AchtergrondBinnenkort

Tristan en Isolde door de ogen van Wagner

In aanloop naar de nieuwe productie van Tristan und Isolde bij De Nationale Opera spit Peter Franken in een tweeluik de achtergronden van Wagners opera uit. In deel twee: Wagners versie van de legende.

Ludwig en Malwine Schnorr von Carolsfeld, de Tristan en Isolde bij de wereldpremière van de opera in 1865 in München. Foto van Joseph Albert.

In het vorige artikel gaf ik een korte samenvatting van de hoofdlijn van het Tristanverhaal, uitgaand van de middeleeuwse versroman Tristan van Gottfried von Straßburg, de voornaamste bron die Wagner bij het schrijven van Tristan und Isolde gebruikte.

Hoe zette Wagner de roman in een libretto om? Behalve dat hij zo ongeveer halverwege begon en de verwikkelingen aan Markes hof tot een minimum beperkte, zijn er op het eerste gezicht geen grote verschillen. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat Wagner nauwelijks romantiseert. Hij legt de nadruk op de onmogelijkheid van de liefde tussen Tristan en Isolde zolang beiden een aards leven hebben. Er kan pas sprake van vervulling zijn in de dood.

In de middeleeuwen was zelfmoord ondenkbaar, daarop rustte een absoluut taboe. Wegkwijnen door de onbereikbaarheid van een geliefde, met de dood tot gevolg, was echter wel degelijk een literaire optie. Zo ontstond het fenomeen ‘Liebestod’.

Wagner hoeft zich daar minder van aan te trekken, zodat hij een situatie kan doen ontstaan waarin een moord gevolgd door een zelfmoord wordt voorbereid. Isolde wil Tristan immers van de ‘Todestrank’ laten drinken om vervolgens de rest zelf tot zich te nemen. Uiteraard gaat dat niet door, want anders zou er van het hele verhaal niet veel overblijven, maar de dreiging is duidelijk aanwezig.

Depressieve Isolde

Bij Wagner is Isolde niet slechts terneergeslagen, maar depressief. Zij verliest voor de tweede maal haar eer. Eerder pleegde ze landverraad door Tristan te laten ontsnappen, nu wordt ze als bruid uitgeleverd ter bezegeling van de vrede met een voormalige vazal. Haar vader heeft zich moeten schikken in het verlies van de heerschappij over Cornwall en nu – adding insult to injury – wordt zij hiervan persoonlijk het slachtoffer.

Malvina Schnorr von Carolsfeld als Isolde bij de wereldpremière in München, 1865.

Als we tussen de regels door lezen, bemerken we nog een derde reden van haar gemoedstoestand. Immers, trouwen met Tristan was toch ook een mogelijkheid geweest? Waarom per se die oude koning Marke?

Als Isolde in de eerste akte Tristan naar zich toe laat komen, beweert ze dat er nog geen verzoening heeft plaatsgevonden tussen hen beiden. Om die bewering te rechtvaardigen, sleept ze de dood van Morold erbij. Tristan is zich van geen kwaad bewust. Hij heeft Morold niet vermoord, maar gedood in een formeel tweegevecht, dus helemaal legaal. Toch geeft hij toe: laat maar komen die verzoeningsdrank, wel vermoedend dat het zijn dood kan worden.

Het wekt de indruk dat hij haar heimelijk begeert en beseft dat een relatie er niet inzit, althans niet zolang beiden nog “Erdenluft atmen”. Beiden flirten op dat moment met de dood, waardoor alle zintuigen op scherp staan. Als Brangäne in plaats van een liefdesdrank een glas wijn had geserveerd, zou dat ook wel volstaan hebben om de ontlading te bewerkstelligen waarin beiden hun echte gevoelens de vrije loop laten.

Dag en nacht

In het vervolg laat Wagner zijn twee protagonisten opvallend vaak over dag en nacht, licht en donker zingen. De nacht is een metafoor voor alles wat met de vrouw, erotiek en seks te maken heeft, de dag staat voor hetgeen ‘het daglicht kan verdragen’: de man, de gevierde held, het hoofse leven. Als Tristan zich beklaagt over het licht dat maar niet uit wil gaan, de dag die maar voortduurt, is hij bezig met de overstap naar die andere wereld, de vrouwelijke, die van Isolde.

In de tweede akte heeft het koppel een nachtelijk samenzijn en Tristan wil allesbehalve terug naar het licht, en dus evenmin naar zijn eigen wereld. Ze tarten het noodlot door tot de ochtendschemering bij elkaar te blijven, waarbij ze zich bijna willens en wetens door Marke laten betrappen. Vervolgens probeert Tristan zich door Melot te laten doden. Want als hij dood is, zal Isolde hem vanzelf wel volgen. Haar ‘Liebestod’ laat nog wel even op zich wachten, maar er wordt al wel op gerekend.

De liefde van Tristan en Isolde heeft bij Wagner een transcendent karakter en kan slechts bestaan in de vereniging van beiden in de dood. Dat maakt een goede uitvoering van dit meesterwerk elke keer weer tot zo’n emotioneel overweldigende ervaring.

Kammerstück

Een goede uitvoering van Tristan und Isolde heeft een bredere betekenis dan slechts een goed verzorgde muzikale component. Door het comprimeren van de legende, met weglating van veel zijsprongen en bijfiguren, is Wagners opera feitelijk een ‘Kammerstück’ geworden. Alle scènes spelen zich af in een beperkte ruimte met een minimum aan personen.

In de eerste akte is er het schip, waarvan twee delen in beeld komen: het vertrek waarin Isolde en Brangäne zich ophouden en het dek waarop Tristan en Kurwenal het schip op koers houden. In de tweede akte is er het liefdesnest en de derde akte voltrekt zich geheel rond Tristans doodsbed. Kurwenal kijkt naar buiten of Isolde er al aankomt, de herder speelt buiten beeld zijn deuntje. Alles staat in het teken van de relatie tussen Tristan en Isolde, met een minimum aan bijfiguren en in een zo compact mogelijke ruimte.

Het decor van de derde akte van Tristan und Isolde bij de wereldpremière in München, 1865. Ontwerp door Angelo Quaglio.

Uiteraard komt Marke in beeld, maar zijn optreden heeft feitelijk alleen in de tweede akte enige betekenis. In de derde akte is zijn (overigens prachtige) bijdrage volstrekt overbodig. Melot (een hybride van Tristans vertrouweling Marjodo en de kwaadaardige dwerg Melot) heeft maar een paar zinnen te zingen. Het stuk vraagt nadrukkelijk om een sobere, compacte enscenering en het is dan ook geen wonder dat Wieland Wagner hier zo goed raad mee wist. Zijn visie op het stuk is voor velen nog steeds de maat der dingen.

De Nationale Opera (DNO) komt in januari met een door Pierre Audi geregisseerde productie die eerder al in Parijs en Rome te zien was. Stephen Gould en Ricarda Merbeth zullen de titelrollen vertolken. Verder keren Günther Groissböck en Michelle Breedt terug bij DNO voor de rollen van respectievelijk Marke en Brangäne. Marc Albrecht leidt het Nederlands Philharmonisch Orkest. De première is op 18 januari 2018 en daarna volgen zeven voorstellingen.

Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Lees ook deel één van dit tweeluik: De legende van Tristan en Isolde.

Vorig artikel

De legende van Tristan en Isolde

Volgend artikel

Van de hoofdredactie

De auteur

Peter Franken

Peter Franken