BuitenlandOperarecensie

La Fenice (1): Een beklijvende Rigoletto

Het Teatro La Fenice in Venetië is één van de beroemdste operahuizen van Europa. Een gebouw waar vele hoogtepunten uit de operahistorie plaatsvonden. Daaronder de wereldpremières van Rigoletto en La traviata. Place de l’Opera-correspondent Peter Vandamme reisde af naar de stad van de bruggen voor producties van beide werken. In deel één Rigoletto.

Gianluca Terranova als hertog (foto: Michele Crosera).

Giuseppe Verdi’s Rigoletto werd in maart 1851 gecreëerd in het Teatro La Fenice in Venetië. Het gebouw van toen ging in 1996 in vlammen op, maar is ondertussen weer gereconstrueerd en is als een feniks uit zijn as herrezen, inclusief fonkelend bladgoud en rood fluweel.

Op donderdag 27 september was Rigoletto weer te zien in La Fenice. Daniele Abbado zorgde voor een sobere, maar beklijvende enscenering. Hij had genoeg aan een donkere ruimte met enkele decorstukken, die het ene moment het paleis van de hertog suggereerden en het andere moment het huis van Rigoletto.

Rigoletto kregen we voor het eerst te zien tijdens het feest in het paleis. Als hofnar had hij felgekleurde dikke rode lippen, zoals een clown. Maar terwijl hij van het paleis naar zijn huis ging, waar hij vader is, veegde hij de verf van zijn lippen.

Bij het begin van het tweede bedrijf was hij terug als nar in het paleis, op zoek naar zijn dochter. Hij vond haar, veegde zijn lippen schoon en veranderde weer in de vader, die zijn dochter troostte en even later zweerde dat hij wraak zal nemen. Waar iedereen de hele voorstelling gekleed was in zwart-witte kostuums, liep Rigoletto in het tweede bedrijf rond in een wraakzuchtig rood kostuum.

De titelrol werd gezongen door de Griekse bariton Dimitri Platanias, die deze rol al zo’n beetje overal heeft gezongen, ook hier in Venetië, toen deze productie in 2010 voor het eerst te zien was. Hij deed het fantastisch. Vooral de zoektocht naar zijn dochter in het tweede bedrijf, zijn woede, zijn tranen, zijn smeekbede en uiteindelijk het duet met zijn dochter waren adembenemend.

Die dochter kreeg de frêle figuur van de jonge Siberische sopraan Irina Dubrovskaya. Ze kwam wat moeilijk op gang, maar groeide in het tweede bedrijf uit tot een Gilda van formaat.

Gianluca Terranova zong de rol van de hertog. Een mooie stem, maar zowel in het tweede als in het derde bedrijf miste hij de hoge noten en hij leek zich daar bij het slotapplaus erg schuldig voor te voelen.

Ook de kleinere rollen waren goed bezet en de jonge Venezolaanse huisdirigent Diego Matheuz zorgde voor een meeslepende uitvoering.

‘La donna e mobile’ fluitend dwaalde ik later door een zonovergoten Venetië. Viva Verdi!

Vorig artikel

Guus Mostart koninklijk onderscheiden

Volgend artikel

Win vrijkaarten voor Die Schöne Müllerin!

De auteur

Peter Vandamme

Peter Vandamme