BuitenlandFeaturedOperarecensie

Volksoper swingt in vrolijke Witwe

Operette en Wenen, ze horen bij elkaar. Zo bezien zou een Weense uitvoering van Die Lustige Witwe, één van de populairste operettes ooit geschreven, de operette-ervaring bij uitstek moeten zijn. Maar zo enerverend was het vrijdag 5 april in de Volksoper Wien niet. Vlot en vrolijk wel, en daarmee slaagde de avond toch.

Scène uit Die Lustige Witwe (foto: Dimo Dimov / Volksoper Wien).

De Volksoper Wien – een huis dat in 1898 als toneeltheater zijn geschiedenis begon – staat net iets buiten het toeristische centrum van Wenen. Het is één van de voornaamste operabestemmingen in de Oostenrijkse hoofdstad. Bovendien is het met zijn witte muren en hoefijzer-binnenste een alleraardigst ogende attractie.

Ieder seizoen voert de Volksoper meer dan honderd operettevoorstellingen op. Het gunt zichzelf op zijn website dan ook de titel van ’s werelds toonaangevende operettespecialist.

Met dat label in gedachten werd ik enigszins teleurgesteld door Marco Arturo Marelli’s kijk op Die Lustige Witwe, de populaire operette van Franz Lehár. Ik had verwacht dat een ’toonaangevend huis’ wel kon ontsnappen aan het wat duffe imago dat het genre heeft. Dat lukte echter maar ten dele.

Marelli volgde nauwgezet het libretto van Viktor Léon en Leo Stein uit 1905, maar gaf de ambassade van Pontevedro een look van een eeuw later: een chique, glitterende salon, met op de achtergrond een projectie van het lichtende stadsbeeld van Parijs. Het decor kon op tal van manieren draaien en keren, wat de regisseur gretig inzette.

Waar het decor allesbehalve suffig was, bevatte het spel naar mijn smaak meer flauwe grappen dan geslaagde en meer typetjes dan prikkelende karakters. Ik heb me altijd laten vertellen dat operette van oorsprong een gewaagde tak van sport was, uitdagend, net op de rand. Dit was eerder ‘gezellig’ en ‘knus’.

Wat het publiek in 1905 uitdaagde, daagt het publiek anno 2013 niet meer uit. Een zekere vertaalslag naar nu lijkt me dan ook noodzakelijk om het oorspronkelijke groteske, frivole karakter van een operette fris te houden.

Maestro Michael Tomaschek sprak met het Volksoper-orkest vanuit de bak wél frisse, levendige taal. Zijn interpretatie klonk recht uit het hart, had de juiste schwung en hield zo voortdurend de vaart in het verhaal.

De cast had veel operettekwaliteit in huis. Alexandra Reinprecht vond ik een goede keuze voor de rol van Hanna Glawari. Haar ietwat wobbelende, grote sopraan gaf haar personage de voetstukpositie die het in het verhaal heeft en ze acteerde uitstekend.

Alexandra Reinprecht te midden van haar bewonderaars (foto: Dimo Dimov / Volksoper Wien).

Haar vlam, Graf Danilo, werd gezongen door Marco Di Sapia. In mijn ogen enigszins eendimensionaal in zijn spel, maar in zijn zang uitstekend.

Opvallender vond ik Vincent Schirrmacher als Camille. Een krachtige tenor, met buitengewoon sterke, haast heroïsche hoge noten.

De humor moest vooral komen van Kurt Schreibnayer als Baron Mirko Zeta en Robert Meyer als ambassadeklerk. Meyer grapte erop los en oogstte vele lachsalvo’s uit de zaal.

Afgemeten aan die lachsalvo’s (meer dan bij andere operettevoorstellingen die ik me kan heugen) was de voorstelling een succes. En toegegeven, ondanks mijn twijfels bij een en ander, swingde de avond vlot en vrolijk voorbij.

Zie voor meer informatie de website van de Volksoper Wien.

Vorig artikel

De philharmonie zuidnederland is gedoopt

Volgend artikel

Talent speelt niemendalletje Wolf-Ferrari

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. c.horsmeier
    8 april 2013 at 12:20

    Nu hoor ik al jaren dat de Ned.Opera met kerst de Lustige Witwe wil gaan doen ,maar nooit is het ervan gekomen.
    Nu ook weer niet komen ze met de Speler rond de Kerst.
    Leuk en aardig allemaal maar is geen Fam.voorstelling zoals met Kerst hoort te zijn.
    Kom op met die Lustige witwe.

  2. Olivier Keegel
    11 april 2013 at 14:09

    Dit is een reprise. Ik was bij de première, ik meen in mei 2011. Regisseur Marelli werd door het Weense publiek genadeloos uitgefloten. Zijn politiek correcte trukendoos was dan ook weer van een tenenkrommend niveau. Bij voorbeeld: in “Das Studium der Weiber ist schwer” had hij “Weiber! Weiber! Weiber!” vervangen door “Männer! Männer! Männer!”. Met dat soort meelijwekkend gepruts moet je in Wenen niet aan komen. Daar wordt onmiddellijk doorheen geprikt. Daar wel.