BuitenlandFeaturedOperarecensie

Essen: afscheid van een cultvoorstelling?

Het seizoen in Essen wordt afgesloten met twee voorstellingen van Die Frau ohne Schatten. Hiermee neemt intendant en dirigent Stefan Soltesz, na zestien jaar zijn dubbelfunctie te hebben bekleed, afscheid van het Aalto-Musiktheater. Vrijdag 12 juli was de eerste van de twee voorstellingen: een geweldige avond.

Scène uit Die Frau ohne Schatten (foto: Bernd Schmidt).
Scène uit Die Frau ohne Schatten (foto: Bernd Schmidt).

Die Frau ohne Schatten ging in 1999 in première en is sindsdien uitgegroeid tot Soltesz’ visitekaartje, zeker binnen de door hem opgezette Strauss-cyclus. De productie werd de afgelopen dertien seizoenen regelmatig herhaald en heeft onder liefhebbers een uitgesproken cultstatus verkregen.

Vreemd genoeg wordt Soltesz’ vertrek op de valreep enigszins ontsierd door wat onenigheid. Zo wilde de stad hem tot eredirigent van de Essener Philharmoniker benoemen, maar naar verluidt kwam daar zo veel verzet tegen vanuit het orkest dat dit niet is doorgegaan. Alle geplande gastoptredens voor komend seizoen heeft Soltesz nu ook geschrapt.

Van deze spanningen was tijdens de voorstelling afgelopen vrijdag echter niets te merken. Dirigent en orkest acteerden op het hoge niveau dat ik van hen gewend ben.

Fred Berndts productie van Die Frau is uitgesproken eclectisch. De inspiratie is duidelijk oosters, in de uitwerking zien we zowel expressionistische als Jugendstil-accenten. In vergelijking met de relatief simpele productie in Düsseldorf, waar ik drie maanden geleden over schreef, is deze enscenering bijna overweldigend te noemen. Maar goed, daar is de afgelopen dertien jaar al zo veel over geschreven, dat laat ik verder maar.

Wat mij zo aanspreekt bij repertoiregezelschappen als die in Essen en Düsseldorf is de lange levensduur die geslaagde producties wordt gegund. Denk bijvoorbeeld aan de Ring van Kurt Horres in Düsseldorf, waarvan Die Walküre na ruim 20 jaar nog zo nu en dan op het programma komt te staan. Zo ook deze Frau in Essen: het zou regelrechte kapitaalvernietiging zijn om deze af te voeren.

Operafan Fred Lingen, die er afgelopen vrijdag natuurlijk ook bij was, wist me te vertellen dat de nieuwe intendant, Hein Mulders, al wel had aangeduid welke producties in zijn ogen geen genade konden vinden. Daaronder Das Rheingold, Götterdämmerung en de zeer recente en door velen als mislukt beschouwde Parsifal. Wat mij betreft mag de Salome daar ook wel aan toegevoegd worden. Hopelijk kan Die Frau wel genade vinden in de ogen van de nieuwe chef.

Vergelijk ik de voorstelling in Düsseldorf met die in Essen, dan moet me van het hart dat Düsseldorf over het geheel genomen iets beter bezet was. In Essen gaven met name wat oudere zangers acte de présence en dat was toch wel een beetje te merken.

Zo was daar de 70-plusser Franz Grundheber in de rol van Barak. Hij sloeg zich er goed doorheen, maar kon me Tomasz Konieczny niet doen vergeten. Doris Soffel vertolkte de rol van Die Amme. Eigenlijk is die rol te zwaar voor haar geworden maar, met haar geweldige bühneprésence compenseert ze dit volledig. ‘Immer viel Beifall für die Doris, auch in Essen.’

Scène uit Die Frau ohne Schatten (foto: Bernd Schmidt).
Scène uit Die Frau ohne Schatten (foto: Bernd Schmidt).

Die Kaiserin kwam voor rekening van Silvana Dussmann; redelijk overtuigend over de hele linie met hooguit een paar zwakke momenten in de hoogte. Hier gaat mijn voorkeur echter heel duidelijk uit naar Düsseldorfs Morenike Fadayomi.

Caroline Whisnant, eerder in Essen te horen als Brünnhilde in Götterdämmerung, was in mijn beleving de zwakste schakel in het geheel, en dat is geen leeftijdskwestie. Uiteraard is ze met name in het eerste deel van de opera voornamelijk aan het schreeuwen en schelden, maar verderop krijgt Die Färberin wel degelijk de gelegenheid om zich van haar lyrische kant te laten zien. Daarin klonk Whisnant toch wel een beetje dun en schel klinkt. Niettemin een ruime voldoende.

Komend seizoen staat in Essen Bellini’s La Straniera op het programma, een interessante keuze en een must voor alle belcantoliefhebbers. Verder wordt de zeer geslaagde Ariadne auf Naxos, die vorig seizoen in première ging, hernomen en keren ook twee Wagners terug: Der fliegende Holländer en Tristan und Isolde. Daarmee wordt het Wagner-jaar afgesloten, waarvan het zwaartepunt qua programmering feitelijk al in de twee vorige seizoenen viel.

Tot slot nog een tip voor de fans van Karin Strobos: ze treedt in maart en april op als Charlotte in twee voorstellingen van Werther. Iets om te onthouden.

Vorig artikel

Opera in de media: week 29

Volgend artikel

Seizoen Theater Aachen 2013/2014

De auteur

Peter Franken

Peter Franken