AchtergrondBinnenkortFeatured

Daniela Barcellona kan nu echt genieten

Sinds haar debuut in Pesaro in 1999 heeft mezzosopraan Daniela Barcellona de wereld veroverd met haar belcantovertolkingen. Al die tijd wist ze echter dat er grotere, zwaardere rollen voor haar in het verschiet lagen. Met onder anderen Amneris, Eboli, Didon en sinds vorig seizoen ook Mrs. Quickly is dat werkelijkheid geworden. “Nu kan ik genieten van wat ik al die jaren heb opgebouwd.”

Daniela Barcellona: "Ik heb het gevoel dat ik nu echt de rollen zing die bij me passen" (foto: Studio Amati Bacciardi Pesaro).
Daniela Barcellona: “Ik heb het gevoel dat ik nu echt de rollen zing die bij me passen” (foto: Studio Amati Bacciardi Pesaro).

Als het aan Daniela Barcellona had gelegen, was ze nooit operazangeres geworden. Als jong meisje zong ze weliswaar onophoudelijk door het huis – tot plezier van haar ouders – maar haar echte droom, dat was pianiste worden. “Ik zong elke dag en was op school vaak solist in het kerstkoortje, maar dat was allemaal voor de leuk”, vertelt ze. “Ik wilde piano spelen.”

Het kwam zelfs zo ver dat ze piano ging studeren aan het Conservatorio Giuseppe Tartini in haar geboorteplaats Trieste. Maar de mensen om haar heen bleven haar aanmoedigen om meer met haar stem te doen. Op haar achttiende werd ze eindelijk overgehaald en nam ze lessen bij zangcoach en dirigent Alessandro Vitiello. Dat veranderde haar leven in meer opzichten dan ze voor mogelijk had gehouden.

Vitiello bekwaamde haar niet alleen in de belcantotechniek en hielp haar succesvol op weg in het auditiecircuit, hij bleek ook de liefde van haar leven te zijn. Begin jaren negentig kregen ze een relatie, in 1998 trouwden ze.

Nog altijd krijgt Barcellona les van haar man. “Je stem verandert met je lichaam mee. Daarom zijn er altijd kleine dingen in je techniek die je moet aanpassen”, zegt ze. “Je moet blijven oefenen, elke dag. Daar kun je niet mee stoppen.”

Op de vraag of dat goed werkt, je man als zangcoach, antwoordt Barcellona zeer positief. “Het is makkelijker. Hij kent mij en mijn stem beter dan wie dan ook. Hij weet wat ik kan en niet kan. Vaak volgt hij me ook. En als hij er niet is en ik zit met een vocaal probleem, dan bellen we even. Hij weet meestal precies wat eraan te doen is.”

Barcellona en Vitiello hebben zich inmiddels gesetteld in het Zuid-Zwitserse Lugano. De frisse lucht van berg en meer is een heerlijke afwisseling van het zweet van het operatoneel, vindt de zangeres, al is ze niet heel vaak thuis. “Bij elkaar misschien één maand in het jaar”, schat ze. “Het is een zwaar leven. Maar ik houd er enorm van! De wereld rondreizen, nieuwe theaters bezoeken, in bekende operahuizen terugkeren, overal vrienden hebben: het is heel interessant.”

Opgeschakeld

Daniela Barcellona brak in 1999 door toen ze met Tancredi debuteerde bij het Rossini-festival van Pesaro. Haar mezzostem met contra-altkwaliteiten bleek op maat te zijn gesneden voor een groot aantal rollen van vooral Rossini en dat voerde haar in de jaren die volgden de hele wereld over, tot aan de hoogste tonelen.

Barcellona in de Falstaff-productie van Robert Carsen (foto: Teatro alla Scala).
Barcellona in de Falstaff-productie van Robert Carsen (foto: Teatro alla Scala).

“Maar iedereen voorspelde direct al dat ik grote rollen zoals Amneris zou gaan zingen, vanwege mijn krachtige stem en grote volume”, zegt ze. “Als jonge zanger is het echter niet verstandig om direct met Verdi of Puccini te beginnen. Daarom bleef ik vele jaren lang Rossini en Donizetti zingen.”

De afgelopen seizoenen heeft Barcellona echter opgeschakeld naar dat zwaardere repertoire dat men haar al voorspelde. Ze debuteerde in Valencia als Amneris in Aida en zong die rol later ook in de Arena di Verona. Eveneens in Valencia debuteerde ze als Didon in Les Troyens en in Lima en Turijn zong ze Eboli in Don Carlo.

“Ik heb het gevoel dat ik nu echt de rollen zing die bij me passen. Ik hoef me niet meer in te houden, maar kan met mijn volle, echte stem zingen. Bij Rossini kon ik niet altijd voluit zingen, maar moest ik erg doseren. Na zo’n voorstelling was ik dan ook erg moe, terwijl ik nu na het zingen van Verdi of bijvoorbeeld Didon de volgende dag zo weer zou kunnen optreden.”

Barcellona voelt zich bijzonder gelukkig met die overgang. “Voorheen was ik altijd druk met studeren, trainen, mijn carrière opbouwen, vechten, altijd voorbereid zijn. Nu, in dit nieuwe repertoire, kan ik echt genieten van wat ik opgebouwd heb.”

De mezzo merkt ook dat haar zwaardere rollen een positieve invloed hebben op haar oude, vertrouwde belcantopartijen, die ze ook nog steeds zingt. “Sinds ik Verdi zing, is het makkelijker om Rossini te zingen en lukt het me ook beter. Ik heb als het ware Rossini opnieuw ontdekt.”

Koningin

Mrs. Quickly in Falstaff is één van de nieuwe rollen die Barcellona op zich heeft genomen. Vorig jaar zong ze de partij voor het eerst, in de Scala, in dezelfde productie van Robert Carsen die vanaf 7 juni in Amsterdam te zien zal zijn. “Het is een hele grappige productie. Het speelt zich af in de jaren vijftig en alles is heel echt: van het eten in de tweede akte tot het plezier dat we samen op het toneel hebben. Ik denk dat de productie ook in Amsterdam een groot succes zal zijn.”

Barcellona: "Falstaff is één van de moeilijkste opera's om te leren en te zingen" (foto: Studio Amati Bacciardi Pesaro).
Barcellona: “Falstaff is één van de moeilijkste opera’s om te leren en te zingen” (foto: Studio Amati Bacciardi Pesaro).

Mrs. Quickly is volgens Barcellona de gids in de opera, degene bij wie alle personages uit Verdi’s stuk aankloppen als ze hulp of raad nodig hebben. “Ze is de oudste van het stel, plant alles en weet exact wat er in iedere situatie gedaan moet worden. Ze is bovendien een heel erg Engelse dame. Je kunt haar haast vergelijken met de Britse koningin.”

Vocaal is zowel haar rol als de hele opera een grote uitdaging, vindt Barcellona. “Het is één van de moeilijkste opera’s om te leren en te zingen. Er zijn maar twee of drie aria’s, verder draait het om de ensemblestukken. Dit is geen opera voor solisten, maar voor een ensemble. Niemand heeft de hoofdrol, iedereen zingt samen. Verdi gebruikt de stemmen als instrumenten en laat die helemaal samensmelten met de instrumenten uit het orkest. Dat is absoluut uniek, en tegelijk heel moeilijk. De afsluitende fuga is bijvoorbeeld erg lastig. Maar daarin zie je wel wat een geniale componist Verdi was en wat een meesterwerk Falstaff is.”

“Mijn eigen rol ligt heel laag en moet je soms meer spreken dan zingen”, vervolgt de mezzo. “Maar dankzij de contra-altrollen van Rossini kan ik het goed aan. Die rollen gaan van het allerlaagste gebied van de vrouwelijke stem tot hele hoge noten. Die ervaring helpt zeker bij het zingen van Quickly.”

Barcellona was nog niet eerder te gast bij De Nationale Opera. Wel zong ze al eens in het Concertgebouw, tijdens een ZaterdagMatinee-uitvoering van Il Trittico onder Riccardo Chailly. Daarin zong ze Zita (Gianni Schicchi) en Badessa (Suor Angelica). “Het was rond de kerst en ik heb daar heel veel goede gevoelens aan overgehouden.”

Daniela Barcellona is van 7 tot en met 30 juni in Amsterdam te zien in Falstaff. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

'Absolute operahits' in de Rode Hoed

Volgend artikel

DiDonato als Stuarda: zo klinkt grootheid

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. 6 juni 2014 at 00:11

    Geweldige zangeres!!