FeaturedOperarecensie

Salzburger festival brengt pakkende Salome

De nieuwe Salome die de afgelopen week tijdens de Salzburger Osterfestspiele gepresenteerd werd, is niet in één woord te vangen. Stefan Herheim heeft een pakkende enscenering gemaakt. De cast met Emily Magee in de titelrol is echter teleurstellend.

Emily Magee als Salome (foto: Osterfestspiele Salzburg / Forster).

Regisseur Stefan Herheim heeft op zijn eigen wijze een grootse interpretatie van Salome op het toneel gezet tijdens de Salzburger Osterfestspiele, die van 16 tot 25 april plaatsvonden. Hij gebruikt vele beelden, die op verschillende niveau’s, alleen en met elkaar, betekenis hebben en het publiek versteld doen staan, schrik aanjagen en in spanning houden.

Het begint al met het toneelbeeld. Ontelbare lampen verbeelden de sterrenhemel, vergezeld door een enorme maan die ook als projectiescherm fungeert. Een grote telescoop symboliseert het belang van het zien, het gezien worden, het voyeurisme. De telescoop focust vaak op personen die niet direct in het middelpunt staan, maar in het totaalplaatje van dat moment een belangrijke rol spelen. Een extra schijnwerper, zou je kunnen zeggen.

Herheims regie wordt verder bepaald door vele kleine details. Zo kijkt God met veel verschillende ogen naar het verhaal, een verhaal dat hij niet meer beïnvloeden kan. En de drie paren – Herodes en Herodias, Narraboth en de page (hier een vrouw) en Salome en Jochanaan – handelen heel parallel. Ze maken dezelfde bewegingen en doen dezelfde handelingen, waardoor duidelijk wordt dat het allen om dezelfde motieven gaat: geweld, macht en onderdrukking.

Dat verklaart ook waarom Herodes, Narraboth en Jochanaan in principe hetzelfde zijn. Ze dragen hetzelfde soort kostuum, alleen anders afgewerkt. Het symboliseert ‘de man’. Narraboth is nog jeugdig, met glitter en pailletten. Herodes ziet er al wat afgeleefder uit en Jochanaan is gesloopt. Maar ze stammen allemaal uit dezelfde klasse. Of algemener gezegd: ze zijn van dezelfde soort.

Dat geldt ook voor de dames. De page en Herodias zijn identiek gekleed (in het zwart) en zetten hun vrouwelijkheid in om voordeel te behalen. Salome is optisch anders, wit en blond, maar streeft uiteindelijk hetzelfde doel na: macht door middel van haar vrouwelijkheid.

De dans van de zeven sluiers, altijd een zenuwpunt in Salome, is geniaal opgelost: Salome projecteert door de telescoop haar evenbeeld op een scherm. Weer een symbool à la Herheim: de geprojecteerde fantasieën van Herodes worden werkelijkheid. Uit de projectie springen vervolgens zes hetzelfde geklede Salome’s, die zich verenigen met Salome tot zeven danseressen. Salome leunt echter verveeld op de telescoop: ze is volledig ongeïnteresseerd.

Het meest indrukwekkende moment is echter de ‘verschijning’ van Jochanaans afgehakte hoofd. Uit de put komt een gigantisch hoofd omhoog dat door de telescoop met een lichtcirkel omringd wordt: een heiligenkrans. ‘Kitschkunst’ op z’n best. Imponerend, verrassend en ontroerend.

Al deze ideeën en symbolen moeten echter van leven voorzien worden. En daarmee kom ik bij het teleurstellende deel van de avond: de zangers. Ik kan me niet herinneren ooit een voorstelling te hebben meegemaakt waarin ik zo weinig van de tekst gehoord heb. Hoewel de tekst mij volledig bekend is, is het haast onmogelijk te raden waar de zangers precies over zingen.

Dat het orkest soms veel te hard is, heeft hier slechts deels mee te maken. Volume en dictie zijn twee totaal verschillende zaken. Ook wanneer Simon Rattle en de Berliner Philharmoniker zich inhouden en de zangers tenminste te horen zijn, verandert er aan de onverstaanbaarheid niets.

De rollen zijn eenvoudigweg verkeerd bezet. Emily Magee’s volume is niet toereikend voor de rol van Salome. Men heeft de zangeres geen plezier gedaan met dit roldebuut. En wanneer Jochanaan (Iain Peterson) vanuit zijn put zingt, klinkt het alsof hij mijlenver onder het toneel staat.

(Foto: Osterfestspiele Salzburg / Forster)

De Herodes van Stig Andersen is theatraal goed, maar veel hoor je niet van hem. Hanna Schwarz (Herodias) heeft wel de juiste omvang qua volume, net als haar evenbeeld, de page van Rinat Shaham. Wat zij uit deze kleine rol haalt, is bewonderenswaardig. Pavol Bresliks Narraboth overtuigt eveneens. Hij geeft de op Salome verliefde kapitein een eigen gezicht.

Het orkest raakt vooral op grote hoogten als niemand zingt. De enorme verscheidenheid aan klanken en kleuren maken Salome op die momenten haast een symfonisch gedicht. Verder begeleidt Rattle de dramatische gebeurtenissen met dynamische spanning. Een goede basis voor het verhaal.

Als het orkest nu ook een perfect geheel had gevormd met de zang, was het plaatje compleet geweest. Maar dat bleef uit. Wat restte: een pakkende enscenering.

Marie-Theres Arnbom is correspondent van Place de l’Opera in Wenen. Ze is historicus, auteur, curator en cultuurmanager en heeft diverse boeken op cultuur- en muziekgebied geschreven. Zie www.arnbom.com.

Vorig artikel

Succesvolle Trovatore live in bioscoop

Volgend artikel

DNO voert voor het eerst kleuteropera op

De auteur

Marie-Theres Arnbom

Marie-Theres Arnbom

1 Reactie

  1. martin
    27 april 2011 at 12:12

    Zo beeldend omschreven klinkt dit als een heel intrigerende enscenering. Het maakt me nieuwsgierig naar de Jevgeni Onegin van Herheim in juni bij DNO!