bonneur diverse decorstukken en personages uit de opera. Het spreekt zeer tot de verbeelding. Zelfs zonder muziek zie je direct het bekende sprookje van Mozart voor ogen.

Volgens Bonneur is Mozarts ‘zauberoper’ dan ook buitengewoon goed bruikbaar voor marionettentheater. ,,De uitvinder van de ‘zauberoper’ was Stranitzky, zelf een marionettenspeler. Het genre heeft daarom iets van het korte en levendige van het poppenspel. Mozart heeft dat geniaal begrepen. Die Zauberflöte is perfect om met marionetten te brengen.”

Op 26 februari en 4 en 18 maart is De Toverfluit te zien in het theater van het AMT. En van 15 april tot en met 1 juni staat De Impresario, ook van Mozart, op de planken. Komt dat zien!

Zie voor meer informatie www.marionettentheater.nl.

Lezers van operamagazine.nl krijgen nu bij aankoop van een kaartje voor De Toverfluit of De Impresario gratis een tweede kaartje! Zie voor emer informatie de Actie Amsterdams Marionetten Theater.

Vorig artikel

Youtube-portret: Giangiacomo Guelfi

Volgend artikel

Actie: Gratis kaarten bij Marionetten Theater

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.