BuitenlandOperarecensie

Naglestad maakt grandioos Fanciulla-debuut

De regisseur van het jaar, Barrie Kosky, ensceneert in het operahuis van het jaar, het Opernhaus Zürich, het imponerende debuut van Catherine Naglestad als Puccini’s meisje van het Wilde Westen. Een festivalpremière van wereldformaat.

Catherine Naglestadt als Minnie (foto: Monika Rittershaus).
Catherine Naglestadt als Minnie (foto: Monika Rittershaus / Opernhaus Zürich).

De enige hoofdrolspeler is het orkest, zo zei maestro Gianandrea Gavazzeni eens over La fanciulla del West. Een onmiskenbaar feit voor wie zondagavond de uitbundige, ronduit explosieve directie van Marco Armiliato bij het Opernhaus Zürich meemaakte. Hij ontvouwde de meest ongeremde Puccini-effecten die je je kunt voorstellen en veranderde de festivalpremière in een adrenalineshock voor het anders wat onderkoelde Zwitserse publiek.

In tegenstelling tot degenen die vinden dat de Italiaanse maestro voor een te ontstuimige aanpak bij Puccini kiest, vind ik zijn warmbloedige, erotische, ongezoete lezing van de partituur absoluut geslaagd. Intelligent zelfs, want wie zou zich de realiteit van het Wilde Westen in de tijd van Puccini (1910) voorstellen als rozige romantiek? Het trefzekere, muzikale realisme van Armiliato past perfect bij het stuk.

Wat realisme betreft: in de muziekwetenschap lees je ook vaak dat de werkelijke hoofdrolspeler in deze opera het mannenkoor is. Ook een interessante stelling. En zie je de bergboeren en goudzoekers die zich in Tom-of-Finland-look aan de bar ontmoeten (kostuums Klaus Bruns), met lompe, ruwe manieren met elkaar omgaan en grote hoeveelheden whisky drinken, dan moet je erkennen dat ze een zekere aantrekkingskracht hebben. Vooral vanwege hun geweldige zangprestaties, de hele opera door! Hun exactheid, kracht en poëtische geraffineerdheid zijn vruchten die de minutieuze instudering van Jürg Hämmerli heeft voortgebracht.

Wie is dus de protagonist: orkest of koor? U vergeeft het me vast dat ik persoonlijk die eer aan de vrouwenfiguur uit de titel wil geven. Zeker hier in Zürich, waar Catherine Naglestad een werkelijk sensationeel roldebuut beleefde als Minnie. De mooie Californische sopraan combineert een wagneriaanse stemomvang met de elegantie van subtiele, langzaam aanzwellende klanken. Een perfecte Minnie, die naïef over de liefde kan zingen, maar net zo goed in een harde mannenwereld staande kan blijven.

Ook haar mannen zijn allesbehalve ‘sissies’. Zoran Todorovich vertolkt als Dick Johnson een man die door het leven hard geworden is. Bij hem geen hartstochtelijke tirades of zachte dromerijen, maar geharde cantabili en stalen hoge noten, die als pistoolschoten door de zaal klinken.

Scott Hendricks als Jack Rance (foto: Monika Rittershaus).
Scott Hendricks als Jack Rance (foto: Monika Rittershaus / Opernhaus Zürich).

Vocaal subtieler en qua tekstinterpretatie driedimensionaler is de vertolking van Scott Hendricks. De jonge bariton uit Texas lijkt in de wieg gelegd te zijn voor de rol van sheriff Jack Rance. Dankzij de intensieve klankkleuren die hij zijn partij geeft en de onberekenbare, demonische uitstraling die hij op de bühne heeft, geeft ook hij een roldebuut van ononderbroken perfectie.

Een overaanbod aan mooie stemmen en muziek dus. Een schril contrast met het troosteloze, benauwende decor van Rufus Diwiszus. Maar juist dat maakte deze enscenering, waarmee Barrie Kosky zijn debuut in Zürich maakte, zo bijzonder.

De intendant van de Komische Oper Berlin, en daarmee de opvolger van de huidige Opernhaus-intendant Andreas Homoki, won eerder dit jaar in Londen de International opera Award voor regisseur van het jaar. Met zijn enscenering bij het Opernhaus Zürich (bij diezelfde awards tot operahuis van het jaar gekroond) koos Kosky niet voor glamour of effectbejag. Zijn aanpak was rechttoe rechtaan en zeer precies. Zonder Sergio Leone-clichés wist hij zich op de kern van het verhaal te concentreren.

Kosky’s regie laat prachtig uitkomen hoe beperkt de horizon van de goudzoekers is en hoe arm hun milieu. Van geluk en eindeloze mogelijkheden kunnen ze enkel dromen. Een discrete, onpretentieuze enscenering, die de sterke emoties van het Wilde Westen geheel overlaat aan de muziek. Een veelbelovende prestatie van Kosky, die voor het eerst in zijn carrière Puccini ensceneerde.

La fanciulla del West is nog tot en met 13 juli te zien. Zie voor meer informatie de website van het Opernhaus Zürich.

Vorig artikel

Decca's Most Wanted: nog meer schatten

Volgend artikel

Strauss-ster Schwanewilms zingt Wagner

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

1 Reactie

  1. Fabio
    25 juni 2014 at 17:25

    I wanna see this girl!, she is so great!