FeaturedOperarecensie

Opera Zuid zet Elisir in de schoolbanken

L’elisir d’amore is een overbekende opera, maar komt bij Opera Zuid toch verrassend voor de dag. Het gezelschap plaatst de komedie op een middelbare school. In mijn ogen een zwakke update. Gelukkig maakt de sprankelende Adina van Kim Savelsbergh veel goed.

Kim Savelsbergh en Andrea Giovannini (foto: Opera Zuid).

Het naïeve boerendorp waar de verlegen Nemorino en de landeigenaresse Adina een idyllische romance beleven, moet in de productie van Opera Zuid (regie: Nicola Glück) plaatsmaken voor een middelbare school in jaren vijftigstijl. Nemorino is het kneusje van de klas, Adina het lekkerste ding, Belcore de bokstrainer en Dulcamara een eigenaardige scheikundedocent.

Het decor bestaat uit een eenvoudige stellage. Multifunctioneel, maar niet erg sfeervol. De sfeer moet vooral komen van de drukke lichtregie (Arjen Bijtelaar), de heerlijk groteske kostuums (Pia Oertel) en het spel van koor en solisten.

Wat dat laatste betreft: dat zit bij Opera Zuid eigenlijk altijd wel goed. Ik heb veel bewondering voor het jeugdige enthousiasme en de enorme dynamiek waarmee het gezelschap zijn producties brengt. De jonge artiesten laten de bühne altijd weer bruisen – deze Elisir niet uitgezonderd.

Toch denk ik dat Glück met haar update de plank misslaat. De hele avond probeer ik te ontdekken wat een school nu voor meerwaarde heeft voor deze opera, maar tot een antwoord kom ik niet. Sterker nog, het zwakt het verhaal eerder af. Dat het modern is, maakt me niet zoveel uit, maar de hedendaagse ‘equivalenten’ die Glück voor de dorpsbewoners, de soldaten, de kwakzalver en de anderen kiest, kloppen simpelweg niet.

Dulcamara is als docent geen buitenstaander die de boel kan manipuleren om hem vervolgens snel te smeren. Scholieren zijn niet zo naïef of onderontwikkeld dat ze zich in de luren laten leggen, een huwelijksaanzoek op een school is nogal vreemd (zeker van de bokstrainer), een erfenis maakt een schooljongen niet opeens voor alle meiden aantrekkelijk, kortom: het verhaal loopt nogal eens spaak.

Opera Zuid lost de vele botsingen tussen de enscenering en het libretto op door in de boventiteling brutaalweg een andere tekst te schrijven. Dat trucje past het gezelschap wel vaker toe, maar nu draaft het wel erg ver door. Er blijft van Felice Romani’s Italiaans – dat nog wel gezongen wordt – geen spaan heel. Alsof de boventitelaar een verkeerde stick in zijn laptop heeft geplugd. Ik vind het geen stijl.

Maar afijn, tot zover mijn azijn. Muzikaal valt er namelijk genoeg te genieten. In de eerste plaats van Kim Savelsbergh. De Nederlandse sopraan geeft een sprankelende vertolking van Adina. Ze speelt haar personage met een prachtige mengeling van zelfverzekerdheid en charme. En haar heldere stem domineert het toneel. Als ze in de finale haar liefde voor Nemorino bekent, laat haar zang je werkelijk wegsmelten.

Piotr Micinski (foto: Opera Zuid).

Ook Piotr Micinski (Dulcamara) komt mijns inziens sterk voor de dag. Soms ontbreekt het hem aan volume, maar zijn robuuste klank en speelse, komische articulatie maken hem geknipt voor de partij.

Minder geknipt vind ik Andrea Giovannini als Nemorino. Zijn zang klinkt mij te moeizaam en te zwaar aangezet. Zeker waar subtiliteit gevraagd is (zoals in ‘Una furtiva lagrima’ en in veel samenzang met Adina) kan hij het niet waarmaken. Zijn verder prima spel ten spijt.

Willem de Vries zingt een stoere Belcore. Zijn overdreven machogedrag pakt goed uit en dat versterkt hij met zijn stevige bariton. Heerlijk hoe hij zijn spel en zijn zang tot een perfecte eenheid smeedt.

Het Brabants Orkest geeft een levendige uitvoering onder leiding van Stefan Veselka. De tempi van de maestro lijken soms wat langzaam voor de solisten, maar dat is een opmerking in de marge. Donizetti’s muziek klinkt met veel nuance uit de bak, dat is wat telt.

L’elisir d’amore is tot en met 18 juni nog in acht theaters te zien. Verder wordt de opera op 5 juli semiscenisch opgevoerd in het Concertgebouw. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid.

Vorig artikel

Bijzondere Matinee van Der Sturm op cd

Volgend artikel

Scenische Jahreszeiten slaagt alleen muzikaal

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Laura
    10 juli 2011 at 19:57

    De boventiteling was inderdaad ronduit afgrijselijk. Ik snap tot op zekere hoogte dat je ook je operaboventitelingen een beetje leuk wilt brengen (soms zitten er grappen in het libretto die moeilijk over te brengen zijn via het medium van de boventiteling), maar als ik in de boventiteling zaken zie langskomen als “dude, ik stuur je wel een sms” of “die chick ziet me helemaal zitten” krommen mijn tenen zich wel heel erg.