AchtergrondBinnenkortFeatured

Willem Jeths componeert plichtwerk IVC

De deelnemers van het Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch zingen, naast hun eigen keuze uit aria’s en liederen, een verplicht werk. Dit jaar componeerde Willem Jeths dat lied, op een tekst van dichter Pé Hawinkels. “Ik wilde een mooi stuk maken dat in mijn oeuvre past.”

Willem Jeths (foto: Suzanne Blanchard).
Willem Jeths (foto: Suzanne Blanchard).

Het lied ‘Quale coniugium’ (Wat een Paar!) is het verplichte werk dat alle deelnemers van het komende Internationaal Vocalisten Concours (IVC) in Den Bosch zullen zingen. Nog niemand heeft het gehoord. Ook componist Willem Jeths heeft nog geen uitvoering kunnen beluisteren, anders dan die van zijn eigen stem: “Ik heb het alleen nog zelf gezongen, maar over mijn vocale kwaliteiten wil ik niet teveel zeggen. Maar: ik heb het in mijn hoofd”, aldus de componist, die anderhalf jaar geleden gevraagd werd door IVC-directeur Annett Andriesen.

Met het lied van Jeths vervolgt het IVC zijn cyclus van speciaal voor het concours gecomponeerde liederen, gebaseerd op het werk van de schilder Jeroen Bosch. Voor het vorige concours in 2012 schreef Jeppe Moulijn muziek op een gedicht uit de cyclus Bosch&Breugel van de dichter Pé Hawinkels. Ook nu is uit die bundel geput.

Willem Jeths vertelt: “Ik kwam na het lezen van de gedichten die Hawinkels in 1967 maakte op basis van de schilderijen van Jeroen Bosch uit op één van de teksten die nou net niet vertaald waren naar het Latijn door Harm-Jan van Dam. Dat gedicht gaat over het linker paneel van De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch. Je ziet daar Adam en Eva, met in hun midden Jezus. Dat is opmerkelijk in een oudtestamentische voorstelling. Het sprak me aan, ook omdat het minder ‘agressief’ van toon was dan de andere in de bundel. Toen ik aangaf dat te willen gebruiken, zei Annett: ‘Geen probleem.’ En toen heeft Harm-Jan de vertaling alsnog gemaakt.”

Er is tekst, er is een beeld, maar nog geen muziek. Hoe kwam die er?
“Dan ga je aan het werk en laat je dat schilderij van Bosch op je inwerken, net als de tekst van Hawinkels. Wat meteen opvalt, is de sereniteit van Adam en Eva met Jezus, die centraal op het schilderij staan. Op de achtergrond zie je allerlei exotische dieren, maar vooraan is een poel, waaruit allemaal enge beesten kruipen. Dat is al een teken van: het gaat mis. Je ziet op de afbeelding ook de appels al hangen.

Hierdoor kwam iets bij me op wat Schubert veel doet, dat heet ‘Moll-Dur Trübung’: het snel wisselen van stemmingen van bedroefdheid naar opgetogenheid. Zoet en bitter tegelijk, dat zie je ook in het schilderij. Met dat akkoord begon mijn componeerwerk.

Verder wilde ik proberen die tuin te schilderen. Bij de vogels op de achtergrond denk je al gauw aan Messiaen natuurlijk. Er zitten ook wat quasi-citaten in, en het lied eindigt met een verwijzing naar mijn opera Hôtel de Pékin. Daarin wil de keizerin van het juk van de oude keizer af en haar vrijheid zoeken. Dat doet ze door witte vogels los te laten, als een symbool van de vrije geest. Die stroom vogels staat voor de transitie uit het paradijs naar een andere wereld.”

Het drieluik De Tuin der Lusten, van Jeroen Bosch.
Het drieluik De Tuin der Lusten, van Jeroen Bosch.

Maakt u het de kandidaten erg moeilijk?
“Nee, ik heb vermeden er een soort Groot Dictee der Nederlandse Taal voor zangers van te maken, met allerlei lastige passages. Maar aan de andere kant: de frasering is niet gemakkelijk. Er zitten grote lijnen in en ook wel wat lastige intervallen. Ik wilde een mooi stuk maken dat in mijn oeuvre past. De interpretatie vraagt van de zangers de meeste aandacht. De tekst van Hawinkels laat veel aan de verbeelding over en dat geeft ruimte voor eigen interpretatie.”

In het programma van het IVC is op maandag 8 september een workshop door Willem Jeths opgenomen, waarin hij zijn stuk zal toelichten en op vragen in zal gaan. Vooraf geeft hij zelf geen hints. De zangers hebben de partituur al ontvangen en kunnen vragen aan de componist stellen, maar die lopen allemaal via de IVC-organisatie. Met die regel wordt voorkomen dat zangers voordeel zouden hebben aan extra informatie van de componist.

Er is voor alle stemtypen een versie beschikbaar. Jeths begon met de partituur voor sopraan en orkest en nam die als uitgangspunt voor de varianten voor de andere stemtypen. “Die sopraanpartij is getransponeerd, waarbij er ook wel elementen veranderd zijn. Je kunt niet ongestraft alles lager leggen, vanwege het register en ook voor het instrumentarium van het orkest.”

Heeft u een kleine hint aan de zangers, die nu allemaal aan het studeren zijn op het lied?
“Interpretatie! Lees de tekst goed en probeer hem je in te beelden. Als je dat ophangt aan de noten die ik geschreven heb, valt alles op zijn plek. De muziek die ik componeerde is voortgekomen uit de tekst, als het goed is kan de zanger dat navoelen.”

Kan iemand het lied zingen zonder het schilderij De Tuin der Lusten te kennen?
“Kan, maar het beeldende aspect, de tederheid, de bizarheid van de vogels en die rare fontein, als je dat allemaal voor je ziet, kun je het lied vast beter zingen.”

Het lied ‘Quale coniugium’ van Willem Jeths wordt door alle 57 deelnemers voor opera/oratroium gezongen, evenals door de 23 liedduo’s in hun eigen competitie. Zie voor meer informatie over het 50e Internationaal Vocalisten Concours de website van het IVC.

De workshop van Willem Jeths vindt op 8 september plaats, om 11.00 uur in het Theater aan de Parade in Den Bosch.

Vorig artikel

Fotoserie: Libretto overhandigd in Carré

Volgend artikel

Uitmarkt biedt voorproef operaseizoen

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.