AchtergrondBuitenlandOperarecensie

Opera in Aix: Sellars en Stravinsky

Eén van de operahoogtepunten in de zomer is het Festival d’Aix-en-Provence in het zuiden van Frankrijk. David Pinedo was er dit jaar bij en doet verslag. In deel vier: Oedipus Rex en de Psalmensymfonie van Stravinsky, geregisseerd door Peter Sellars.

Scène uit Oedipus Rex/Psalmensymfonie bij het Festival d'Aix-en-Provence. (© Vincent Beaume)
Scène uit Oedipus Rex/Psalmensymfonie bij het Festival d’Aix-en-Provence. (© Vincent Beaume)

Peter Sellars weet nog steeds mooie producties te maken, zoals Desdemona op het Holland Festival een paar jaar terug en meer recent Only the Sound Remains bij De Nationale Opera. In Aix-en-Provence combineert hij twee werken van Stravinsky: Oedipus Rex en de Psalmensymfonie. Het werd aangekondigd als een herziene productie, gebaseerd op de voorstelling die hij eerder bij de Los Angeles Philharmonic maakte. Maar gezien Sellars’ minimalistische enscenering, zal er weinig herzien zijn.

De dag voor de première was de aanslag in Nice. Voor elke voorstelling werd een minuut stilte gehouden. Voor de uitvoering van de Stravinsky-productie werd het publiek er bovendien aan herinnerd dat Stravinsky zijn Psalmensymfonie in 1930 in Nice had geschreven. Het andere werk, Oedipus Rex, componeerde Stravinsky al eerder, in 1927, aan het begin van zijn neoklassieke fase.

Het toneelbeeld was wit belicht. Het decor bestond uit een troon en een stoel, met maskers van de hoofdfiguren door de Ethiopische beeldhouwer Elias Sime. In het programmaboekje vertelt Sellars over de Afrikaanse invloeden in Stravinsky’s muziek, met name wat de ritmes betreft. Ik kon me echter moeilijk vinden in de Afrikaanse invloeden die Sellars in zijn enscenering inbracht. Sellars liet Antigone in het Frans commentaar leveren op het hele gebeuren. Het Frans klonk in contrast met Stravinsky’s muziek geëxalteerd en prekerig.

Sellars plakte de Psalmensymfonie als een soort nawoord achter Oedipus. Terwijl maar liefst drie koren de spookachtige sfeer van Stravinsky’s werk tot leven brachten, zwierf de oude Oedipus achter over het toneel. Het was een wat vage boel. En dat er een pauze tussen de twee werken zat, werkte als een anticlimax. De symfonie duurt immers net iets meer dan twintig minuten. Het publiek leek dan ook zeer verbaasd toen de lichten zo snel weer aangingen.

Drie Scandinavische koren – Orphei Drängar, Gustaf Sjökvist Chamber Choir en Sofia Vokalensemble – vulden het toneel, gekleed in spijkerbroeken en blauwe hemden. In Oedipus klonken hun onheilspellende passages vurig en woest, zelfs een tikkeltje intimiderend. In de Psalmensymfonie klonken ze geraffineerd transparant, onaards en droevig. Daarnaast dansten ze met Sellars gewoonlijke vreemde gebarentaal.

Scène uit Oedipus Rex/Psalmensymfonie bij het Festival d'Aix-en-Provence. (© Vincent Beaume)
Scène uit Oedipus Rex/Psalmensymfonie bij het Festival d’Aix-en-Provence. (© Vincent Beaume)

Een imposante Joseph Kaiser bereikte als Oedipus met zijn krachtige stem alle hoeken van het Grand Théâtre de Provence. Oedipus’ naïviteit, verwarring, en verwondering kwamen door Kaisers gezichtsuitdrukkingen en frasering geloofwaardig tot leven. Zijn zang was geladen, met genoeg pathos om zijn rol van diepgang te voorzien, alhoewel dit bij mij nooit tot ontroering leidde. Met beklemmende intensiteit overtuigde Kaiser in Sophocles’ legendarische ontknoping. Het hoogtepunt van de avond.

Violeta Urmana voorzag Jocaste van elegante nervositeit. De piano en de harp verrijkten haar rol tijdens de entree. Haar stem klonk soms als een verademing tussen alle ‘stravinskiaanse’ agressie.

Sir Willard White zong de rollen van Tirésias, Créon en een bode. Met perfecte Latijnse dictie zong hij door zijn partijen, vrijmoedig of juist onheilspellend. In zijn rol als herder wist Joshua Stewart met zijn zuivere tenorstem kort maar krachtig de aandacht op te eisen.

Onder Salonen klonk het Philharmonia Orchestra opzwepend. Er waren genoeg momenten waarop de muziek voor rillingen en kippenvel zorgde. De vaart zat er bovendien goed in en de ritmische intensiteit zorgde voor de nodige adrenalinekicks. Er klonken ook felle, soms bijna schelle contrasten van de houtblazers, die geraffineerde accenten zetten. Dit stuk kan snel te luid klinken, maar Salonen wist een goede balans te houden tussen orkest en zangers. Muzikaal grandioos!

De productie is typisch Sellars: kaal, met als resultaat dat de muziek en de stemmen schitteren. Desondanks bekroop me toch een beetje het gevoel van been there, done that.

Vorig artikel

Opera in Aix: Pelléas et Mélisande

Volgend artikel

Cd-zomer: Liefde volgens Simone Kermes

De auteur

David Pinedo

David Pinedo