AchtergrondBinnenkort

Piotr Beczala in tien aria’s en duetten

De Metropolitan Opera, het Teatro alla Scala, de Wiener Staatsoper: de Poolse tenor Piotr Beczala zingt dit seizoen enkel op de grootste tonelen. Ook het Concertgebouw staat op zijn schema. Op dinsdag 23 september staat hij daar naast Diana Damrau en Nicolas Testé in een eenmalig operaconcert. Als voorproefje tien fragmenten van zijn unieke stem.

Piotr Beczala (foto: Kurt Pinter).
Piotr Beczala (foto: Kurt Pinter).

In Nederland was Piotr Beczala de afgelopen jaren vooral te zien op het witte doek, met optredens in bioscoopproducties van de Metropolitan Opera. Voor live-optredens moeten we wat verder terug in de tijd, naar de jaren net voor zijn internationale doorbraak. In 2000 zong hij in Król Roger bij De Nationale Opera, gevolgd door optredens als Lenski in Jevgeni Onjegin (2001) en Rodolfo in La bohème (2003) bij hetzelfde gezelschap.

Vanaf 2004 nam Beczala’s carrière een hoge vlucht. Binnen een paar jaar tijd had hij bij praktisch alle grote operahuizen zijn debuut gemaakt. En op dat niveau is hij sindsdien blijven zingen, waarbij diverse succesvolle solo-cd’s zijn talent nog eens extra onderstreepten. De laatste: het operettealbum Heart’s Delight bij Deutsche Grammophon.

In het Amsterdamse concert met sopraan Diana Damrau en bas-bariton Nicolas Testé zingt Beczala het repertoire waar hij beroemd om geworden is, met als grootste hits ‘La donna è mobile’ uit Rigoletto en ‘Pourquoi me réveiller’ uit Werther.

Het repertoire van Beczala is echter uitgebreider dan enkel de tenorklassiekers. Hieronder een greep uit de ruim dertig rollen die hij op het toneel zong.

Allereerst de bekende aria ‘Salut! Demeure chaste et pure’ uit Faust van Gounod.

Van Gounod zingt Beczala ook de rol van Roméo in Roméo et Juliette. Hieronder een audiofragment van een Roméo die hij in 2013 in Wenen zong. Hij zingt samen met Sonya Yoncheva ‘Nuit d’hyménée’.

Van een andere bekende Franse componist, Jules Massenet, heeft Piotr Beczala eveneens twee rollen op zijn repertoire staan: Des Grieux in Manon en Werther in de gelijknamige opera. Hieronder eerst een scène uit Manon, samen met sopraan Anna Netrebko, en vervolgens de aria ‘Pourquoi me réveiller’ uit Werther, uitgevoerd in concertvorm.

Hoewel hij zich er nu doorgaans niet meer aan waagt, zong Beczala in het begin van zijn carrière ook de nodige Italiaanse belcantorollen. Hieronder een fragment uit Bellini’s La sonnambula. Beczala zingt ‘Tutto è sciolto’.

Een belcantorol die hij nog wel steeds zingt, is Edgardo in Lucia di Lammermoor van Donizetti. Hieronder zingt hij ‘Tu che a Dio spiegasti l’ali’.

Giuseppe Verdi is een componist die Beczala ook dit seizoen weer royaal op zijn programma heeft gezet. Hij zingt een voorstellingenreeks als de hertog in Rigoletto bij de Wiener Staatsoper (december 2014/januari 2015) en een reeks als Riccardo in Un ballo in maschera bij de Metropolitan Opera (april/mei 2015). Van beide partijen een voorbeeld. Eerst ‘Ella mi fu rapita’ uit Rigoletto, vervolgens een audio-opname van ‘Ma s’è me forza perderti’ uit Un ballo.

In het Slavische repertoire zong de Poolse tenor rollen als de prins in Rusalka, Steva in Jenufa, Jenik in Prodana Nevesta, Pasterz in Król Roger, Lenski in Jevgeni Onjegin en Vaudemont in Jolanta. Van twee van die rollen hieronder een voorbeeld: eerst een uitgebreide scène uit Rusalka en vervolgens de beroemde aria van Lenski uit Jevgeni Onjegin.

In Amsterdam zingt Beczala samen met Damrau en Testé repertoire van Verdi, Bellini, Donizetti, Massenet en Gounod. De drie solisten worden begeleid door het Noord Nederlands Orkest onder Pavel Baleff. Zie voor meer informatie en het boeken van kaarten de website van het Concertgebouw.

Meer lezen over het echtpaar Damrau-Testé en hun extreme leven? Bestel het nieuwe operaboek Libretto en lees het uitgebreide interview.

Vorig artikel

De agenda van: Cecilia Bartoli

Volgend artikel

Opera in de media: week 39

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

4Reacties

  1. georgette
    19 september 2014 at 12:15

    Beczala : een bescheiden “supertalent”

  2. Ben Siebers
    19 september 2014 at 12:52

    Helaas kan ik in verband met mijn werk niet naar het Concertgebouw gaan voor het concert dat Beczala met Damrau en Testé geeft. Wel onbegrijpelijk dat er voor dit concert nog zoveel kaarten beschikbaar zijn nu er met Damrau en Beczala niet alleen twee geweldige solisten op het podium staan maar ook zangers die tot de meest sympathieke van de toppers gerekend mogen worden. Naast de ingetogenheid van Beczala is er dan ook nog de uitbundigheid van Damrau. Gelukkig heb ik beiden al eens in een opera mogen aanschouwen en horen (Beczala in Werther bij de Staatopera München en Damrau in La Traviata bij het Royal Opera HOuse Covent Garden).

  3. Hans van Verseveld
    19 september 2014 at 23:05

    Inderdaad, opvallend veel onverkochte plaatsen in het C.G., maar misschien komt daar nog verandering in. Twee van zulke grote zangers voor één prijs, dat kun je toch niet aan je voorbij laten gaan. Hoe beroemd moet je in Nederland zijn om op een dinsdagavond de zaal vol te krijgen? Ik verheug mij zeer op deze twee supersterren. Het wordt vast een heerlijke avond.

  4. Jan de Jong
    20 september 2014 at 00:09

    Helaas, het is crisis in de klassieke muziekwereld. De concertkaarten zijn veel te duur geworden. Amsterdam is vaak veel duurder dan Wenen of Berlijn. Het zal dinsdag niet vol raken, en maandag met het Cleveland Orchestra en Welser-Möst ook niet. Jammer, want daardoor gaat veel sfeer verloren.