AchtergrondFeatured

Don Giovanni bij DNO: een fantasiebeeld

Sinds Tirso de Molina hem in 1630 bedacht, is Don Juan een verleider van mythische proporties. Voor vrouwen en mannen een fantasiebeeld. Dat is ook precies het kernwoord van de Don Giovanni die in april 2011 bij De Nederlandse Opera in reprise gaat. Maar neem vooral wat tijd om u voor te bereiden, adviseert Chris Engeler. Dat zal lonen.

Scène uit Don Giovanni, 2006 (foto: A.T. Schaefer).

De regie van Jossi Wieler en Sergio Morabito, in 2006 deel van de veelbesproken Mozart/Da Ponte-trilogie, werd door de pers bijna unaniem negatief als voorstelling in een ‘beddenpaleis’ weggezet. Maar al die bedden hebben wel een duidelijke functie. Om dat bij de reprise alsnog te ‘zien’ en de voorstelling op haar absoluut aanwezige merites te beoordelen, is het goed om een paar zaken helder voor ogen te krijgen.

De vrouwenversierder Don Giovanni is inmiddels een mythe. Want hoe reëel is het dat Don Giovanni al 2.065 vrouwen heeft verleid als hij aan het begin van zijn eigen opera met nummer 2.066 doende is?

Een mythe is volgens de Grote Van Dale ‘een verhalende en doorgaans vleiende, geheel of ten dele onjuiste, al dan niet met opzet in het leven geroepen overlevering met betrekking tot het verleden van een volk, een groep of een individu’. Als we nu mythe herleiden tot één van de literaire uitingsvormen ervan, de fabel, dan is dit voor de opera Don Giovanni op te vatten als ‘verhaal zonder grond’. En het personage Don Giovanni als een niet-reëel, niet-werkelijk personage.

Dan mogen we ook stellen: Don Giovanni personifieert een idee. In een essay uit 1981 werkt de Engelse filosoof Bernard Williams dit verder uit. De kern van zijn betoog is dat Don Giovanni als personage de vleesgeworden lust belichaamt. Daaraan gaan twee fasen van zinnelijke begeerte vooraf. Eerst het dromen of fantaseren – denk aan Cherubino in Le nozze di Figaro. Daarna het zoeken – denk aan Papageno in Die Zauberflöte.

Don Giovanni echter begeert meer dan dat hij werkelijk verleidt. Alleen werkt zijn begeren voor anderen wel verleidelijk. Dat begeren zet hem telkens weer aan tot veroveren. Don Giovanni dus als de personificatie van het veroveren of bedwingen – dat is de visie van Bernard Williams.

Schemerwereld

Voor hun enscenering stelden beide regisseurs zich vragen: wat voor leven leiden Donna Anna, Donna Elvira, Don Ottavio, de Commendatore, Leporello, Zerlina en Masetto eigenlijk? Allemaal hebben zij al een deel van leven achter zich, waarin verwachtingen, mogelijkheden en ook seksuele verlangens niet altijd verwezenlijkt werden. Zoals bij iedereen. Met teleurstelling, zelfs somber gestemd kijken zij op hun leven terug, opgescheept met een onverwerkt verleden.

Dat is wat zij met elkaar gemeen hebben en daarom verblijven zij met elkaar in een afgesloten ruimte waaruit zij vooralsnog niet kunnen ontkomen. Wieler en Morabito zijn hierover ronduit negatief: zij noemen deze personages ondoden – volgens de Grote Van Dale: ‘schijnbaar doden die intussen in een schemerwereld voortbestaan’.

Scène uit Don Giovanni, 2006 (foto: A.T. Schaefer).

Maar wel hebben zij in deze schemerwereld ieder een eigen bed met wat persoonlijke spullen eromheen. Daar liggen zij op, daar kruipen zij in weg, daar sluimeren zij. Belangrijker nog: op en rond hun bed bestaan zij.

In hun schemerwereld duikt Don Giovanni op. Wij zien hem lopen, slapen, drinken, een enkele keer geweld gebruiken en… de daad verrichten. Hij is in vergelijking met de andere personages een vrij man. Maar van zijn gevoelsleven komen we heel weinig te weten. Aan het begin van het tweede bedrijf geeft Don Giovanni wel een verklaring voor de noodzaak om vrouwen te veroveren en kortstondig – eigenlijk maar eenmaal – te bezitten.

Voor beide regisseurs is juist een aanwezig gevoelsleven bepalend voor het hebben van een verleden, dus ook van een identiteit. Van alle andere personages valt uit hun recitatieven en aria’s op te maken dat zij erg met hun gevoelsleven bezig zijn. Trekken we nu de door Bernard Williams uitgezette lijn van Don Giovanni als personificatie van het veroveren of bedwingen door, dan kunnen we Don Giovanni als een fantasiebeeld beschouwen. Eventueel zelfs als een fantoom: een droombeeld.

Een droombeeld bestaat alleen in de hoofden van mensen of – als we het ook elders zoeken – in hun hart of tussen hun benen. Om met zo’n droombeeld te kunnen omgaan, moet het wel concrete vorm aannemen, van vlees en bloed worden. Donna Anna, Donna Elvira, Don Ottavio, Leporello, Zerlina en Masetto – niet de Commendatore! – projecteren hun eigen mislukkingen, onvermogen en remmingen in de relationele sfeer en op seksueel gebied op Don Giovanni. Voor ieder van hen vertegenwoordigt hij een levenshouding die zij zelf niet hebben, of niet kunnen opbrengen.

Deze projectie, die ‘Don Giovanni’, hebben zij nodig om met zichzelf in het reine te komen en zich tegelijk aan hun eigen verleden te ontworstelen. Makkelijk is dat niet, want een droombeeld heeft vaak ook iets afschrikwekkends – ’t is niet voor niets een fantoom. Door het op te roepen en tot hun persoonlijke levenssfeer toe te laten, moeten zij er ook mee omgaan.

Gaande het verhaal heeft deze Don Giovanni contacten met alle andere personages. Dat wil zeggen: zij roepen Don Giovanni-als-droombeeld op, laten hem toe tot hun bed en hebben dan op een prettige of minder prettige manier omgang met hem. Zo beïnvloedt deze Don Giovanni bijvoorbeeld de relatie van Donna Anna en Don Ottavio, en die van Zerlina en Masetto.

Tussen Donna Anna en Don Ottavio is geen sprake van intimiteit. Zij lijkt zich weliswaar eenmaal bijna aan Don Ottavio te willen vergrijpen, maar die poging verkeert al snel in het tegendeel. En hij zoekt aanvankelijk wel toenadering, kruipt dichtbij Donna Anna op bed, maar blijkt nauwelijks in staat haar ook maar met zijn hand aan te raken. Beiden groeien steeds meer uit elkaar en tegen het eind van de voorstelling communiceren zij vanuit hun ver uiteengeplaatste bedden alleen nog per brief met elkaar – de fysieke verwijdering tussen beiden is maximaal.

Zerlina en Masetto trouwen. Maar wat verbindt hen eigenlijk? Anders dan Donna Anna en Don Ottavio verblijven Zerlina en Masetto bijna voortdurend in elkaars buurt, en samen op één bed. Maar voelt Masetto zich seksueel wel tot Zerlina aangetrokken? Zerlina kan haar seksuele verlangens niet in toom houden: ,,Dit kan ik niet langer weerstaan”, zingt zij Don Giovanni toe, terwijl Masetto zich naast hun bed ligt te verbijten.

Later staat hij erbij als Don Giovanni Zerlina ontmaagt. Deze diepe vernedering wil hij op haar afreageren met zijn broekriem. In aanzet, in woorden is Masetto misschien een doener, maar tot enige daad wil het maar niet komen.

Commendatore

Donna Anna, Don Ottavio, Donna Elvira, Leporello, Zerlina en Masetto creëren ieder hun eigen droombeeld, hun eigen ‘Don Giovanni’. Maar dit droombeeld biedt hen nog geen volledige opening om te ontkomen uit de afgesloten ruimte die hun onverwerkte verleden symboliseert. Wel zien we Donna Anna en Don Ottavio al zoeken naar een opening in hun schemerwereld. Als Don Giovanni iedereen voor zijn feest uitnodigt, opent hij wat deuren – maar niemand die het ziet, niemand die het kan zien.

Want hier speelt nog iets anders mee: de Commendatore sterft dan wel aan het begin van het verhaal, maar behoudt – opgebaard op zijn bed – de centrale positie op de scène tot aan het eind toe. De Commendatore is, zelfs over zijn eigen dood heen, de incarnatie van een alles controlerende en iedereen emotioneel onderdrukkende macht met rooms-katholieke inslag. Zie hem aan de rand van zijn bed immers op de knieën gaan om te bidden.

De Commendatore heeft de andere personages in zijn regime van strenge normen en waarden weten in te passen. We kunnen ook zeggen: ingebed. Letterlijk staan hun bedden opgesteld rond dat van hem! En daarmee is het bed niet alleen de ‘beschutte’ plek om je in terug te trekken, maar ook een symbool van het geïnstitutionaliseerde burgerlijke samenzijn dat het eigen gevoelsleven onderdrukt en verlangens frustreert. Zolang het regime van de (dode!) Commendatore nog bestaat, kunnen de personages geen opening in hun schemerwereld vinden.

Scène uit Don Giovanni, 2006 (foto: A.T. Schaefer).

Met drie muziekfragmenten uit komische opera’s van Solèr, Sarti en Mozart zelf verleidt Don Giovanni aan het slot de Commendatore tot actie. Opera’s waarin het gaat om liefdes- en huwelijksperikelen, bijna om driehoeksverhoudingen – een ware ondermijning van het normen- en waardensysteem van de Commendatore. Wil Don Giovanni daarmee de Commendatore zelf veroveren?

Uiteindelijk komt de Commendatore tot actie. Een krachtmeting met Don Giovanni volgt. De uitkomst ervan is bepalend voor het verdere bestaan van de andere personages – opdat zij nu de kans krijgen zich aan hun verleden te ontworstelen om een leven te leiden waarnaar zij verlangen. Nu kunnen zij ook deuren openen, opdat licht in hun schemerwereld binnenvalt. En dan kan ook Don Giovanni simpelweg uit hun bestaan weglopen. Al resteert wel de vraag of hijzelf als droombeeld nu echt bedwongen is?

Vorig artikel

DiDonato is een diva en een divo

Volgend artikel

Uitmuntende Platée van Pelly en Minkowski

De auteur

Chris Engeler

Chris Engeler

1 Reactie

  1. Kevin
    3 april 2011 at 11:12

    The question is: does all of this analyzing make a good GIOVANNI? And can it save a production that has some severe musical cuts (even in famous places like the Giovanni/Zerlina scene, before “La ci darem la mano”)? I personally think not.