BuitenlandOperarecensie

De Vriend debuteert in de Tonhalle Zürich

Vocaal vuurwerk en een sprankelende, onverschrokken lezing van Händels Water Music: daarmee debuteerde dirigent Jan Willem de Vriend woensdagavond samen met sopraan Simone Kermes bij het Tonhalle-Orchester Zürich. Een feest van eigengereid musiceren!

Jan Willem de Vriend (© Marcel van den Broek).
Jan Willem de Vriend (© Marcel van den Broek).

Jan Willem de Vriend bracht woensdag Hollandse eigenheid en een onconventionele manier van musiceren naar Zürich. Voor de eerste keer stond de dirigent op de bok voor het Tonhalle-Orchester. Hij leidde de musici op moedige en enigszins ongewone wijze door de barokke muziek op het programma.

Het amuserende concert bestond uit twee delen. In het eerste stond een andere debutant in de spotlichten: de unieke, zeer eigenzinnige sopraan Simone Kermes. De Duitse ster – de Desirée Nick van de concertpodia, zou je kunnen zeggen – houdt van effecten en excessen. Vocaal vuurwerk is haar ding. Met coloraturen die alle grenzen van muzikale discipline overschrijden, probeert ze het publiek mee te slepen.

Dat publiek was woensdagavond tamelijk streng en formeel. De gemiddelde leeftijd leek 70 jaar en je merkte dat men gewend was aan en verwend was met het eersteklas orkestgeluid van het Tonhalle-Orchester (zonder twijfel één van de beste orkesten ter wereld).

Wat een contrast om in die ultraconservatieve en stijve ambiance de stoutmoedige, onbeschroomde, onweerstaanbare Simone Kermes aan het werk te zien (op 18 centimeter hoge hakken). In een uur tijd danste en lachte ze van Rossini en Donizetti (Linda di Chamounix) naar enkele toegiften als ‘Son qual nave’ en zelfs ‘Lili Marlene’. Met Händels ‘Lascia ch’io pianga’ bood ze een overgang naar het tweede deel van de avond.

Zürcher puristen – gewend aan de twee levende monumenten Cecilia Bartoli en Edita Gruberova, die hier hun stamhuis hebben – zullen de muzikaliteit van Simone Kermes wellicht als vreemd of bevreemdend hebben ervaren. Zelf meen ik echter dat de klassiekemuziekwereld zonder Simone Kermes een verfrissende ster armer zou zijn!

Het tweede deel van de avond ging er eigenlijk net zo eigen en grensverleggend aan toe. Met een nieuwe interpretatie van Händels Water Music toonde Jan Willem de Vriend hoe ook oude vertrouwde muziek op een nieuwe manier te beleven is.

De Vriend liet de 21 nummers van het verzamelwerk in een nieuwe volgorde spelen, waardoor een afwisselende, onderhoudende lezing ontstond. Ook liet hij verschillende instrumentengroepen van het podium lopen om zich door de hele zaal heen te verspreiden. Blazers, strijkkwartetten en trompetten nestelden zich voortdurend in nieuwe hoeken van de zaal, zodat het publiek zich continu moest omdraaien om te zien waar de muziek vandaan kwam. Zo zal het koning George I, voor wie deze muziek gecomponeerd werd, ongetwijfeld ook vergaan zijn toen hij het stuk in 1717 voor het eerst hoorde, tijdens een boottocht over de Theems.

De dappere aanpak van De Vriend zorgde ervoor dat de compositie van Händel – met zijn vele verrassingseffecten en zijn fascinatie voor de dwarsfluit, in die tijd een nieuw instrument – nieuw leven ingeblazen kreeg. Hier geen voorspelbare puristische en gebalanceerde interpretatie, maar een feestelijke en positieve uitvoering, gevuld met onbevangen vreugde in het musiceren.

Enkele dagen voordat de grote Norma-vertolking van Cecilia Bartoli op het toneel van het Opernhaus Zürich arriveert, leverde dit concert een heerlijk bewijs van muzikale vrijheid en variatie.

Vorig artikel

Opera in de media: week 42

Volgend artikel

Marguerite: vals zingen is ook een kunst

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

1 Reactie

  1. John de Jong
    10 oktober 2015 at 09:37

    Aardig om te lezen, maar het opera-gehalte had in deze recensie en de titel ervan wel wat meer naar voren gehaald mogen worden.