AchtergrondBinnenkortBuitenland

Cornet maakt Wagner-debuut in Essen

Op zondag 4 december maakt Martijn Cornet zijn Wagner-debuut in het Aalto-Musiktheater in Essen. Hij opent als Heerrufer des Königs een nieuwe productie van Lohengrin. Tatjana Gürbaca regisseert, Tomáš Netopil dirigeert. Minze bij de Weg sprak met de Nederlandse bariton.

Martijn Cornet. (© Sarah Wijzenbeek)
Martijn Cornet. (© Sarah Wijzenbeek)

“Ik ben sinds de middelbare school een groot bewonderaar van Wagner. In mijn kast staat heel veel Wagner. Op het conservatorium heb ik een major Wagner gedaan. Dat was heel boeiend. Daar waren ook mensen van het Wagnergenootschap bij. Toen ik 16 of 17 was, organiseerde ik met een vriendje Ring-avonden. Maar ik was niet wereldvreemd, ik hield ook van voetballen. Mijn vader hield niet van Wagner, hij vond hem bombastisch.”

“Mijn Wagner staat nog in de kinderschoenen. Lohengrin is de eerste keer dat ik hem kan aanraken. Ik heb Lohengrin voor het eerst in Amsterdam gezien. Dat koor dat tegen die wand zit: dat was onvoorstelbaar.”

Min twaalf

De Wagner-rol in het huis waar Martijn Cornet sinds enkele jaren deel uitmaakt van het ensemble, het Aalto-Musiktheater in Essen, komt zo’n tien jaar na zijn operadebuut. Hij vertelt: “Toen ik 23 was, kon ik debuteren in de ZaterdagMatinee met de rol van Masetto. Dat heeft me direct een agent opgeleverd. Ik zat toen nog op het conservatorium. Hij heeft me geïntroduceerd bij de Matinee en De Nationale Opera. Daarna is het langzaam en vanzelf verdergegaan.”

“Toen ik bij Opera Studio Nederland wegging, had ik wat kleine rollen staan. Ik ben daarna negen maanden naar het Theater an der Wien in Wenen gegaan. Je leven is daar eenzaam. Ik had een appartement gehuurd en toen ik aankwam was het min twaalf. Er lag een stapel sneeuw en de kachel was stuk. Je loopt naar het theater toe en iedereen was goed; het was een hoog niveau. Maar alle avonden ben je alleen. Dat is in het begin even leuk, maar dan zijn negen maanden lang.”

“Je leert daar heel veel. Ik zou iedere jonge muzikant aanraden ernaartoe te gaan. Muziek leeft in Wenen. Toen ik een keer in mijn appartement aan het oefenen was, werd er op de deur geklopt. Dat is het eind, dacht ik. Maar de mevrouw zei: laat in het vervolg even weten als je gaat oefenen, dan zet ik het raam open. Iedere avond staan er bij de uitgang mensen voor een foto, ook voor de kleine rollen. Het gaat erom dat je gewaardeerd wordt, dat mensen weten dat het een vak is. Voor een beginnend muzikant is dat heel prettig. Hier kan het voorkomen dat mensen vragen wat je overdag doet als je verteld hebt dat je zingt.”

85 procent

“Op een gegeven moment ben ik van agent veranderd en met mijn nieuwe agent Sorek heb ik een meerjarenplanning gemaakt. Het leek ons goed om eerst een aantal kleine rollen in grotere huizen te zingen.”

Martijn Cornet: "Als ze mij in Essen voor Wolfram von Eschenbach zouden vragen, zou ik dat wel aandurven." (© Sarah Wijzenbeek)
Martijn Cornet: “Als ze mij in Essen voor Wolfram von Eschenbach zouden vragen, zou ik dat wel aandurven.” (© Sarah Wijzenbeek)

De bariton kwam na een geslaagde auditie in Essen terecht. “Ik heb daar net als rond de honderd andere baritons geauditeerd en werd unaniem door de auditiecommissie aangenomen. Essen is onder mijn aandacht gekomen omdat Hein Mulders daar intendant werd en aan mijn agent vroeg of ik daar niet wilde komen voorzingen.”

“In Essen zing ik tegenwoordig 85 procent grote rollen, de rest is klein. Als lid van het ensemble heb je ook geen keuze. In je contract staat een x aantal voorstellingen en als er kleine rollen over zijn, moeten die gevuld worden. Als dat goed gevarieerd wordt, kan dat heel goed zijn voor iedereen. Je kunt dan uitrusten van de grote rollen. In Essen wordt dat prima gedaan. Om een voorbeeld te geven: als ik de Heerrufer in Lohengrin zing, doe ik op de ene dag Lohengrin, de dag erna Papageno in Die Zauberflöte en de volgende dag een spreekrol in Die Czardasfürstin. Die combinatie kan ik heel goed aan.”

Wagner-carrière

“De Heerrufer is niet een grote rol, maar het is wel zingen 2.0. Als je dat niet op de juiste manier doet, kunnen de gevolgen groot zijn. Het hoeft niet hard, maar je moet wel kleur aanbrengen. Als je dat niet goed doet, kan het ten koste gaan van je apparaat. In Bayreuth, waar het orkest overdekt zit, gaat het als zanger gemakkelijk. In een zaal als Essen moet je over een flink orkest heen.”

Kun je qua interpretatie iets met een kleine rol als Heerrufer?
“Misschien juist dan. Als straatkrantverkoper kun je op een manier roepen waardoor mensen getriggerd worden. Dat probeer ik. Ik weet een aantal kleuren die ik daarbij kan aanbrengen.”

Heb je invloed op de interpretatie van een stuk?
“Je kunt van tevoren dingen bedenken, maar als je anders wordt neergezet, moet je je aanpassen. Bij Die schweigsame Frau, waar ik de rol van de barbier zong, heb ik van tevoren gesproken met regisseur Guy Joosten. Nee, de barbier zou geen nicht worden. Maar uiteindelijk was het een nicht over de top, met gebaartjes en een extreem pak. Voor die dingen moet je openstaan.”

“Ik heb mazzel dat ik een goede agent heb en dat ze in Essen bezig zijn met het opbouwen van mensen. Welke rol past bij wie? Zij stellen iets voor en dan bekijk ik het. Dat is altijd goed gekomen. Ze denken mee. Ik heb bovendien het geluk dat ik tussendoor ook ergens anders kan zingen, dat ik mogelijkheden krijg buiten Essen.”

Is de Heerrufer het begin van een Wagner-carrière?
“Ik ben nu 33. Wat Wagner betreft ligt er nog een leven voor mij. Met mijn stem komt Heerrufer op een mooi moment. Een heel aantrekkelijke rol is natuurlijk Telramund. Heiko Trinsinger uit ons ensemble, die Telramund gaat zingen, is begonnen met een postuur als ik. Hij is de kant van Wagner ‘uitgekneed’, letterlijk en qua stem. Een geweldige rol is die van Siegmund, die zing ik weleens in de badkamer. Natuurlijk, dat is een rol voor een tenor of een opgepompte bariton. Maar dat zou een mooie rol zijn als mijn stem omhoog gaat.”

“Wotan zit er voor mij niet in, Gunther wel. En Wolfram von Eschenbach natuurlijk; vergelijkbare zangers als ik hebben die rol gedaan. Als ze mij daarvoor in Essen zouden vragen, zou ik dat wel aandurven. Als Wenen of Amsterdam zou bellen, zou ik dat niet doen. Die zalen zijn te groot.”

“Ik leef verder voor Mozart, dat doe ik vanaf het begin. En ik zing veel liederen en oratoria, dat vind ik leuk om te doen. Afgelopen jaar heb ik voor het eerst een zware lyrische baritonrol gezongen, Valentin in Faust. Dat is met een groot orkest en dat kan ik aan. In dat soort rollen kan ik groeien.”

En Verdi?
“Komend seizoen ga ik de rol van Marullo doen in Rigoletto. Vader Germont kan ik zingen, maar zie je mij dat doen met mijn postuur en mijn leeftijd? En het is de vraag of het zingen van Verdi en Duits te combineren is. Je kunt niet de ene dag Verdi zingen en de volgende dag Duits.”

Lohengrin gaat op 4 december in première in Essen en is tot en met 11 januari nog zeven keer te zien. In maart en april volgen er nog twee voorstellingen. Zie voor meer informatie de website van het Aalto-Musiktheater Essen.

Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen bij het Wagnergenootschap Nederland.

Vorig artikel

Bastiaan Everink over Klingsor en Parsifal

Volgend artikel

Double bill Andriessen in Muziekgebouw

De auteur

Minze bij de Weg

Minze bij de Weg

3Reacties

  1. Maarten-Jan Dongelmans
    4 december 2016 at 19:12

    Mooi en interessant interview. Cornet is goed bezig daar in Essen. Een stem om in de gaten te houden.

  2. 4 december 2016 at 19:29

    Ja, hij is goed bezig. Fijn dat er nog huizen zijn die mensen willen opbouwen!

    Verdi en Wagner kun je best combineren hoor. Ik zong jaren lang Verdi en Wagner in hetzelfde seizoen. Soms de ene dag Aida en de volgende Tannhäuser/Elisabeth.
    Ik vond Tannhäuser na Aida makkelijker dan omgekeerd, het voelde alsof Verdi meer flexibiliteit vroeg van de stem. Ik vergelijk het altijd graag met de pupil van een oog. Voor Verdi moet de pupil heel snel van heel klein naar heel groot kunnen gaan, bij Wagner leek het alsof de pupil in dezelfde stand bleef. Eea. heeft niets met pp en ff te maken, want bij beide componisten moet je pp en ff (kunnen) zingen.

  3. Patrick van Rhedenborg
    5 december 2016 at 15:17

    Geweldig voor Martijn! Vooral ook, omdat ie blijkbaar ook zo van Wagner houdt!
    Ik wou dat ik er bij kon zijn!