BuitenlandOperarecensie

Sterren houden songfestival in Londen

Voor een echt songfestival moest men afgelopen weekend in Londen zijn, bij het Royal Opera House. Op vrijdagavond stond daar Rossini’s La donna del lago op de planken. Een vocaal festijn met topoptredens van Daniela Barcellona, Michael Spyres, Juan Diego Flórez en Joyce DiDonato.

Joyce DiDonato en Juan Diego Flórez (foto: Bill Cooper / Royal Opera House).
Joyce DiDonato en Juan Diego Flórez (foto: Bill Cooper / Royal Opera House).

Parijs, Milaan en Londen sloegen de handen in elkaar voor een coproductie van Rossini’s La donna del lago (1819) in een regie van Lluis Pasqual. De productie was in juni 2010 voor het eerst te bekijken in de Opéra Garnier en was niet om aan te zien. Milaan bracht hem nog wel, maar het Royal Opera House verzaakte en deed een beroep op John Fulljames om een geheel nieuwe enscenering te maken. Overweldigend is die niet, maar alles is beter dan de draak van Pasqual. En de regie laat volop ruimte voor Rossiniaans belcanto.

Het verhaaltje is gebaseerd op een gedicht van Sir Walter Scott en speelt in een ver verleden in de Schotse Highlands. Bij aanvang bevinden we ons in een museum, waar mannen in ‘hedendaagse’ kledij uit Rossini’s tijd rondlopen. Er staan enkele vitrinekasten en uit één van die kasten komt Elena tevoorschijn. De Schotse geschiedenis herleeft als het ware. Aan het eind van de voorstelling kruipen de voornaamste personages terug in hun vitrinekasten.

Het decor voor de eigenlijke geschiedenis is beperkt tot een wenteltrap die op allerlei manieren kan opgesteld worden en nu eens de hut van Elena voorstelt en dan weer het paleis van de koning. Schotse ruiten ontbreken uiteraard niet.

Elena, ’the lady of the lake’, dobbert in haar bootje rond op het meer en ontmoet er de koning, die zich voordoet als de herder Uberto. Hij staat meteen in vuur en vlam voor haar. Zij is echter smoorverliefd op Malcolm, maar moet om politieke redenen van haar vader trouwen met Rodrigo. Kortom, te veel mannen voor een enkele vrouw…

Rodrigo sterft tijdens een duel met de koning. Elena’s vader en Malcolm worden gevangengenomen. Aan het eind komt Elena achter de ware identiteit van Uberto, die de gevangenen hun vrijheid teruggeeft en de weg opent voor een huwelijk van Elena en Malcolm.

Niet in Malmo maar hier in Londen moest men zijn voor het echte songfestival. Daniela Barcellona, die nu pas debuteerde in Covent Garden, zette met haar warme mezzo de zaal in lichterlaaie. Zeker in Malcolm’s entree-aria ‘Mura felice’. Twelve points/douze points.

Ook Michael Spyres maakte zijn Londense debuut, in de aartsmoeilijke rol van Rodrigo. Hij is een ‘baritenor’ met een enorm bereik. Je moet het horen om te geloven hoe hij van hoog naar laag glijdt.

In het tweede bedrijf zong hij een terzet met Elena en Uberto, hier gezongen door Juan Diego Flérez. Bij het begin van dat terzet leek het wel een zangwedstrijd tussen beide tenoren: Flórez heeft de lichtste stem van de twee en haalde schijnbaar zonder moeite de hoogste noten; Spyres heeft de grootste en krachtigste stem. Ik zou niet weten wie te kiezen, dus ex aequo allebei twelve points/douze points.

En dan was er de Elena van Joyce DiDonato! Vooral haar slotaria ‘Tanti affetti in tal momento’ (‘zoveel emoties bij elkaar maken me sprakeloos’) was zonder weerga. Haar pianissimo’s kluisterden je ‘sprakeloos’ aan je stoel. En maestro Michele Mariotti – nog een debuut – liet het orkest daar in perfecte harmonie in meegaan, met amper hoorbare strijkers en blazers die voor kleur zorgden. In Malmo kan het niet, maar hier wel: voor Joyce del lago thirteen points/treize points!

Vorig artikel

James Levine keert terug voor Met-orkest

Volgend artikel

Jan Fabre confronteert met Tragedy

De auteur

Peter Vandamme

Peter Vandamme