BinnenkortNieuws

Kentridge regisseert Lulu bij DNO

De Nationale Opera brengt op 1 juni in het kader van het Holland Festival een nieuwe productie van Alban Bergs opera Lulu in première. William Kentridge tekent voor de enscenering, het Koninklijk Concertgebouworkest onder Lothar Zagrosek zit in de bak.

Promotiebeeld van Lulu (foto: Petrovsky en Ramone).
Promotiebeeld van Lulu (foto: Petrovsky en Ramone).

De productie van Lulu is een samenwerking van De Nationale Opera (DNO) met de Metropolitan Opera in New York en de English National Opera in Londen. In Amsterdam is het de eerste keer dat de volledige versie van Lulu in Nationale Opera & Ballet te zien zal zijn.

Lulu is gebaseerd op twee toneelstukken van Frank Wedekind. Het gaat over de danseres Lulu, die begeerd wordt door alle mannen en dat gebruikt om hoger op de maatschappelijke ladder te klimmen. “Ze is hard en berekenend, maar tegelijk ook een prooi van anderen”, omschrijft DNO. De ontknoping aan het eind van de derde akte, waarin Lulu is afgezakt tot prostituee, is “sensationeel”, aldus het operahuis.

De veeleisende hoofdrol wordt vertolkt door de Duitse sopraan Mojca Erdmann. Zij zong eerder bij DNO in Die Entführung aus dem Serail en was verschillende malen te zien in de Kleine Zaal van het Concertgebouw.

Erdmann wordt vergezeld door zangers als Johan Reuter (Dr. Schön/Jack the Ripper), Jennifer Larmore (Gräfin Geschwitz), William Burden (Der Maler/Ein Neger), Werner Van Mechelen (Ein Tierbändiger/Ein Athlet) en Helena Rasker (Mutter).

De zangers worden geregisseerd door de Zuid-Afrikaanse kunstenaar en filmmaker William Kentridge. Hij laat zich inspireren door zwijgende films uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, de tijd waarin Lulu ontstond. Kentridge ensceneerde eerder de kameropera Refuse the Hour bij het Holland Festival.

Zoals doorgaans het geval bij de laatste DNO-productie van het seizoen zit het Koninklijk Concertgebouworkest in de bak. Het wordt geleid door Lothar Zagrosek, die de oorspronkelijk gecontracteerde Fabio Luisi vervangt. Zagrosek is bekend met het Concertgebouworkest, maar maakt zijn debuut bij DNO.

Lulu gaat op 1 juni in première en is daarna nog tot en met 28 juni te zien. De voorstelling van 23 juni wordt ook vertoond in Park Frankendael tijdens het jaarlijkse ‘Opera in het Park’-evenement van DNO en het Holland Festival.

Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Operadagen: Langs brave muziektheater

Volgend artikel

Kirchschlager zingt Schumann-liederen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

10Reacties

  1. Loesje
    28 mei 2015 at 16:12

    Het is nog steeds wennen met de aanduiding Nationale Opera & Ballet. In deze beschouwing wordt deze gebruikt in de zin van “Het Muziektheater’, niet van DNO.
    Gelet op het feit dat DNO jubileert, het instituut bestaat 50 jaar, is het merkwaardig om te benadrukken dat de complete versie van Lulu voor het eerst in een specifiek gebouw gaat, terwijl het werk al in 1980 door het instituut is gebracht. Weliswaar in het Circustheater maar wel degelijk door de Nederlandse Opera.

  2. Guus Mostart
    30 mei 2015 at 17:25

    Het is inderdaad treurig maar waar dat men in Nederland denkt dat Pierre Audi hier de opera heeft uitgevonden en verbeterd. Los van zijn niet geringe verdiensten voor het operabestel in ons land is niets namelijk minder waar. Iedereen schijnt vergeten te zijn dat onder het intendantschap van de onvolprezen Hans de Roo de meest spraakmakende voorstellingen plaatsvonden, waaronder “L’Incoronazione di Poppea”, gedirigeerd door Gustav Leonardt en Alan Curtis in de regie van Filippo Sanjust, Harry Kupfers Nederlandse debuut met een overweldigende “Electra”, Frederica von Stade en Evelyn Lear in “Der Rosenkavalier” met Edo de Waart in het Holland Festival 1976, Teresa Stratas in “Rusalka” en “Lulu”, etc, etc. Deze topproducties hebben indertijd stuk voor stuk diepe indruk gemaakt en werden door pers en publiek juichend ontvangen. Het wordt tijd dat aan de periode Hans de Roo, in het kader van 50 jaar Nederlandse Opera, verdiende aandacht wordt besteed.

  3. kersten
    30 mei 2015 at 20:24

    ..en bijvoorbeeld: tijdens de vijftienjarige periode De Roo vonden, ondanks benarde financiële omstandigheden, veertien wereldpremières plaats, waarvan drie van buitenlandse componisten.

  4. kersten
    30 mei 2015 at 22:50

    NB
    benard: uiteraard relatief; Opera Forum zorgde ook – voor een
    fractie van die subsidie – nu en dan voor wondertjes.

  5. Anna Minis
    30 mei 2015 at 22:55

    Laten we ook Jan van Vlijmen niet vergeten.

  6. kersten
    30 mei 2015 at 23:40

    Natuurlijk, alleen al die onvergetelijke Don Giovanni (Harnoncourt, Kirchner, Shimell)!

  7. Guus Mostart
    30 mei 2015 at 23:52

    ….en niet te vergeten de briljante keuze om Dario Fo voor de “Barbier” te vragen!

  8. Loesje
    31 mei 2015 at 10:50

    Naar verluidt heeft het engageren van Dario Fo overigens wel sterk bijgedragen tot het ontstaan van een enorm tekort in de periode van Vlijmen. En dus indirect tot diens vertrek.

    Nog even terug naar NO&B.
    De aankondiging voorafgaand aan een voorstelling begint met ‘Welkom bij NO&B’. Dat houdt in dat de bezoeker welkom wordt geheten bij (een voorstelling) van het instituut, niet welkom wordt geheten in een gebouw. Kennelijk heeft men er zelf ook moeite mee. 🙂

  9. Guus Mostart
    31 mei 2015 at 12:05

    U vergeet dat de Nederlandse Opera zeer goed aan deze productie heeft verdiend in de loop der jaren.

  10. Maarten-Jan Dongelmans
    31 mei 2015 at 12:26

    De Barbier in de regie van Fo is inderdaad onvergetelijk. Ik zag hem in Nijmegen, jaren terug toen de Nederlandse Opera nog door het land trok.