FeaturedOperarecensie

Rappe Rosina blinkt uit in matige Barbier

Lege stoelen bij de Barbier, hoe is het mogelijk? Als dat soort titels al geen volle zalen meer trekken… De voorstelling van Internationale Opera Producties was weliswaar niet ijzersterk, maar meer bekijks had de productie – en zeker de opera – wel verdiend.

Carlo Alberto Gioja als Bartolo en Sonia Peruzzo als Rosina (foto: Rossen Donev).

Met Il barbiere di Siviglia sluit Internationale Opera Producties (IOP) zijn seizoen af. De komedie van Rossini kan een lust voor oog en oor zijn, maar vraagt daarvoor vocaal en theatraal wel veel van de uitvoerenden. Echt leuk komedie maken valt niet mee.

Zo bleek gisteravond in De Spiegel in Zwolle: het aantal lachers was schaars. De regie van Antonio Petris kon niet volledig aan de ‘eisen der komedie’ voldoen. Het decor functioneerde prima en de kleurige lichtregie (ook van Petris) zette een luchtige, passende toon. Maar in zijn personenregie liet de regisseur te veel kansen liggen voor humoristische scènes en wist de vaart er niet voortdurend in te houden. Het spel viel af en toe zelfs stil.

Het orkest van de Staatsopera van Varna uit Bulgarije wist daarbij evenmin voor opwindende dynamiek te zorgen. In volume en in frasering speelden de musici onder leiding van Stefano Seghedoni in mijn ogen vrij zwak. En ook de coördinatie tussen orkestbak en toneel liet wel eens te wensen over.

Eén groot pluspunt was er wel in de orkestrale begeleiding: de recitatiefbegeleiding door het klavecimbel was buitengewoon origineel en geheel geïntegreerd in het spel op het toneel. Verfrissend.

Voor de casting was IOP in Italië gaan kijken. Geen slecht idee. De hele avond klonk er kraakhelder, rap Italiaans op het toneel. De vocale kwaliteit liep daarentegen wat uiteen. Andrea Cortese was een prima Figaro, maar Adriano Gentili had als Graaf Almaviva moeite met zijn intonatie. Jammer, want aan muzikaliteit ontbrak het hem verder niet.

Naast de machtige bas van Antonio Marani als Don Basilio was het vooral Sonia Peruzzo als Rosina die mij fascineerde. Haar scherpe, nasale timbre was niet heel aantrekkelijk, maar van haar techniek sloeg je steil achterover. Haar hoge noten waren loepje zuiver (hoewel wat hard) en haar coloraturen waren indrukwekkend snel en raak.

Een optimale Barbier was het daarmee nog niet. Maar toch onderhoudend genoeg om meer dan een schamel aantal stoelen te vullen, zou je denken. Vraag me af waar dat gebrek aan interesse in zit.

Vorig artikel

Opera in de media: week 17

Volgend artikel

Onvergetelijke Comte Ory op dvd uitgebracht

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Susan
    26 april 2012 at 16:19

    Gisteren gezien in Nijmegen. Erg leuk, al kan ik me helemaal vinden in de kritische noten van het bovenstaande stuk. De moeite waard om te gaan zien!