FeaturedOperarecensie

Kinderopera Glass beleeft première

Heksen en feeën, een menseneter en een koning, een plantenjongen en een plantenmeisje: met De Heksen van Venetië van Philip Glass zet Het Muziektheater sinds vele jaren weer een kinderopera op het toneel. Dat mag vaker.

Abel Keppel als plantenjongen met achter hem 'de wind' (foto: Hans van den Bogaard).

Nog los van de vraag of de opera geslaagd is of niet vind ik het prijzenswaardig dat Het Muziektheater een kinderopera opvoert in haar eigen programmering. Zoals te lezen valt in de toelichting is dat al vele jaren niet meer gebeurd en daar mag zeker verandering in komen.

Voor kinderen zouden operahuizen hun poorten wijd open moeten zetten. Je zult ze na één voorstelling niet direct iedere premièreavond terugzien, maar daar gaat het niet om. De kunstvorm is veel te mooi om erover te zwijgen, om aan het ’toeval’ over te laten of mensen het ontdekken of niet.

De kinderen in Het Muziektheater kregen een bijzondere voorstelling voorgeschoteld: de Nederlandse première van Le Streghe di Venezia, de nieuwste opera van Philip Glass. Het werk – in het Nederlands vertaald door Ike Cialona – ging in december 2009 in wereldpremière in Rome en wordt nu in dezelfde enscenering in Amsterdam opgevoerd.

De opera gaat over een kinderloze koning die een troonopvolger zoekt. Twee feeën kweken een jongetje uit een granaatappelzaadje, maar de koning wil niets van de plantenjongen weten en sluit hem op. Het jochie ontsnapt en gaat op zoek naar het plantenmeisje waar hij over gehoord heeft. Na een heel avontuur vindt hij haar. De koning, die spijt heeft gekregen, benoemt hen tot toekomstig koningspaar.

Regisseur Giorgio Barberio Corsetti gebruikt simultane videoprojecties om het verhaal tot leven te wekken. Op het toneel spelen de solisten voor verschillende camera’s hun rol. Tegelijkertijd worden de beelden van hen op een groot scherm op de achtergrond vermengd tot één geheel.

Er zitten hele geestige en inventieve scènes tussen. Het nadeel is dat je vooral naar het scherm zit te kijken. Het is meer een videovoorstelling dan een theatervoorstelling, want het ‘echte’ theater blijft vrij mager en kaal. Pas als de vier acrobaten in actie komen, komt het spel op het toneel echt los.

(Foto: Hans van den Bogaard)

De muziek van Glass spreekt mij persoonlijk niet zo aan. Hoewel de componist zelf niet van de term houdt, wordt zijn stijl vaak omschreven als minimalistisch en daar kan ik me wel in vinden. De dromerige sfeer die zijn muziek oproept, past het sprookje goed, maar verder gebeurt er niet veel in de partituur.

Dat neemt niet weg dat de muziek goed uitgevoerd wordt door het Parco della Musica Contemporanea Ensemble onder leiding van Tonino Battista en een cast van leuke, levendige zangers. Een bijzonder compliment verdienen de jongenssopraan Abel Keppel, die in de rol van plantenjongen een paar prachtige solo’s zingt, en het Nieuw Amsterdams Kinderkoor, dat een knap staaltje koorzang laat horen.

Hoewel ik dus gemengde gevoelens heb bij het werk zelf, valt de uitvoeringskwaliteit én het initiatief van Het Muziektheater om weer een kindvriendelijke opera op het toneel te zetten alleen maar toe te juichen. En het beste nieuws: het theater wil dit vaker gaan doen.

De Heksen van Venetië is op zondag 17 april nog tweemaal te zien. Zie voor meer informatie de website van Het Muziektheater.

Vorig artikel

Tenor Vincenzo La Scola overleden

Volgend artikel

Capriccio met Fleming in bioscopen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Maria
    17 april 2011 at 18:23

    Wij zijn vanmiddag geweest. Ik geloof dat we de enigen waren zonder kinderen bij ons, maar dat terzijde. We waren nieuwsgierig genoeg om deze ´kinderopera´ even te gaan zien. We zijn bepaald niet teleurgesteld en hebben regelmatig zitten gniffelen. De muziek is typisch Glass en ligt wat ons betreft prettig in het gehoor, werd ook goed uitgevoerd, en op het toneel was meer dan voldoende te beleven, al was dat scherm – hoe leuk ook – inderdaad wel een afleider. In de roos was de aria van de schoonmaakster: “Het leven is niet makkelijk. Wat doe je eraan? Ik neem een lekker wijntje, een heel lekker wijntje. En ik zing!” Om nog eens te herhalen als het weer eens tegen zit met de computer, het werk, het huishouden of het openbaar vervoer.