CD-recensiesFeatured

Maak kennis met Battistoni en Kemoklidze

Andrea Battistoni. Onthoud die naam. En Ketevan Kemoklidze ook. De één is nog jonger dan de ander, en beiden hebben veel in hun mars. Battistoni als bevlogen maestro, Kemoklidze als de volgende Georgische ster in de dop. In een uit Parma laten ze luid en duidelijk van zich horen.

Het publiek van het Teatro Regio di Parma is streng en conservatief, zo leert het boekje bij deze Arthaus-dvd. Geheel tegen de gangbare praktijk in andere operahuizen in heeft het artistieke team in Parma ervoor gekozen die smaak te respecteren.

Regisseur Stefano Vizioli heeft een traditionele enscenering gemaakt, met vrolijke kleuren en prima functionerende decors. Wat je in het libretto leest, krijg je ook te zien. Voor de kenner misschien wat voorspelbaar, maar omdat Vizioli ook veel zorg besteedt aan het spel van de solisten, hoef je je beslist niet te vervelen. Zijn productie zit vol dynamiek en humor.

De enscenering biedt alle ruimte aan de solisten om zich vocaal en theatraal uit te leven. Wat ze dan ook volop doen. Stuk voor stuk weten de zangers hun tekst vocaal tot leven te wekken en hun karakters theatraal te laten sprankelen.

Ketevan Kemoklidze springt daarbij in het oog. De mezzo, winnares van de Zarzuela-prijs tijdens Operalia 2008, heeft ’the complete package’. Ze ziet er goed uit, weet je snel voor haar te winnen door haar sterke, sympathieke spel, beheerst het Italiaans uitstekend en beschikt over een prachtige stem. Haar bereik is imposant, haar klank royaal en haar expressie klaarhelder. Bovendien heeft ze precies die twinkeling in haar zang om van Rosina geen kasplantje maar een pittige, pientere dame te maken.

Gezien al deze eigenschappen zou het met niet verbazen als Kemoklidze op korte termijn in de voetsporen van haar landgenoten Nino Machaidze en Anita Rachvelishvili treedt en op grote internationale tonelen zal verschijnen.

Het licht van internationale faam begint langzaamaan al te schijnen voor Andrea Battistoni, dirigent van deze productie. Hij stond onlangs in Berlijn voor een concertante Trovatore met de nodige sterren en is deze zomer te gast in de befaamde Arena di Verona (tevens zijn geboorteplaats). En het meest opzienbarende: hij is nog maar 25 jaar.

Sinds vorig jaar is Battistoni vaste gast-dirigent bij het Teatro Regio en het resultaat dat hij met het huisorkest daar bereikt, is schitterend. Rossini’s aanstekelijke muzikale energie vindt zonder belemmeringen de weg naar je gemoed; de tempi en articulatie van Battistoni doen de partituur in zijn beste, meest blinkende vorm voor de dag komen. Een vieve, speelse interpretatie om volop van de genieten. Met als extra plus een zeer originele invulling van de recitatiefbegeleiding.

Naast deze onthoudenswaardige artiesten staat er meer talent op het toneel. Bruno Praticò (Bartolo) is een komiek pur sang en Luca Salsi een Figaro uit het boekje. Beiden brengen veel humor in hun zang aan.

Dmitry Korchak is sinds zijn Nemorino in Amsterdam (2009/2010) alleen maar beter geworden. Hij zingt de graaf met een heerlijk egale, gepolijste tenor. Misschien wat eenkleurig, ware het niet dat je daar door zijn technische hoogstandjes en geweldige hoge noten in het geheel geen acht op slaat.

Om eerlijk te zijn had ik in eerste instantie weinig verwachtingen bij een Barbier uit Parma. Die onderschatting werd echter flink gelogenstraft door twee fraaie jonge artiesten om in de gaten te blijven houden en, los van dat, een gewoonweg zeer vermakelijke voorstelling.

Vorig artikel

Berlijnse Bohème uit Sydney overtuigt

Volgend artikel

Romantiek en melancholie in Arabella

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.