AchtergrondFeatured

‘Het lied kan wel wat impulsen verdragen’

De Stichting Het 20ste-eeuwse Lied geeft op vrijdag 15 april een geënsceneerd liedrecital in het Concertgebouw rond de dichter Eduard Mörike. Het programma, getiteld Heimweh, is het vierde project dat Klaus Bertisch bij de stichting regisseert. Een gesprek met de dramaturg over Mörike en theatrale recitals.

Als dramaturg is Klaus Bertisch een bekende in binnen- en buitenland. Hij werkte jarenlang bij de Oper Frankfurt en verzorgt inmiddels al ruim twintig jaar de dramaturgie bij producties van De Nederlandse Opera.

Bertisch is vaak gevraagd waarom hij zich niet op het regisseren toelegt. ,,Maar dat heb ik nooit zo gewild”, vertelt hij. ,,Ik vind het spannend en uitdagend om vanuit de theoretische kant met een productie bezig te zijn, om het zogenaamde theoretische geweten van de regisseur te zijn.”

Toch besloot de dramaturg enkele jaren geleden om af en toe ook zelf de regie in handen te nemen. ,,Met name in kleine vormen”, zegt hij. ,,De grote producties doe ik hier bij De Nederlandse Opera wel. Het mooie van de kleine vorm vind ik dat het intiem is en poëtisch, waarbij het ook iets vertellends heeft.”

Nadat hij een programma met liederen en aria’s samenstelde en scenisch uitwerkte bij Opera Studio Nederland, waar hij docent is, kwam hij in contact met pianiste Reinild Mees van Stichting Het 20ste-eeuwse Lied. Geholpen door zijn achtergrond in de literatuur (hij studeerde Engelse en Duitse taal- en letterkunde) creëerde hij daar de afgelopen jaren drie geënsceneerde recitals rond de Duitse dichters Rainer Maria Rilke, Johann Wolfgang von Goethe en Heinrich Heine.

Op 15 april voegt Bertisch daar een vierde Duitse dichter aan toe: Eduard Mörike. ,,Eigenlijk wilde ik niet weer een Duitse dichter behandelen, om te vermijden dat ik het stigma van ‘de regisseur voor Duitse dichters’ krijg opgeplakt”, vertelt Bertisch. ,,Maar Mörike stond al op het programma en toen ik gevraagd werd, zei ik natuurlijk geen nee.”

Acteur

Mörike (1804-1875) was een romanticus pur sang, vertelt Bertisch. ,,Hij was een wat gespleten persoon. Hij was religieus opgeleid, maar had ook veel humor en sarcasme. In het recital wil ik graag al die kanten belichten.”

Net als zijn vorige programma’s bij de stichting draait Heimweh om ‘jezelf vinden’, legt Bertisch uit. ,,Net als de romantische kunstenaar zijn we altijd op zoek naar onszelf. In dit programma probeer ik een karakter neer te zetten die twijfelt tussen weggaan en thuisblijven. Hij weet niet wat die met z’n leven moet. Hij zoekt een bestemming, maar wil ook koesteren wat hij thuis heeft.”

Eduard Mörike.

Deze thematiek werkt Bertisch uit aan de hand van liederen die diverse componisten op gedichten van Mörike hebben geschreven. Er klinkt veel werk van Wolf, maar verder ook van onder andere Schumann, Schoeck, Marx, Pfitzner en Eisler. Bariton Wolfgang Holzmair voert ze uit.

Nieuw ten opzichte van Bertisch’ vorige recitals is dat hij gebruikmaakt van een acteur, Michael Autenrieth (die de zieke Gerd Böckmann vervangt). ,,Dat was een wens van mij. De toon van de gedichten is bijna té romantisch, haast ouderwets. Daar wil ik graag iets tegenover zetten. De acteur is een soort alter ego van de zanger. Zijn teksten zijn niet van Mörike, maar van modernere dichters. Op een gedicht van Nietzsche na komen ze allemaal uit de twintigste eeuw.”

Door de afwisseling van zang en gesproken woord wil Bertisch sterk met contrasten werken en een duidelijke, verhalende lijn door de reeks liederen borduren. ,,Je kunt niet het ene statement na het andere maken. Er moeten goede overgangen in zitten. En humor. Want het moet ook niet loodzwaar en te psychologisch worden.”

Uitdagend

Het ensceneren van recitals is iets waar de Stichting Het 20ste-eeuwse Lied stevig op inzet en ook flink in voorop loopt. Bertisch juicht dat van harte toe. ,,Moet een liedzanger altijd opkomen, in de bocht van de vleugel gaan staan en zijn groepen liederen zingen? Ik denk dat het publiek aan iets nieuws, iets uitdagends toe is. Niet dat de traditionele vorm zal verdwijnen, maar het lied kan wel wat impulsen verdragen.”

,,Als iemand op het toneel iets doet, wil je dat als publiek volgen”, vervolgt hij. ,,Je zinnen worden anders geprikkeld, waardoor je anders nadenkt over de inhoud. Je zit niet alleen te consumeren, je raakt echt betrokken. Het lééft en dat moet ook. Je staat daar niet alleen maar iets tentoon te stellen.”

Bertisch hoopt met Heimweh een dergelijke theatrale voorstelling neer te zetten. Niet met grote decors of veel spektakel (,,dat zou de vorm niet goeddoen”), maar met een enkel decorstuk en wellicht wat kostuums en rekwisieten. ,,Het wordt intiem. Zeker in de Kleine Zaal van het Concertgebouw, waar het publiek dichtbij zit en rechtstreeks contact met je heeft. Ik denk dat het gaat werken.”

Heimweh wordt op vrijdag 15 april om 20.15 uur uitgevoerd in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Zie voor meer informatie de website van Stichting Het 20ste-eeuwse Lied.

Vorig artikel

The Very Best of Plácido Domingo

Volgend artikel

Johannes krijgt subtiele scenische doop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.