AchtergrondFeaturedNieuws

Redactioneel: De impact van de Operadagen

Operadagen Rotterdam 2013 kwam afgelopen zondag tot een einde met OperaGala van de Nationale Reisopera. In een persbericht kon de organisatie die avond al melden dat 11.000 mensen het festival bezocht hebben en dat meer dan de helft van de voorstellingen uitverkocht was. Een terugblik op wat er door een kleine groep mensen tot stand werd gebracht.

Tussen de opening van de Operadagen in de Laurenskerk op 25 mei (foto) en de afsluiting met OperaGala van de Reisopera bezochten 11.000 mensen het festival.
Tussen de opening van de Operadagen in de Laurenskerk op 25 mei (foto) en de afsluiting met OperaGala van de Reisopera bezochten 11.000 mensen het festival.

Hoewel de afsluitende bijeenkomst, meteen na OperaGala, niet openbaar was, kan ik onthullen dat er patat met pindasaus was – ook culinair onderscheidt Operadagen zich van de mainstream – en dat er applaus klonk voor de vrij kleine staf medewerkers die het succes van het festival meebepaalden en voor directeur Guy Coolen. En niet te vergeten voor een groep die in geen enkele recensie genoemd wordt maar die onmisbaar is voor een festival als dit: de vrijwilligers die op allerlei manieren ondersteunen.

Alles draaide natuurlijk om de voorstellingen die dit festival kleur gaven, zoals het indrukwekkende Songs of War, de kleine maar rake Katja Kabanova en de festivalsuccessen De komst van Xia van Wunderbaum en Moby Dick van de Veenfabriek, dat bij veel mensen hoog scoorde.

Verrassend was de onvoorspelbare opkomst bij verschillende evenementen. Een heel toegankelijk openluchtconcert op de eerste dag werd aardig bezocht, maar bij de openingsvoorstelling in de Laurenskerk liep het storm met veel meer mensen dan voorzien. Daar ging het om een productie met stokoude muziek in een hypermoderne performance. Ook Leonore’s Fidelio, eigentijdse muziektheater/performance van het Kameroperahuis op een ongebruikelijke locatie, was volledig uitverkocht, zelfs al voor het festival begon.

Stof tot nadenken boden niet alleen de voorstellingen op de niet minder dan 22 locaties, ook het debat dat United States of Opera organiseerde voor muziektheater- en operamakers was het waard om nog even op terug te komen.

Het ging daar over impact, over wat opera doet met mensen. Is het entertainment, ga je om te checken of zangeres A. of zanger B. nog wel voldoende stem heeft voor een rol, controleer je of de regie geen coupures heeft gemaakt in de originele partituur of laat je je meevoeren? Is er herkenning bij de emoties op het podium, leer je iets, brengt het zelfs troost?

Er zal ongetwijfeld ergens in de tien dagen van Operadagen 2013 door iemand gezegd zijn dat Rotterdam ‘op de kaart is gezet’. Iemand heeft mogelijk met een vlot excelbestandje uitgerekend hoeveel meer omzet de horeca maakte en hoeveel extra hotelbedden zijn verkocht vanwege dit festival. De groep buitenlandse gasten uit de wereld van opera en muziektheater was – zo vertelde Guy Coolen – hoogst verbaasd over wat met zo weinig mensen en middelen tot stand werd gebracht.

Het effect van opera op de bezoeker, de mens in de zaal, dat is een interessant thema. Eén van de gasten van het debat vertelde over een Amerikaans theatergezelschap dat zijn publiek vroeg na de voorstelling mee te werken aan een korte peiling over het effect ervan. De vraag was: een hand voor je ogen, je andere in de lucht en met je vingers geef je antwoorden op een schaal van 1 tot 5 (vingers). Ze maakten foto’s van de zaal en bekeken later de uitkomsten van de peiling. Zo’n methode is op zich al theatraal, maar hij focust ook op de directe beleving van het publiek.

Wie in de adressystemen van theaters en festivals zit, kent ze vast wel, de internet-enquêtes van het theater. Een bureau heeft vragen verzonnen en wil dan weten of en aan hoeveel anderen u vertelt over uw theaterervaringen, welke kranten u leest en of u het theatergezelschap associeert met mannelijk of vrouwelijk, stoer of omzichtig. En soms is het nog platter: wat gaf u uit aan eten, vervoer, verblijf rond uw theaterbezoek?

Zou het niet veel mooier zijn – en ook geheel in lijn met wat opera, theater, muziek en zang vermag – als ze zouden willen weten: Was u ontroerd, moest u huilen? Voelde u herkenning? Was de voorstelling beklemmend of juist bevrijdend? Voelde u zich opgetild, meegevoerd, afgestoten of onverschillig door het verhaal? Vertelde de voorstelling voor u over de schoonheid en de troost?

Dat zijn vragen om, na een voorstelling, eens over na te denken.

Vorig artikel

Nijmeegse Orgelkring brengt operafestival

Volgend artikel

Sunken Garden is nuchter en afstandelijk

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

2Reacties

  1. Leen Roetman
    5 juni 2013 at 11:37

    Ja dat zouden mooie vragen zijn Francois! Emoties zijn echter lastig kwantificeerbaar. En in het huidige tijdsgewricht gaat het om getallen en geld.

  2. Gerard
    5 juni 2013 at 11:53

    Maar het zou wel een goed idee zijn; ik word zelf doodziek van enquetes die je van alles vragen maar niet waar het echt over gaat: werd je geraakt? En waardoor precies? En: waarvoor bezoek je uitgerekend die en die voorstelling. Dan krijg je als organisator toch ook een inzicht.