BuitenlandOperarecensie

Capriccio in Brussel vol stralende muziek

In coproductie met de opera van Lyon richt de Munt in Brussel dezer dagen de aandacht op de laatste opera die Richard Strauss schreef, Capriccio. Een stralende voorstelling, vol heerlijke muziek.

Scène uit Capriccio bij de Munt. (© Bernd Uhlig)
Scène uit Capriccio bij de Munt. (© Bernd Uhlig)

Capriccio is ‘ein Konversationsstück für Musik in einem Aufzug’, aldus de ondertitel. Het verhaal gaat evenzeer over de plaats van de dichtkunst tegenover de muziek (Wort oder Ton/Ton oder Wort) als over het acteren en regisseren. Verpakt in luchtige muziek zette Strauss nog één keer zijn ideeën over het muziektheater uiteen. Want dat is het: een opera over opera.

Ontspannen

Regisseur David Marton werkte het verhaal uit als een conversatie. In de ensemblestukken, zoals in de vernuftig gecomponeerde negende scène met de lach- en de strijdoctetten, plaatste de regisseur de zangers in ontspannen groeperingen. Alsof zij deelnamen aan een groepsdiscussie.

Marton maakte gebruik van de grote ruimte die zijn scenograaf Christian Friedländer had geschapen, met links op een verhoging een zaal in het paleis van gravin Madeleine en rechts een achttiende-eeuws ogend logetheater. Binnen dit in elkaar overlopend vaste bestand creëerde de regie een levendig spel, met hier en daar eigen toevoegingen in figuraties en in de kleine rollen van de Haushofmeister en de souffleur.

In zijn nog steeds interessante voorwoord bij Capriccio beklemtoont Strauss het streven naar een ideale verhouding tussen stem en orkest en het espressivo in de orkestpartijen. Dirigent Lothar Koenigs bleek deze aanwijzingen ter harte te hebben genomen in de voorbereidingen met het Muntorkest, dat met kleurrijke charme en theatrale intensiteit musiceerde. Jammer dat de klank van het tedere strijksextet onvoldoende uit de orkestbak kwam.

Uitstraling

Capriccio is weliswaar een sterk op ensembles gerichte opera, maar door de dominante uitstraling in stem, verstaanbaarheid en spel van bas-bariton Kristinn Sigmundsson in zijn personage als theaterdirecteur La Roche sprong hij eruit, evenals sopraan Sally Matthews met haar speelse en toch chique invulling van de gravin.

Scène uit Capriccio bij de Munt. (© Bernd Uhlig)
Scène uit Capriccio bij de Munt. (© Bernd Uhlig)

Het aandeel dat Strauss en zijn mede-auteur van het libretto, Clemens Krauss, gaven aan de figuur van de theaterdirecteur/regisseur, had David Marton handig ingevuld door La Roche actief diverse personages te laten regisseren en stileren.

Sally Matthews, bekend in Nederland van mooie creaties bij De Nationale Opera als Soeur Blanche in Dialogues des Carmélites en Sophie in Der Rosenkavalier, zong de gravin met een gelukzalige helderheid. Ook wist ze een melancholische ondertoon te leggen in de slotscène, waarin ze zich voor een spiegel (in deze regie het doorleefde gezicht van een oude ballerina) afvraagt op wie zij verliefd is: op de componist (Ton) of de dichter (Wort). En dan neemt ze het gecomponeerde sonnet ter hand dat vele scènes eerder de aanjager werd tot de conversatie over de relatie tussen klank en taal.

De zoet-melancholische muziek die Strauss daarbij schreef, leverde een uniek slot op voor zijn laatste opera. Alsof hijzelf in de spiegel keek, verklankt in de orkestinleiding met hoornsolo (zeer mooi gespeeld), een hommage aan zijn jeugd met een vader die virtuoos was op dit instrument, en verwijzend naar één van zijn allereerste composities, het hoornconcert uit 1882. Een leven in muziek sterk verbonden met literatuur werd in deze slotscène van Capriccio ontroerend afgesloten.

Verwarming

Woord en toon werden door Edgaras Montvidas als Flamand de muziekman en Lauri Vasar als Olivier de tekstschrijver met vurig elan neergezet. Dietrich Henschel, die als acteur en broer van de gravin de beslissende wending geeft aan de inhoud van de opera, en Charlotte Hellekant als actrice Clairon sloten mooi aan in het ensemble, dat deze productie met stralende muzikale expressie vulde.

Een productie met een niet door Strauss bedoelde pauze na de zevende scène “om de zaal te verwarmen en de temperatuur in deze herfstperiode aangenaam te maken”. Het bleek hard nodig. Het wordt afzien in het tenttheater de komende winter!

Capriccio is nog tot en met 16 november te zien. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

DNO’s Jephtha: een begenadigd schouwspel

Volgend artikel

Opera in de media: week 46

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

1 Reactie

  1. Stefan Caprasse
    14 november 2016 at 13:53

    Inderdaad heel mooie produktie; zie ook TI GUARDA DAL GRANDE INQUISITOR.