AchtergrondBinnenkort

Ono: “Een dirigent moet dienstbaar zijn”

Maestro Kazushi Ono staat van 15 april tot en met 1 mei voor de tweede maal op de bok bij De Nationale Opera. Hij leidt een nieuwe productie van Berlioz’ Roméo et Juliette. “Het stuk is anders dan alle andere werken op dit thema”, vertelt hij vanuit Lyon.

Kazushi Ono. (© Stofleth)
Kazushi Ono. (© Stofleth)

Regelmatige bezoekers van de Munt in Brussel kunnen zich ongetwijfeld nog aan hem herinneren: Kazushi Ono, de charismatische dirigent die tussen 2002 en 2008 de baton zwaaide bij het Symfonieorkest van de Munt. Zijn directie werd over het algemeen zeer positief ontvangen, door zowel pers als publiek. Waarbij hij voornamelijk geroemd werd voor zijn interpretaties van eigentijdse werken, waaronder de wereldpremière van Julie van Philippe Boesmans.

Ook voor Amsterdammers is Ono geen onbekende. In maart 2010 dirigeerde hij bij De Nationale Opera zijn eigen orkest in Émilie, een nieuwe creatie van Kaija Saariaho. En in dezelfde maand maakte hij zijn debuut bij de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw.

In 2008 werd Ono benoemd als chef-dirigent van het Orchestre de l’Opéra National de Lyon. Zijn komst had veel te maken met zijn maatschappelijke betrokkenheid. Uit een interview met Brusselnieuws.be: “Mijn vertrek naar Lyon is mee bepaald door wat ik daar met muziek kan bijdragen op sociaal vlak, in plaats van te wachten op volk in de concertzaal. Ik zal er onder meer musiceren voor kinderen en senioren die het hospitaal of de bejaardeninstelling niet meer uit kunnen.”

Dutilleux

Als je zijn discografie bekijkt, kun je niet anders dan concluderen dat de Japanse maestro moderne muziek een warm hart toedraagt. Mijn absolute favoriet is zijn opname van het vioolconcert L’arbre des songes van Dutilleux en het vioolconcert van Rafaël D’Haene. Hij maakte de opname met het operaorkest uit Lyon en met Yossif Ivanov als solist.

Kiest hij het repertoire zelf? “Nee, absoluut niet”, vertelt hij. “Soms is het andersom en word ik gekozen. Het vioolconcert van Dutilleux had het orkest al veel eerder geprogrammeerd. Ik werd gewoon geëngageerd voor het project. En het kwam goed van pas, want zo debuteerde ik in 2010 in het Concertgebouw bij de ZaterdagMatinee. Jaap van Zweden, die een concert met onder meer Dutilleux’ vioolconcert zou dirigeren, werd ziek en mij werd gevraagd om hem te vervangen.”

Ono nam die zaterdag het hele programma over, dat naast Dutilleux’ vioolconcert ook La mer van Debussy, werk van Rudolf Escher en een nieuw werk van Bart Visman bevatte. Doe het hem na!

Sjostakovitsj en Berlioz

Op de dag dat we elkaar spreken, is Kazushi Ono in Lyon, waar hij een reeks voorstellingen van Lady Macbeth van Mtsensk van Sjostakovitsj dirigeert. In de recensies rept men van zijn analytische geest.

Hebt u een analytische geest?
“Ik weet niet of het waar is. Ik denk eigenlijk van niet. Er is zo veel geweld in deze muziek; dat kun je niet analytisch benaderen. De muziek is prachtig en zeer diepgaand, maar eigenlijk overemotioneel. Heftig, zeer heftig, met zo veel uitbarstingen. Het is soms amper mogelijk om het in de hand te houden!”

“Denk alleen maar aan het begin van de derde akte”, zegt hij en neuriet de beginscène even voor. “Katja en Sergej hebben net Zinovi vermoord. Sergej heeft hem in de kelder begraven en dan zingt Katerina: ‘Kus mij, kus mij.’ Alsof ze voor het eerst echt gelukkig is?!”

Maar is ze dat dan niet, voor het eerst gelukkig? Eindelijk gebeurt er iets in haar leven. Bovendien gelooft ze oprecht in de liefde van Sergej.
“Ja”, zegt hij. “Maar de emoties zijn zó heftig.”

Kazushi Ono. (© Luca Trascinelli)
Kazushi Ono. (© Luca Trascinelli)

De productie werd gemaakt door de populaire regisseur Dmitri Tcherniakov. Hoe verliep de samenwerking?
“Goed, eigenlijk. Maar ik heb hem pas tien dagen voor de première ontmoet. Daarvoor werd het werk gedaan door zijn assistent.”

Wat doet u als u het totaal oneens bent met de ideeën van een regisseur?
“Voor mij staat de componist voorop. Hem draag ik op mijn schouders – bij wijze van spreken dan. Het is de componist die begrepen moet worden. Een dirigent moet volledig staan achter dat wat de componist heeft willen uitdrukken. Dienstbaar zijn.”

“Ik weet waarlijk niet wat ik zou doen als ik me niet kan vinden in de ideeën van een regisseur. Overleggen, denk ik. Overleg is een magisch woord. Zonder lukt het niet.”

Maar als het overleg mislukt? Kirill Petrenko verliet Bayreuth vanwege Frank Castorf…
“Ik weet het niet. Het is gelukkig nog nooit zo ver gekomen. We hebben altijd lange repetitieperiodes en ik ben er altijd vanaf het begin bij. Tenminste, dat probeer ik. Er is voldoende tijd om dingen uit te proberen en om te overleggen.”

“Dat ik er altijd vanaf het vroegste stadium bij wil zijn, heeft ook met de monitors te maken die we tegenwoordig gebruiken. Vroeger waren ze analoog, maar de tegenwoordige generatie is digitaal en dat is niet altijd een verbetering. Het beeld loopt namelijk altijd een seconde of zo op het geluid voor. Een echte nachtmerrie.”

Zullen we het over Roméo et Juliette van Berlioz hebben? Daarvoor komt u immers naar Amsterdam.
“Voor mij is Roméo et Juliette een oratorium. Van de drie solisten speelt eigenlijk alleen de bas (vader Laurence) een prominente rol. Zijn rol is het grootst. Maar het orkest heeft het belangrijkste aandeel. Naast het koor uiteraard. Maar het is het orkest dat de belangrijkste scènes op zich neemt.”

“Dat maakt Berlioz’ Roméo et Juliette anders dan alle andere werken die op dit thema gebaseerd zijn. Anders dan in andere composities worden de belangrijkste dingen niet gezongen: de vijf belangrijkste Shakespeare-scènes liggen bij het orkest. Echt uitzonderlijk.”

Is het dan niet eerder een symfonie met koor en solisten?
Gedecideerd: “Nee, nee, voor mij is het echt een oratorium.”

Roméo et Juliette gaat op vrijdag 15 april in première en is tot en met 1 mei acht keer te zien. Zie voor meer informatie de website van Nationale Opera & Ballet.

Vorig artikel

Thomas Hampson ‘walks the talk’

Volgend artikel

Ono en Pelly creëren memorabele Ravel

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski