BuitenlandOperarecensie

Indringende Greek Passion in Essen

Afgelopen zaterdag ging in het Aalto-Musiktheater in Essen The Greek Passion van Bohuslav Martinú in première. Weinig gespeeld, maar met een actuele problematiek: hoe gaat een gemeenschap om met een groep vluchtelingen die zo groot is dat men erdoor overspoeld lijkt te worden? De productie van Jiří Heřman wist hiervan een indringend beeld te schetsen.

Baurzhan Anderzhanov als priester Fotis en het koor  (foto: Matthias Jung)
(foto: Matthias Jung)

De Tsjechische componist Bohuslav Martinů (1890 – 1959) had na zijn terugkeer uit Amerikaanse ballingschap zijn zinnen gezet op het schrijven van een opera die zich zou afspelen in zijn geboorteland, maar vond daarvoor maar geen geschikt libretto. Bij toeval leerde hij in Frankrijk de Griekse schrijver Nikos Kazantzakis kennen, die kort daarvoor furore had gemaakt met zijn boek Christus wordt weer gekruisigd.

Martinů ging hiermee aan de slag en bewerkte de stof tot een libretto waarin nog slechts de Griekse namen en een vleugje muziek dat is overgewaaid uit de Orthodoxe Kerk aan de oorspronkelijke situering herinneren. The Greek Passion is een universeel drama dat heel wel beleefd kan worden als een reeks gebeurtenissen die zich afspelen in een gesloten gemeenschap op het Moravische platteland.

Martinů’s stijl is neo-klassiek, een voorkeur die na zijn vlucht naar de Verenigde Staten in 1940 werd versterkt door de eisen die de Amerikaanse muziekwereld aan nieuwe composities stelde. Met atonaal werk kwam men niet ver in de jaren veertig in New York.

In dat opzicht kan The Greek Passion wel vergeleken worden met Prokofjevs War and Peace, hoewel Martinů’s werk sterker wordt gekenmerkt door ‘Sprechgesang’. Ook Peter Grimes komt zo nu en dan om de hoek kijken, mede doordat in het Engels wordt gezongen.

In een Grieks dorpje heeft men de gewoonte eens in de zeven jaar een passiespel op te voeren. Kort na Pasen worden door de priester Grigoris de dorpelingen aangewezen die hierin de hoofdrollen zullen vervullen. Gedurende een jaar worden zij geacht zich in hun rol in te leven en ernaar te handelen. De rol van Christus wordt toegekend aan de herder Manolios.

Jessica Muirhead als de weduwe Katerina en Jeffrey Dowd als Manolios (foto: Matthias Jung).
Jessica Muirhead als de weduwe Katerina en Jeffrey Dowd als Manolios
(foto: Matthias Jung).

De weduwe Katerina, die zich prostitueert, wordt onder veel bijval aangewezen als de toekomstige Maria Magdalena, haar souteneur Panait wordt zeer tegen zijn zin opgescheept met een bestaan als Judas. Vrijwel onmiddellijk schiet iedereen in zijn rol. Manolios verliest alle belangstelling voor zijn verloofde Lenio, Katerina begint van Manolios te dromen en stoot Panait af. Maar de vlam slaat pas echt in de pan als er plotseling een compleet dorp op de stoep staat, verdreven en gevlucht, op zoek naar een nieuwe plek om te wonen.

Als één van de vluchtelingen ter plekke sterft aan uitputting, ziet Grigoris zijn kans schoon om van hen af te komen. Hij roept luidkeels dat de vrouw is overleden aan cholera, waardoor de dorpelingen zich uit angst voor besmetting tegen de vluchtelingen keren. Deze zoeken hun toevlucht op een naburige heuvel en stichten daar een nieuw dorp. Plotseling is er sprake van grotere problemen dan het gebruikelijk dorpsgeneuzel.

De nieuwkomers hebben geen voedsel en geen kleding, en moeten geholpen worden. En de beoogde passie-acteurs nemen hierin het voortouw, Manolios en Katharina voorop, wat tot ontwrichting van de dorpsgemeenschap leidt. Manolios gaat nog verder, begint te prediken en krijgt volgelingen in het dorp. Tamelijk voorspelbaar wordt dit zijn ondergang: rond kersttijd wordt hij vermoord.

The Greek Passion (foto: Matthias Jung).
The Greek Passion
(foto: Matthias Jung).

Jiří Heřman (regie en decor) plaatst de handeling in een neutrale, tijdloze plattelandsomgeving. Slechts de kostuums van Alexandra Druskova tonen Griekse accenten. De in het libretto voorgeschreven bron waar menige ontmoeting plaatsvindt, heeft de vorm van een ondiep bassin waar men onbekommerd doorheen loopt te plenzen. Een grote klok roept het beeld van een dorpskerk op. Zeer eenvoudig allemaal, maar buitengewoon effectief.

De hoofdrollen met de meeste persoonlijke interactie werden vertolkt door ‘native speakers’ – Jeffrey Dowd (Manolios), Jessica Muirhead (Katerina) en Cristina Clark (Lenio) – wat de verstaanbaarheid zeer ten goede kwam. Muirhead wist te overtuigen als de weduwe die zichzelf wegcijfert ten gunste van minder bedeelden. Tenor van dienst Dowd zette een alleszins redelijke Manolios neer en Clark was zoals altijd de charme in persoon.

Mooi optreden ook van Almas Svilpa als Grigoris, de barse priester die over lijken gaat om de eenheid in zijn eigen dorpsgemeenschap te handhaven. Prachtige zang van het koor, met name in de vierde akte. Prima spel van de Essener Philharmoniker onder leiding van Generalmusikdirector Tomáš Netopil.

Al met al een uitstekende uitvoering van een betrekkelijk onbekend werk van de componist die door menig operaliefhebber eerder wordt geassocieerd met het dromerige Julietta. Compliment voor intendant Hein Mulders dat hij het heeft aangedurfd dit werk in Essen te programmeren.

Er volgen nog voorstellingen in oktober, november en in het voorjaar van 2016. Van harte aanbevolen, het is de reis vanuit Nederland zeker waard. Zie voor informatie over data en tickets de website van het Aalto-Musiktheater.

Vorig artikel

Opera in de media: week 40

Volgend artikel

Anna Netrebko opent Live in HD-seizoen

De auteur

Peter Franken

Peter Franken