FeaturedOperarecensie

De Negende besluit Robeco SummerNights

Met twee symfonieën van Beethoven besloten het Residentie Orkest en Lawrence Renes zaterdagavond voor een uitverkocht Concertgebouw de Robeco SummerNights 2013. Renes dirigeerde de Eerste en de Negende energiek, groot in gebaren, maar ook onevenwichtig. De solisten, waaronder tenor Frank van Aken, waren uitstekend.

Het Residentie Orkest in het slotconcert van de Robeco SummerNights 2013 (foto: Ronald Knapp).
Het Residentie Orkest in het slotconcert van de Robeco SummerNights 2013 (foto: Ronald Knapp).

Het Residentie Orkest heeft het het afgelopen jaar niet gemakkelijk gehad. Door de bezuinigingen moest het orkest inkrimpen en in een andere samenstelling de draad weer oppikken. Standvastig word je daar niet van. En dat was ook te merken afgelopen zaterdag onder Lawrence Renes. Hoe flink hij ook dirigeerde, geheel afgewogen klonk het niet.

Ludwig van Beethoven (1770-1827) was dertig toen hij zijn Eerste symfonie (1800) in Wenen liet horen. Hij verraste zijn toenmalig publiek met een onorthodoxe opbouw. Zo wordt in het eerste deel het spelen van het hoofdthema uitgesteld en wisselen de toonsoorten vaker dan gebruikelijk. Bij het Residentie Orkest klonk het begin vooral wat ongeordend, daarna weer voorzichtig. Pas in de doorwerking nam het orkest meer ruimte en werd het stuk speelser.

In het derde deel zit een menuet. Deze Italiaans barokdans heeft Beethoven zo gecomponeerd dat je er niet op kan dansen. Tijdens het concert viel in dit deel met name de stevig gespeelde versnellingen van de violen op. Het ‘vrolijk de wijde wereld intrekken’-gevoel wat het laatste deel oproept wist Renes in levendig tempo en opgewekt goed over te brengen.

In 1824 voltooide Beethoven zijn geniale Negende symfonie, toen hij al geheel doof was. Bij de première stond de componist zelf te dirigeren, maar ergens naast hem moet een assistent gestaan hebben die hem hielp. De overlevering vertelt dat het orkest niet Beethovens aanwijzingen moest opvolgen maar die van de assistent.

De Negende heeft een koorfinale met tekst van de dichter Friederich von Schiller: ‘An die Freunde’. Naast het koor zingen vier solisten mee: alt, sopraan, tenor en bariton. Het stuk duurt maar liefst een uur en kenmerkt zich door grote dynamische verschillen, stevige emoties en lyrische muzieklijnen. Een romantisch karakterwerk.

Uitstekend bracht het Residentie Orkest het thema met de nodige aanzwellende muziek in het eerste deel, al kreeg de blazerssectie hierin af en toe minder speelruimte dan de luid spelende strijkers.

Beethoven wil de luisteraar in het ‘Adagio molto e cantabile’ met warme melodielijnen meevoeren en hem verrassen met harmonieuze blazersolo’s. We werden zaterdagavond meegevoerd, het spel was innemend en krachtig, maar niet vol van romantische lyriek. Daar miste je toch de verfijning voor.

Frank van Aken (foto: B. Aumüller).
Frank van Aken (foto: B. Aumüller).

Het blijft indrukwekkend, wanneer de celli en de contrabassen in het laatste deel het thema ‘Alle Menschen werden Brüder’ spelen. Hetzelfde vocale deel werd uitgevoerd door het Nederlands Concertkoor, een groot gezelschap van amateurzangers. Een leuk, enthousiast gemengd koor, dat een enkele keer in de voluit gezongen passages wat minder verstaanbaar klonk, maar wel met duidelijk overheersende mannenstemmen.

De solisten waren voor het koor gezet en na mijn idee hadden ze beter naast de dirigent geplaatst kunnen worden. Het zou het evenwicht en de verstaanbaarheid ten goede zijn gekomen. In het begin van het slotstuk zong bariton Juha Uuslitalo. Deze Wagner-zanger heeft een krachtig, blinkend stemgeluid en wist de woorden prima verstaanbaar over te brengen.

Dat gold ook voor tenor Frank van Aken. Met het indrukwekkende ‘O Freunde, nicht diese Töne’ wist hij het luide koor even later nog te overstemmen.

De Zweedse sopraan Emma Vetter liet zich in het solokwartet ook duidelijk horen. Ze heeft een fantastisch volume en is sterk in frasering. Mezzosopraan Kai Rüütel is geen onbekende in Nederland. Ze heeft gestudeerd in Den Haag en schitterde al in diverse rollen bij het Royal Opera House in Londen. Fraai en degelijk van toon zong ze, in samenzang met Vetter, haar spaarzame passages.

Met een zeer snel tempo werd de symfonie afgesloten. En daarmee ook de Robeco SummerNights van dit jaar, die met ruim 72.000 bezoekers weer meer mensen trok dan vorig jaar.

Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

Tobias Picker maakt Stephen King-opera

Volgend artikel

De tijd vliegt in fantasierijke Siegfried

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.