AchtergrondCD-recensiesFeatured

Discografie: Idomeneo (1)

Mozarts opera Idomeneo is binnenkort op het toneel van Het Muziektheater in Amsterdam te bewonderen. Basia Jaworski belicht diverse opnamen van het werk uit 1781 in een discografie. In deel één de opera op cd.

W.A. Mozart

Goden! Hebben ze het ooit met ons, mensen, goed bedoeld? We werden door hen uitgelokt en opgehitst om daarna gesard en gestraft te worden, zonder dat wij ons konden verweren. Want: hadden wij een vrije wil? Het goddelijke besluit stond vast en wij konden ons niet aan het voor ons voorbestemde lot onttrekken. Dat staat allemaal te lezen in het dikke boek dat ‘De mythologie’ heet en waaruit de grootste (toneel)schrijvers, dichters, schilders en componisten rijkelijk hebben geput.

Neem nou eens de Trojaanse oorlog. Het is allemaal met een appel en een ‘Miss Godin-wedstrijd’ begonnen en daar werden honderdduizenden humane wezens de dupe van. De jury werd met de belofte van de liefde van de mooiste vrouw ter wereld omgekocht, maar er werd verzuimd erbij te vertellen dat ze al getrouwd was en dat haar man haar wel eens zou kunnen opeisen. Als niet goedschiks dan kwaadschiks.

De oorlog duurde maar liefst tien jaar en aan het eind waren zowat alle helden dood of werden ze door de goden, die immers de hele toestand veroorzaakt hadden, vervloekt. En denk niet, dat je nu rustig op adem kan komen, want na de oorlog kregen we met de heuse post–Trojaanse oorlogstrauma’s (ik verzin het niet hoor!) te maken en de goden waren nog steeds aan het twisten.

Idomeneo, koning van Kreta, keert naar zijn land terug, maar soepel gaat het niet. Hij belandt in een enorme zeestorm en belooft Neptunus het eerste wezen dat hij bij zijn terugkomst tegenkomt aan hem op te offeren. Laat het nou zijn eigen zoon, Idamante zijn! Oei!

Er wordt naar uitwegen gezocht, maar goden zijn natuurlijk slimmer. En dan hebben we ook nog eens een driehoekverhouding: Elletra (ja, de dochter van Agememnon) is naar Kreta gevlucht en verliefd op Idamante geworden. Maar dat is Ilia, de buit gemaakte dochter van koning Priamus van Troje, ook. Afijn – het verhaal, mocht u hem niet helemaal kennen, kunt u gewoon nalezen, wij gaan ons nu met de verschillende uitvoeringen van de opera bezighouden.

Persoonlijk heb ik Idomeneo nooit de sterkste opera van Mozart gevonden en ik had er eigenlijk nooit zo veel mee. Eén van de redenen dat mijn verzameling maar vier opnames van het werk telt: twee op cd en twee op dvd.

Nu, na herhaaldelijk luisteren en herluisteren, heb ik mijn mening moeten herzien. Nog steeds vind ik het verhaal behoorlijk statisch en eigenlijk gedateerd, maar de muziek is toch echt geniaal! Je hoort er al flarden Don Giovanni in en ook Così fan tutte is niet ver weg.

Cd

Sir Charles Mackerras
Om gelijk met de deur in huis te vallen: de in 2001 door EMI (9 482382) gemaakte opname onder leiding van Sir Charles Mackerras vind ik persoonlijk de beste. Het heeft wel één minpuntje, maar dat kan ook aan mijn persoonlijke smaak liggen. Daarover later meer.

Om met de kleinere rollen te beginnen: Anthony Rolfe-Johnson (Arbace) heeft een stem van puur goud. Het is meer dan een genot om naar hem te luisteren en daar kan ik nooit genoeg van krijgen.

Men kan zich alleen maar afvragen: waarom Arbace en geen Idomeneo zelf? Ja, ik weet dat hij de rol voor Gardiner heeft opgenomen, maar die opname ken ik tot mijn spijt niet. Het is ontzettend jammer dat ik die opname niet in de vergelijking mee kan nemen. Ik heb het gemist toen het uitkwam en Universal levert geen ‘oude’ opnamen meer uit.

Paul Charles Clarke is een fantastische Opperpriester, huiveringwekkend en toch menselijk tegelijk. La Voce wordt zeer indrukwekkend gezongen door de toen nog zeer jonge John Relya.

Barbara Frittoli is een prachtige Elettra. Gekweld, gekwetst en zinnend op wraak, maar uiteindelijk toch in haar rol berustend. Ik had graag wat meer drama gehoord, maar haar vertolking sluit mooi aan bij de visie van de dirigent.

De vertolking van Ilia door Lisa Milne is wellicht de mooiste die ik ooit gehoord heb. Wel lieftallig, maar nog meer liefhebbend en zeer zeker vastberaden. Haar sopraan is ‘vloeibaar’ – denk aan warme honing, maar dan wel met een pepertje. Daar past de warme, gekwelde mezzo van de betreurde Lorraine Hunt Lieberson als een handschoen bij. Samen klinken ze alsof ze inderdaad altijd een eenheid vormden.

En nu mijn minpuntje: de Idomeneo van Ian Bostridge. Nog niet zo ijdel, narcistisch en gemaniëreerd, wat zijn opnamen en optreden de laatste jaren zo ontzettend ontsierde, maar hij klinkt zo ontzettend gewoon! Geen getormenteerde koning, maar een buurman van ’the next door’. Hij zingt zuiver, maar zijn coloraturen zijn pover – dat ook nog eens voor iemand die uit de barokke hoek komt!

De partituur is zowat helemaal compleet, zelfs het ballet aan het eind ontbreekt niet. Meestal wordt het weggelaten, en wat mij betreft absoluut terecht. Het is niet anders dan een anticlimax en ik heb het, na een keer beluisteren, ook nooit meer aangehoord. Er is een summier boekje bij met de tracklist, maar het doosje bevat ook een bonus-cd met synopsis en het complete libretto.

James Levine
In 1996 heeft Deutsche Grammophon (4477372) de opera onder leiding van maestro James Levine opgenomen met zowat de grootste sterren van de Metropolitan Opera uit die tijd. Geen idee of het idiomatisch is, maar ik vind het HEERLIJK!

De gespierde directie van Levine haalt verborgen schatten naar boven en in geen andere uitvoering hoor je hoe vooruitstrevend de muziek is! De tempi zijn uiteraard fors, maar nergens gehaast en de meeste stemmen zijn overweldigend.

De rol van Arbace is merkwaardig genoeg bezet door een bariton. Nou lijkt het timbre van Thomas Hampson inderdaad meer op dat van een tenor en is hij in de hoogte mooier dan in de laagte, maar Mozart vroeg nadrukkelijk om een (lichte!) tenor. Maar storend is het niet, integendeel. Zeker ook omdat Hampson zoveel invulling in zijn rol van de vertrouweling van de koning weet te leggen.

Frank Loppardo is geen match voor Clarke bij Mackerras, maar hij houdt zich goed staande in de kleine, maar zeer zware partij van de Opperpriester. Bryn Terfel is meer dan een luxe bezetting van La Voce, van zijn geluid ga je vanzelf trillen van angst.

Carol Vaness (Elettra) klinkt verrassend lyrisch. Gelukkig pakt ze bij ‘Oh smania! O furie!’ lekker uit, precies zoals we van haar gewend zijn. Heerlijk! Ja, zij is een Elettra naar mijn hart!

Heidi Grant Murphy (Ilia) valt in het grote stemmenfestijn een beetje uit de toon. Haar poezelig timbre doet mij veel aan Kathleen Battle denken, niet echt mijn ‘kopje thee’.

Cecilia Bartoli is een zeer virtuoze Idamante, zeer overtuigend ook, al klinkt zij soms een beetje te vrouwelijk. Plácido Domingo’s Idomeneo is tot slot precies wat wij van hem verwachten: met zijn prachtige, warme tenor, zijn koninklijke voordracht en zijn betrokkenheid maakt hij van Idomeneo een zeer emotionele en voornamelijk zeer humane koning.

Vorig artikel

De Doelen huist 'Feest voor het lied'

Volgend artikel

Reisopera herneemt 'pretpark-Platée'

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

3Reacties

  1. martin
    7 november 2011 at 13:46

    Basia, het verbaast me wel dat je de Gardiner-opname niet kent. Hoe kun je die nu gemist hebben, hij is 20 jaar geleden met prijzen overladen en markeerde de rehabilitatie van deze naar mijn idee geniale (en meest persoonlijke) Mozart-opera. Het was altijd een kroonjuweel in mijn cd-kast maar nu ik hem onlangs opnieuw heb beluisterd, valt ‘ie me toch ietsje tegen. Je kunt merken dat de tijd niet heeft stilgestaan; Gardiners aanpak is wel extreem verzorgd en gedetailleerd maar ook enigszins afstandelijk. René Jacobs is in zijn recente opname minder evenwichtig maar vooral de recitatieven zijn bij hem veel spannender (hoewel met een overdadig versierde pianofortepartij).

    Rolfe-Johnson is bij Gardiner domweg geniaal met dat uit duizenden herkenbare timbre. Hij weet precies de juiste mix van adel, gekweldheid, warmte en autoriteit te treffen. Anne Sofie von Otter en vooral Sylvia McNair klinken me bij nader inzien helaas wat koeltjes in de oren. Hillevi Martinpelto (waar is zij toch gebleven?) is een opvallend lichtgetimbreerde Elettra, maar ze weet daarmee de kwetsbaarheid onder het arrogante masker goed hoorbaar te maken.

    Ik deel je bezwaren tegen Bostridge. Dan is Richard Croft bij Jacobs veel fraaier, hoewel ook hij absoluut niet kan tippen aan de volledige identificatie met de rol van Rolfe-Johnson. Tenslotte ken ik nog een opname met Pavarotti onder leiding van Sir John Pritchard maar daar ben ik toch iets teveel een purist voor… (Hopelijk vindt je het niet erg dat ik je vergelijking een beetje heb willen aanvullen).

  2. jantien buisman
    7 november 2011 at 14:43

    Het verbaast me telkens weer hoe makkelijk, vriendelijk, ja bijna gezellig met een zeer eigen stijl Basia Jaworski schrijft en breed haar kennis is. Bedankt!

  3. Ernest
    7 november 2011 at 16:44

    Goed dat de 2 opnamen die er echt toe doen toch nog aan bod komen. Gardiner was indertijd leading en Jacobs is dat nu. Terfel, Hampson en Domingo op 1 Mozart-cd? Die breekt onder het (over)gewicht.