FeaturedOperarecensie

Matinee primeurt met fletse Farnace

De Nederlandse première van Vivaldi’s Farnace, vanmiddag in de NTR ZaterdagMatinee, was minder opwindend dan met het oog op cast en componist verwacht had mogen worden. Aan rake noten en mooi stemmen was geen gebrek, maar de momenten van echt drama waren op één hand te tellen.

Max Emanuel Cencic zorgde voor het meeste drama in de titelrol.

Als de wereld eruit had gezien zoals Antonio Maria Lucchini het voorstelt in zijn libretto voor Farnace, waren er heel wat strijders tegen onrecht werkloos geweest. De opera verhaalt van a tot z van haat en wraak, maar als er in de slotscène eindelijk bloed lijkt te gaan vloeien, wordt iedereen als bij toverslag door vergevingsgezindheid gegrepen. Eensgezind voegen ze zich in een moraalzang over liefde en vrede.

Het is een knullig libretto. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de ZaterdagMatinee zich aardig wat coupures heeft veroorloofd. Ondanks dat zijn de emoties en dilemma’s waar de personages mee worstelen ‘invoelbaar’ genoeg om door getroffen te worden. Maar helaas kregen orkest en cast dat in mijn ogen te weinig gedaan.

Dat lag vooral aan een weinig artistieke maar toch zeer noodzakelijke voorwaarde: de verstaanbaarheid. En dan in alle opzichten. De dictie liet te wensen over en nagenoeg alle solisten hadden moeite om boven I Barocchisti uit te komen, terwijl het ensemble toch bescheiden bezet was. Maestro Diego Fasolis had zich soms wel wat in mogen houden, maar ik betwijfel of dat het probleem was. Het leek er eerder op dat de solisten hun stemmen niet juist door de orkesklank heen wisten te projecteren. Althans, vanaf het balkon gehoord.

Ook de beleving was niet altijd je van het – zowel in het ensemble als in de cast. Te veel scènes kabbelde vlak en kalm voorbij. Er waren slechts een paar uitzonderingen. Zo ging het bloed sneller stromen in ‘Gelido in ogni vena’, verreweg de bekendste aria uit Farnace, erg ontroerend gezongen door titelrolvertolker Max Emanuel Cencic. De countertenor blonk sowieso uit te midden van de cast. Met zijn stevige stem wist hij meestal wél te beroeren.

Ook het vurige ‘Da quel ferro ch’ha svenato’ van Berenice (een pittige Mary-Ellen Nesi) deed de boel opleven. Verder lieten de tenoren Emiliano Gonzalez Toro en Daniel Behle een paar fraaie hoge noten en frases horen. Maar dat was naar mijn idee niet voldoende om hun verder bleke of in het geval van Toro te zachte zang te compenseren.

Van Vivica Genaux (Gilade) had ik veel meer verwacht. De toch best bekende sopraan moest het hebben van een paar knappe staaltjes coloratuur, want verder konden haar wat geknepen sopraanklanken mij niet overtuigen.

Eenzelfde teleurstelling ervoer ik bij Sara Mingardo, eveneens een barokzangeres van naam. Haar stemschoonheid staat buiten kijf, maar ik vond dat ze van haar rol – de ongelukkige moeder/echtgenoot Tamiri – weinig wist te maken. Als er van iemand drama had kunnen komen, dan was het van haar.

Uit de instrumenten van I Barocchisti klonk geen onvertogen noot. En ik zal zeker niet ontkennen dat de musici enkele zeer verfijnde en gebalanceerde scènes wisten neer te zetten. Niettemin vond ik ook hen te netjes en te weinig kleurrijk klinken.

Bij mij overheerste dus de teleurstelling na afloop van deze ruim drie uur durende primeur. Maar het gros van het publiek dacht daar, gezien hun royale applaus en gejuich, kennelijk anders over.

Vorig artikel

Operadagen Rotterdam 2012 – Dag 8

Volgend artikel

Operadagen Rotterdam 2012 – Dag 10

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. Victor Baarn
    4 juni 2012 at 07:49

    Het libretto was inderdaad alles behalve sterk. Heb bij voorbaat ook niet eens de moeite gedaan om me in het verhaal te verdiepen of het te volgen. Allemaal van die goden die marmer schijten zei Mozart al in de film Amadeus.
    Muzikaal vond ik het echter heel boeiend, een doosje bonbons die opera. De ene mooie aria na de andere. En dat allemaal gezongen door schitterend mooie stemmen (ik had wat dat betreft iets minder met de klank van Daniel Behle).
    De verstaanbaarheid liet inderdaad te wensen over. Bij de oeverture viel me op hoe prachtig het toch klinkt in het Concertgebouw, maar toen er gezongen werd vond ik de balans veel minder. Ik weet dat aan het feit dat ik op het podium zat en dus schuin achter de zangers. Als je er recht voor zat in de zaal klink het waarschijnlijk beter. Overigens stond de tenor Emiliano Gonzalez Toro het verste bij mij vandaan maar van een te zachte stem heb ik bij hem geen last gehad. Niet anders dan de andere zangers wat mij betreft.
    Ik hoor dus bij het gros van het publiek wat er anders over dacht 😉

  2. Aard
    4 juni 2012 at 14:48

    Het klopt dat het libretto geen zinderend verhaal was. Maar..vaak komt het toch niet verder dan kommer en kwel. En dat was voldoende aanwezig.Ik ben het overigens niet eens met Jordi. Naar mijn mening was Cencic behoorlijk saai. Daar had ik meer van verwacht. Zijn “Gelido..”aria was echter mooi gedaan maar voor de rest kwam hij niet verder dan geschreeuw in de hoogte en een steeds opgehouden rechterhandje?? Jammer. Daarentegen vond ik Vivica Genaux prima presteren. Lekker ruw in de laagte en (meer dan de rest) klank tot aan het einde van de zaal. Ook de laagte van Mignardo vond ik roerend. Ook ik heb genoten en heb tot aan de laatste klap meegeklapt.

  3. Derrick
    13 juni 2012 at 15:07

    Uit de recensie, maar ook uit de reacties, blijkt dat het volume een euvel was. Wellicht heeft dit met de plaatsen van de criticasters te maken, aangezien mijns inziens het volume in balans was.

    Mee eens, Sara Mingardo was qua performance niet bijzonder, maar dat kan van (bijna) alle zangers gezegd worden. (De uitzondering daargelaten: Emiliano Gonzalez Toro, die tijdens de aria een rondje liep).
    Deze half concertante uitvoering werkt dit ook in de hand.

    De kritiek op Genaux kan ik mij voorstellen, maar coloraturen zingen is haar handelsmerk. Ze neemt niet voor niets een cd ´Pyrotechnics´ op.

    De stem van Cencic kan als ´gegil´ worden getypeerd, maar dat is mijns inziens onterecht. Dat hij geen volle, dragende stem heeft, is al langer bekend. Wellicht dat een vollere countertenor meer succes zou bereiken met de rol van Farnace.

    Daniel Behle was niet erg in vorm. Dit in tegenstelling tot Mary-Ellen Nesi. Wat een geweldige stem, wat een dramatiek! Zij verbaast vriend en vijand!

    Leuk dat de aria ´Gelido in ogni vena´ deel uitmaakte van het geheel. Jammer dat dit ten koste ging van ´Perdona o figlio amato´.

    In vergelijking met de cd vond ik het concert minstens zo interessant. De titel van dit artikel vind ik iets te negatief geformuleerd. Het was wel degelijk een succes!