FeaturedOperarecensie

Magee’s Letzte Lieder komen niet uit de verf

De Amerikaanse Emily Magee debuteerde woensdagavond bij het Koninklijk Concertgebouworkest in werk dat voor haar nog redelijk nieuw is, de Vier letzte Lieder van Richard Strauss. Met de hoge noten zat het goed, op andere punten scoorde ze lager.

Emily Magee (foto: Johannes Ifkovits).
Emily Magee (foto: Johannes Ifkovits).

Het zal wel een onbedoelde plagerij van de programmeur zijn geweest dat het Concertgebouworkest net voor de nogal warm-romantische Vier letzte Lieder van Strauss met Sechs Stücke für Orchester van Webern opende. Die stukken componeerde Webern een jaar of twintig voordat Strauss zijn laatste liederen op papier zette in Garmisch-Partenkirchen, waar hij zich na de oorlog vestigde.

Het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO), dat dit jubileumjaar over de continenten raast, nam onder leiding van gastdirigent Daniel Harding de tijd en de concentratie voor de subtiele klanken die Webern, ‘hardcore Weense School’, in 1909 noteerde en in 1928 reviseerde. In het werk, opgedragen aan zijn leermeester Arnold Schönberg, liet hij vooral blazers en percussie werken, de strijkers hadden niet veel te doen.

Zo subtiel als het orkest ook speelde, tegen het hoestgeweld van het publiek kon het nauwelijks op. Alsof de bus uit Davos was voorgereden werd er – doorgaans zonder ook maar te proberen wat te dimmen – stevig door de fraaie muziek heen geblaft.

Tegen de modernistische klanken van de Sechs Stücke steekt het laatste opus van Richard Strauss wat braaf af. Zijn muzikale vernieuwing zit meer in zijn eerdere werk dan in de golvende romantiek van de orkestliederen. Die behoren wel tot het lievelingsrepertoire van heel veel mensen. De zesde plaats in de top 300 van de Hart & Ziel Lijst die Radio 4 deze week brengt, bewijst dat.

De Vier letzte Lieder klonken in 2011 voor het laatst bij het KCO, toen Anja Harteros ze tijdens de kerstmatinee zong. En in 1964 stond de gouden combinatie van dirigent Georg Szell en sopraan Elisabeth Schwarzkopf met dit repertoire in het Concertgebouw. Dat moet een gedenkwaardige avond geweest zijn.

De uitvoering die Emily Magee gaf afgelopen woensdagavond zal, vrees ik, niet tot die categorie gaan behoren. De Amerikaanse maakte haar debuut bij het KCO. Hoewel veel operawerk van Strauss op haar repertoirelijst staat (Ariadne, Daphne, Arabella), waren de vier liederen nieuw voor haar. Dat verklaarde de partituur die bij de uitvoering voor haar stond.

Het lijkt me een spannend begin voor een solist: slechts een paar maten speelt het orkest en dan moet je er staan, met alleen je stem, die het meteen perfect moet doen. “In dämmrigen Grüften träumte ich lang…” Woensdag moesten orkest en soliste duidelijk even aan elkaars tempo wennen; dat leek aan het begin te ontsporen.

De uitvoering, dat moet ik toegeven, stond als een huis. Een huis met een fraai dak, maar zonder fundament. In de hoogte was Magee luid en duidelijk te horen, maar alles daaronder drong niet door tot in de zaal – in elk geval niet tot waar ik zat. In het grootste deel van de liederen was ze dan ook niet te verstaan. Af en toe waren de woorden uit die toch heel fraaie teksten van Hesse en Von Eichendorff te horen, maar verder was de verstaanbaarheid matig. Scherpe s’en kwamen wel door, maar klinkers vielen weg.

Magee kwam niet echt los van de tekst en dat leverde een uitvoering op zonder veel gevoel en expressie. In het derde lied, ‘Beim schlafengehen’, werd het wat beter, maar juist het laatste lied, ‘Im Abendrot’, dat zo veel ruimte biedt voor een solist om de tekst neer te zetten, kwam matig uit de verf.

Misschien is het te veel gevraagd van een zangeres om in een zaal als die van het Concertgebouw volume én verstaanbaarheid én expressie voldoende aandacht te geven. Magee heeft een opmerkelijk succesvolle carrière in de VS en vooral in Europa, maar de conclusie van haar optreden in Amsterdam is voor mij dat ze die status tijdens dit concert niet volledig waarmaakte.

Het concert, dat op donderdag 17 oktober herhaald wordt, is opgenomen door Radio 4 en wordt op zondag 17 november om 14.15 uur uitgezonden in het Zondagmiddagconcert.

Zie voor meer informatie over de concerten in het Concertgebouw de www.concertgebouw.nl.

Vorig artikel

Christie dirigeert 'Le jardin de Rameau'

Volgend artikel

Stotijn en Stotijn delen 'humor en adem'

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

20Reacties

  1. 17 oktober 2013 at 19:28

    “Misschien is het te veel gevraagd van een zangeres om in een zaal als die van het Concertgebouw volume én verstaanbaarheid én expressie voldoende aandacht te geven.”

    Nee hoor Francois, dat is niet teveel gevraagd!

  2. Gerard
    18 oktober 2013 at 07:56

    ”Dat verklaarde de partituur die bij de uitvoering voor haar stond.”
    Foei, als je als zangeres deze liederen van de top 5 (niet denigrerend bedoeld overigens) op je repertoire zet, moet je die partituur niet meer nodig hoeven hebben. En om nu weer deze liederen te programmeren getuigt van gebrek aan creativiteit. En over dat geblaf…schandalig, ik zou er als dirigent op reageren, juist de fragiele muziek van Webern verdraagt alleen maar geconcentreerd luisteren. Misschien had Harding (of iemand die dat goed kan) van te voren iets over deze stukken moeten zeggen zodat het publiek geprikkeld wordt (en dan niet door hoesten) en waardoor de concentratie er al vanaf het begin kan zijn. Er wordt te makkelijk aangenomen dat veel mensen dit eerder hebben gehoord, en in programmaboekjes bladeren tijdens de muziek is ook zo onbeschoft.

  3. Onno
    18 oktober 2013 at 09:14

    Tja, je kunt moeilijk een dokter bij de ingang zetten die verkouden mensen de toegang weigert. Maar het blijft (voor mij althans) een raadsel waarom het in het Muziekgebouw aan ’t IJ zoveel stiller is als in het Concertgebouw.

  4. Gerard
    18 oktober 2013 at 09:51

    Het heeft alles met fatsoen te maken, als je weet dat je verkouden bent ga je gewoon niet. En ik heb wel een soort van vermoeden waarom het in het IJ gebouw stiller is dan in het Concertgebouw, ander publiek misschien oei…nu zeg ik niks meer

  5. Anna K
    18 oktober 2013 at 10:01

    wat mij echt opvalt – in de bioscoop hoest niemand. Merkwaardig, niet waar?

    Ooit heb ik een concert meegemaakt waarbij Mischa Maisky drie kleine stukken voor cello van Webern vertolkte. Hij vroeg nadrukkelijk om stilte en toen het afgelopen zei hij: “Omdat het voorbij was voordat u het goed hebt kunnen horen ga ik ze nog een keer spelen” en dat deed hij. Het publiek was muisstil.

    En ik ben het met Gerard eens: als je verkouden ben ga je niet!

  6. Gerard
    18 oktober 2013 at 10:11

    @Anna K: mooi voorbeeld! soms moet je gewoon even aandacht vragen, zeker als het zogenaamde stille muziek betreft. En een beetje info vooraf (niet als inleiding voor het concert) van nog steeds nieuw klinkende muziek als dat van Webern kan geen kwaad. Het klinkt wat belerend en kinderachtig, maar je mag er best iets voor doen om je publiek bij de les te krijgen.

  7. 18 oktober 2013 at 10:20

    Ach, over zo’n partituur kan ik me niet zo druk maken. Ook als je het repertoire beheerst is het spelen met een ander orkest & dirigent altijd weer spannend. Zeker omdat er meestal alleen maar een generale is en dan meteen het concert, er is dus praktisch geen tijd om op elkaar ingespeeld te raken.

    Wat ik erger vind is dat de zangeres weinig expressie & inleving heeft getoond. Dat kan nl. ook mét de partituur voor je neus. Juist deze liederen hebben zoveel schakeringen, die natuurlijk naarmate je de liederen vaker zingt meer gedifferentieerd worden, maar daar moet toch écht ook de eerste keer wel iets van over kunnen komen.

  8. monique
    20 oktober 2013 at 12:07

    Dat hoesten kan inderdaad heel storend zijn. Ik zat vrij vooraan en heb daar nauwelijks iets van gehoord. Wel hoorde ik dat mevrouw Magee erg hard zong, op mijn plaats was het beslist te hard en zij drukt zo op haar stem dat het onaangenaam was. Inderdaad goede hoge tonen maar haar laag zit niet lekker. Ik hoord meer een wagner dan een (strauss)Lieder zangeres. Pas in de toegift; Morgen, leek de spanning weg te vallen en daar was muziek. Ik had zoiets van: Meid, dat andere noemen we dan inzingen en doe het nu nog eens. Heel jammer… Ik twijfelde om in de pauze weg te gaan en had dat beter kunnen doen.

  9. Pieter K. de Haan
    20 oktober 2013 at 13:52

    In mijn studietijd heb ik eens het boek “Hoe hoort het eigenlijk?” van Amy Groskamp-ten Have gelezen en daarvan o.m. onthouden, dat men, bij verkoudheid, concertzaal, schouwburg e.d. behoort te mijden. Nu zal dat boek wel niet meer verkrijgbaar zijn, maar de moderne versie daarvan “De dikke Ditz – Hoe hoort het eigenlijk?” van Reinildis van Ditzhuyzen is dat wél. Maar wie is in deze tijd – waarin alles moet mogen en kunnen – nog geïnteresseerd in zoiets hopeloos ouderwets als etiquette? Afgelopen dinsdag was het bij “Tristan und Isolde” in de Utrechtse Stadsschouwburg ook weer raak. Misschien helpt het ronduit te stellen, dat het van gebrek aan beschaving getuigt c.q. asociaal is om, al hoestend, uitvoerenden en medebezoekers tot last te zijn!

  10. Onno
    20 oktober 2013 at 16:00

    Misschien ligt er ook een (stukje) verantwoordelijkheid bij de organisator van het concert. Bv. door iets als een tegoedbon beschikbaar te stellen aan mensen die een kaartje hebben gekocht en verkouden zijn. Wellicht nodigt dat uit tot het niet bezoeken van het concert.

  11. Pascal
    20 oktober 2013 at 17:01

    Mijn eigen ervaring met hoesten en kuchen is dat het veel met concentratie te maken heeft, als je er echt bij bent dan hoef je eenvoudigweg niet te hoesten, zo simpel is het, tenzij je een zware verkoudheid hebt, dan blijf je gewoon thuis. Als regelmatige concertbezoeker heb ik me regelmatig verbaasd over het hoest ’tussen de delen’. Waarom breekt met massaal uit in onbeschoft geblaf? hebben we dat al die tijd in zitten houden? Kom op, het is een ziekelijke neiging om zich te uiten, ofwel: ik hoest,dus ik besta.

  12. d, tecker
    20 oktober 2013 at 23:17

    Jaren geleden las ik op de site van BBC 3 een geestige en zeker ook voor het Nederlandse publiek toepasselijke opsomming van de ergernissen, die hierboven worden geuit. Het artikel luidt:
    The Ten Commandments for concert-goers en staat ook op de site van Andreas Scholl.

    http://www.andreasschollsociety.org/Dictionary.htm#J

  13. Pieter K. de Haan
    21 oktober 2013 at 15:14

    Het wat oudtestamentisch aandoende Engels maakt “de 10 geboden voor concertbezoekers” wat moeilijk leesbaar, maar ik vrees, dat dat niet het enige is waardoor deze discussie over de hoestplaag haar doel mist: diegenen, die het aangaat nemen er geen kennis van of hebben er geen boodschap aan. Er is een tijd geweest, dat in programmaboekjes te lezen viel “hoesten verstoort de concentratie enz.”. Waarom dat niet meer het geval is weet ik niet. Niet omdat het hoesten inmiddels is afgenomen. Misschien moet het maar opnieuw – vet gedrukt en met grote letters – worden vermeld. Overigens is het hoesten nu eens niet typisch Nederlands. In de opera van Luik kunnen ze er ook wat van.

  14. kersten
    21 oktober 2013 at 16:52

    `Verantwoord` hoesten hoeft nauwelijks op te vallen. Het is een kwestie van gebrek aan empathie, om het netjes te zeggen. Vergelijk het met dat wezenloos gewapper met programmaboekjes bij wijze van waaier waarmee liedzangers zich op zomeravonden geconfronteerd zien.

  15. Loesje
    21 oktober 2013 at 21:14

    Is geen van u bekend met het fenomeen kriebelhoest? Dat is net zoiets als plotseling opkomende jeuk aan het puntje van je neus als je beide handen vol hebt. Mensen die daar last van hebben hoesten even tijdens een onderbreking om het risico te vermijden later het hoesten niet meer in te kunnen houden. Kwestie van beleefdheid derhalve, heeft ook niets met verkoudheid te maken.
    Voorts reageren veel mensen licht allergisch op lucht die door een airco wordt uitgeblazen. Dat helpt ook niet echt.
    Het is lastig maar veel concertbezoekers kunnen er niet veel aan doen. Gewoon proberen zo onopvallend mogelijk te kuchen.

  16. Leen Roetman
    21 oktober 2013 at 21:21

    Rattle dirigeerde ooit die Jahreszeiten in de Doelen. Hij instrueerde het publiek zo min mogelijk te kuchen en als het echt niet anders kon dat in een zakdoek te doen (vervolgens deed hij dat zelf voor). Het was het hele concert opvallend stil, behalve tussen de delen natuurlijk…

  17. Pascal
    21 oktober 2013 at 21:24

    @Loesje Ik heb ook wel eens last van zo’n kriebelhoest, maar dan nog, zal ik het niet uiten, ik loop rood aan, de tranen biggelen over mijn wangen, ik begin te zweten, ik denk dat ik stik…de aderen zwellen op…maar ik zal niet hoesten, ik concentreer me nog harder op de muziek, et voila, op het moment dat ik denk flauw te gaan vallen, is het over… con-cen-tra-tie!

  18. kersten
    22 oktober 2013 at 09:35

    T.a.v. Loesje e.a.: omdat mijn vrouw op de meest onverwachte momenten geplaagd kan worden door zo`n kriebelhoest, neemt ze voor aanvang van de voorstelling doorgaans met succes een tabletje Roter Noscapect (drogist). Bovendien zijn onze plaatskaarten zekerheidshalve altijd vergezeld van wat zachte (d.w.z. niet scherpe) drop.

  19. kersten
    22 oktober 2013 at 10:44

    P.S.: ook inzetbaar bij burengerucht.
    (Waar Magee`s Letzte Lieder al niet goed voor kunnen zijn!)

  20. 22 oktober 2013 at 21:32

    Inderdaad Loesje, die airco is een goeie, daar heb ik ook altijd last van!