AchtergrondFeatured

In het voetspoor van de avondregisseur

De Nederlandse Reisopera reist. Gezien de naam is dat vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf. Een reizende productie is een flinke operatie. Op elke locatie moet gespeeld worden zoals de regisseur het bedoeld heeft. Daarvoor zorgt de avondregisseur. Place de l’Opera liep een dag achter hem aan.

Toneelbeeld uit The Fairy Queen (foto: Leo van Velzen).
Toneelbeeld uit The Fairy Queen (foto: Leo van Velzen).

Het is half vijf in de middag als Gable Roelofsen van het station in Den Haag naar het Lucent Danstheater loopt. Gable is acteur/regisseur bij zijn eigen gezelschap Het Geluid en zal komend seizoen de rol van Tobias Ragg zingen in Sweeney Todd bij de Reisopera. Bij The Fairy Queen is hij assistent-regisseur.

“Assisteren bij regie is voor mij een prima manier om ‘kilometers’ te maken bij een ervaren rot in het vak”, vertelt hij. “Het is lekker met je voeten in de modder te staan. Veel regisseurs leren het vak met assistentschappen.”

Op de locatie is het zijn taak de uitvoering zo goed mogelijk te laten verlopen volgens het concept dat in Enschede is ontwikkeld. “Ik heb een lijstje met artistieke aandachtspunten”, vertelt hij terwijl we de artiesteningang van het Lucent Danstheater opzoeken. “Er zijn in elk theater van de tour heel veel praktische zaken om op te letten die daarmee samenhangen.”

Zijn dag is al eerder begonnen, want vanaf een uur of negen is hij stand-by voor onvoorziene zaken. Als een zanger ziek is of geen stem heeft, wordt als eerste de avondregisseur gebeld. Die neemt actie, bekijkt de mogelijkheden en besluit in overleg met onder andere de directie hoe het probleem wordt opgelost.

Zo’n telefoontje kan tot een hele keten acties leiden en de spanning van de voorstellingsdag stevig opvoeren. “Zoiets hadden we op de dag dat we in Heerlen speelden”, vertelt Gable. “Eén van de countertenors belde die ochtend. Hartstikke ziek, niet in staat tot optreden. Hij zong ook koorstukken mee, dus onze eerste actie was zijn koorpartijen te verdelen. Voor zijn solostukken besloten we één van de andere counters te vragen.”

“Een extra complicerende factor was dat de partijen van de zieke in een hoge ligging lagen. Niet alleen zou de invaller in een lagere ligging zingen, de partituren van Combattimento, het orkest, moesten daarvoor ook worden aangepast. De vervanger moest onderweg in de bus al kunnen studeren, dus de bladmuziek werd in een noodvaart in Enschede tevoorschijn gehaald en gekopieerd voor het orkest.

Op datzelfde moment zat Roelofsen in een andere bus met zijn laptop de scènes van de countertenor te spotten om precies na te lopen welke acties die had. “Tussendoor belde ik met de cast om ze voor te bereiden op een extra doorloop voor aanvang. Het is die avond gelukt dankzij onze jonge zangers, die allemaal tot het uiterste gingen om de zaak aan te passen.”

“Ik vraag de spelers altijd om in hun hoofd te spacen”

In het theater aangekomen is er geen tijd voor koffie, en zijn jas blijft aan. Gable gaat meteen op zoek naar het podium. Daar zijn het decor en de belichting vrijwel klaar. “De eerste die ik in het theater spreek is Janneke.” Gable wijst op Janneke Lindner, de voorstellingsleider. Ze stuurt voor en tijdens de voorstelling alle techniek aan en regelt van achter de schermen de actie op het podium, op basis van een gedetailleerd draaiboek.

Gable Roelofsen met het regieboek (foto: Place de l'Opera).
Gable Roelofsen met het regieboek (foto: Place de l’Opera).

“Een zwarte vloer”, constateert Roelofsen om zich heen kijkend. “Ja, en zwart zuigt alle licht op”, zegt Janneke. Gable spreekt af er nog even met de lichttechnici naar te kijken.

In het halve uur dat volgt, gaat het over ‘loopjes’ en ‘spacing’. Gable legt uit: “Elk theater is anders. Bij deze voorstelling speelt de orkestbak een essentiële rol, daar gebeurt heel veel. Ik ga na hoe de plaatsing ervan gevolgen heeft voor de geplande bewegingen, de opkomsten en alle andere loopjes van de spelers. Ik vraag ze altijd om de voorstelling in hun hoofd te ‘spacen’, hem in gedachten door te lopen zodat ze nergens denken: ik heb minder ruimte, en nergens tegenop botsen.”

Janneke wijst op een hoge rand om de orkestbak: “Die kan niet weg.” Ze heeft al een aantal oplossingen bedacht voor problemen die dat kan geven. “We hebben in het midden ruimte en ik heb de afstap, die vrij hoog is, laten tapen met dubbele banen wit. Zo worden de spelers niet verrast.” Een extra trede is onmogelijk, want obstakels in gangpaden zijn taboe, die zouden bij een ontruiming de doorgang belemmeren. “Hm, het is hoog”, zegt Gable, “zeker voor de dames met rokjes.” Een avondregisseur moet aan alles denken.

“Hymen kan ook langs het voordoek”

Henk Post, de eerste belichter, laat weten dat er spotposities zijn uit veel verschillende hoeken. “Ik heb maar een beperkt zaalbruggetje hier.” Janneke denkt meteen aan de gevolgen voor een scène: “Detta kan dus niet te ver naar voren lopen, want dan loopt ze het licht uit.”

In het overleg tussen voorstellingsleider en avondregisseur vallen geen persoonsnamen, maar die van de rollen. “Helena kan kiezen en Hymen kan ook langs het voordoek, maar jij moet beslissen”, zegt ze tegen Gable. Die is akkoord. “En Corydon en Mopsa gaan door het midden af, daar is een deur, erachter kunnen ze hun haastverkleding doen.”

“Ik gebruik heel veel gum”

Als alle ‘loopjes’ gelopen zijn, nemen we de trap naar beneden. Het is druk in de kleedkamers en bij de schmink. Hoofd kap en grime Reinert Martin benadrukt dat er alleen met echt haar wordt gewerkt. Hoewel de spelers grote pruiken en haarstukken hebben in deze voorstelling, is hij vooral trots op de kaalkoppen. Die maakt hij zo natuurlijk mogelijk. Op het hoofd van zanger Owen Willets is het bewijs te zien. Zijn kale hoofd ziet er ook in tl-licht van heel dichtbij zeer natuurlijk uit.

In de artiestenfoyer gaat de tas van de avondregisseur open en komt het boek op tafel. Gable tikt op de dikke map. “Dit is het regieboek. Er zijn niet heel veel scènes die totaal op de millimeter zijn vastgelegd. Paul Koek komt uit het locatietheater, het hoeft allemaal niet superstrak. Hij wil dat acteurs en zangers reageren op de specifieke plek waar ze spelen. Zijn acteurs zijn daarin getraind en tijdens de repetitieperiode hebben de zangers zich deze mentaliteit ook eigen gemaakt.”

Het regieboek 'up close' (foto: Place de l'Opera).
Het regieboek ‘up close’ (foto: Place de l’Opera).

Gable leest voor uit een willekeurige pagina van het regieboek: What do you mean? – stap naar voren – maat 100 ballon opblazen – maat 102 stap weer terug – maat 103 lopen naar het midden – maat 104 ballon tegen kruis Wim. Gable: “Bij het repeteren noteer ik alles, met potlood. En ik gebruik heel veel gum om die aantekeningen later dan weer aan te passen.”

Vanonder een imposante pruik klinkt de stem van actrice Robijn Wendelaar, die de titelrol speelt in deze voorstelling. “Ik merk niet echt verschil tussen de acteurs en de zangers in de cast. Het is wel erg leuk, met zo’n grote ploeg op tournee. Ik speel normaal in wat meer experimentele producties en met deze Fairy Queen zitten we zelfs in abonnementenseries.”

Gable Roelofsen merkt wel kleine verschillen tussen de zangers en acteurs. “De operawereld is nog een graadje harder dan die van het toneel. Te laat komen, dat komt bij een zanger in eerste instantie minder voor. Maar na drie maanden is iedereen zich bewust van de omvang van de productie, van de onderlinge afhankelijkheid. In deze Fairy Queen staan er 51 mensen op het podium.”

“We hebben bij de casting zangers uitgezocht die deze manier van werken goed aankunnen. Kijk, de Reisopera heeft financieel veel te verduren gehad. We hebben geen decor voor vier of meer vrachtwagens dat dagen bouwen vraagt. Er zijn kleedsters, maar niet zo veel dat de zangers alles zo kunnen laten vallen. Maar deze groep is niet te beroerd om zelf even hun kostuum op een hangertje te doen of een rekwisiet klaar te leggen.”

“Je monteert af in een theater, onderweg pas je dingen aan”

We gaan terug naar het podium. Daar klinken Shakespeares volzinnen uit het libretto. “De acteurs met spreekrollen zijn al geplakt”, zegt Gable. Ze hebben een gezichtsmicrofoon die met tape wordt bevestigd en die testen ze met fragmenten uit hun rol. Achter in de zaal zit de geluidstechniek, een beetje krap ingebouwd in de laatste rij stoelen. Naast het geluid zitten de mensen van het licht.

“Je monteert af in een theater, onderweg pas je dan dingen aan”, vertelt de lichtman. “In dit geval is de voorstelling gemaakt in het Wilminktheater in Enschede. In de verschillende theaters moet je dan zaken aanpassen. Het doel is dat het er zo veel mogelijk uitziet als de oorspronkelijke belichting. Die maken we hier, zonodig zitten in de laptop foto’s van alle lichtstanden.” Gable overlegt over wat speciale momenten in de voorstelling en laat zich geruststellen dat uiteindelijk alle scènes goed uitgelicht zullen worden.

Er zijn meer dan 220 lichtstanden in de productie. Na een cue van de voorstellingsleider worden die gewisseld. Op de vraag aan de lichtman of hij de muziek na twaalf voorstellingen gaat haten of liefhebben zegt hij: “Die muziek is prima, ik heb met deze opera tien jaar geleden al een tournee gedaan.” En als je over drie maanden een fragment uit de Fairy Queen op de radio hoort? “Dan zie ik meteen het lichtplaatje voor me.”

Zanger Kevin Skelton draagt een steentje bij aan de voorbereiding (foto: Place de l'Opera).
Zanger Kevin Skelton draagt een steentje bij aan de voorbereiding (foto: Place de l’Opera).

Tegen half zeven loopt het toneel langzaam vol. Een uur voor aanvang is er een soundcheck waarvoor iedereen op het podium wordt verwacht. Countertenor Owen Willets kijkt om zich heen en zingt wat noten. “Ik concentreer me in de loop van de middag. In mijn hoofd ga ik door alles heen wat ik vanavond moet doen. Van de repetitieperiode heb ik erg genoten; het is een leuke groep mensen. Als de première dan geweest is, heb je even het gevoel dat het klaar is, maar door de uitvoeringen tijdens de tournee groeit de voorstelling verder. Ik heb een vrij fysieke rol dus daarom bereid ik me ook fysiek voor. En als ik mijn kaalkop heb en mijn kostuum, dan kom ik echt in de sfeer.”

Gable legt uit dat de zangers en acteurs echt zelf verantwoordelijkheid nemen voor wat er moet gebeuren. Zanger Kevin Skelton bewijst dat achter hem door aan de slag te gaan met de banen plastic die hij later in de voorstelling zal gebruiken.

“Ik voel me deel van het grote geheel”

Dirigent MaNOj Kamps komt het podium op en wijst op de speciale akoestiek in deze zaal. Het koor test het geluid vanaf een positie op de trappen in de zaal.

De koorleden liggen een deel van de tijd op het podium – in het verhaal slapend. Chantal Nysingh van het koor Consensus Vocalis legt uit hoe dat is. “Als ik er mentaal te veel mee bezig ben, te veel luister naar wat er om me heen gebeurt, is het gek genoeg heel vermoeiend. Daarom probeer ik me er soms van af te sluiten en alleen op de cue te letten. Er liggen matjes hoor, dat is goed geregeld, en omdat we suggereren te slapen mogen we ook wel een beetje bewegen. Het koor heeft wellicht niet zo’n grote rol, toch voel ik me in de voorstelling echt een deel van het grote geheel.”

“Have a pleasant last performance”

Vanaf een halfuur voor aanvang begint voorstellingsleider Janneke de tijd om te roepen. “Nog 30 minuten voor aanvang.” Gable gaat naar zijn plek in de zaal, het regieboek onder handbereik voor noodgevallen. Voor het laatst, want in Den Haag eindigt de tournee.

Rond de tafel van de voorstellingsleider in de coulissen stijgt de concentratie. Om 19.25 uur zegt Janneke door de intercom: “This is your 5 minutes call, please take your positions.” Waarna ze er voor de gelegenheid aan toevoegt: “Have a pleasant last perfomance.”

De eerste cues voor het licht en het toneeldoek worden omgeroepen. Er is achter de schermen een hele dag gereisd en hard gewerkt. Voor het publiek in de uitverkochte zaal begint het nu pas.

De tournee van The Fairy Queen is beëindigd. De opname van de voorstelling die NTR Opera Live maakte is hier terug te luisteren.

Vorig artikel

Tryater speelt straatopera in Leeuwarden

Volgend artikel

Lucia di Lammermoor in beeld en geluid

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.