Achtergrond

IVC beleeft fantastische afsluiting

En nu zit het er op. Na zeer lange dagen (en halve nachten) van luisteren, nadenken, debatteren, overleggen, meningen vormen en ze herzien, sloot het vijftigste Internationaal Vocalisten Concours op zondag 13 september af met de Grande Finale. Een impressie.

De winnaars van het 50e IVC (foto: Dré de Man).
De winnaars van het 50e IVC (foto: Vincent Nabbe).

De negen finalisten in de categorie opera/oratorium mochten zich eindelijk in ‘vol ornaat’ presenteren aan het publiek en de jury. Geen piano meer, maar een volledig orkest, dat onder leiding van het jurylid Kenneth Montgomery werkelijk wonderen verrichtte om al de verschillende stukken op tijd in te studeren en ze dan op zo’n hoog niveau uit te voeren. Chapeau!

Een speciale vermelding verdient de klarinettist van de philharmonie zuidnederland, die zich in twee aria’s van Mozart, beide uit La clemenza di Tito, een waardige partner toonde van Deirdre Angenent (‘Ecco il punto..’) en Catriona Morison (‘Parto, parto..’)

De Chinese Yibao Chen (met 24 jaar één van de twee jongste deelnemers) stelde mij na haar sterke optreden in de halve finale behoorlijk teleur. Vivaldi’s ‘Juditha triumphans’ was voor haar nog duidelijk te hoog gegrepen. Haar keuze voor ‘Meine Lippen, sie küssen so heiss’ (Giudita van Lehár) was buitengewoon sympathiek (eindelijk een operette op het menu!), jammer alleen dat zij zo vreselijk schmierde. Toch ging ze niet met lege handen naar huis: samen met Iris van Wijnen mocht ze de Prijs van de Provincie Noord-Brabant delen.

Deirdre Angenent nam een sterke revanche op haar – voor mij – teleurstellende optreden in de halve finale. Toen werd ‘Morrò, ma prima in grazia’ (Un ballo in maschera) bijna bedolven onder het geweld van haar stem en haar forte en fortissimo. Nu wist ze zo veel verschillende kleuren en nuancen tevoorschijn te toveren dat ze zowel met haar Mozart als met ‘Es gibt ein Reich’ (Ariadne auf Naxos) veel indruk op mij maakte. En zou er een prijs worden gegeven voor de mooiste/indrukwekkendste verschijning, dan had zij die ruimschoots verdiend. In tijden van de visualisatie van de kunstvorm opera beslist niet onbelangrijk. Ik kon mij ook niet aan de indruk onttrekken dat zij het stadium van competities en concoursen al voorbij is.

Marcelina Beucher (foto: Dré de Man).
Marcelina Beucher (foto: Dré de Man).

Bijzonder onder de indruk was ik van de Poolse sopraan Marcelina Beucher. Al in de halve finale roerde ze mij tot tranen toe met de zowat volmaakt gezongen ‘Teneste la promessa’ (La Traviata). Wel jammer dat ze zowel toen als in de finale koos voor ‘In Trutina’ (Carmina Burana), een werk dat mij betreft niet in concoursen thuishoort. Maar na de met veel expressie gezongen ‘Ha! Dzieciatko nam umiera’ uit Halka van Moniuszko werd ik even stil. Dat zij, als enige, niet in de prijzen viel, is voor mij dan ook onbegrijpelijk. En ik vroeg mij voor de zoveelste keer af waarom Smetana en Dvořak wel en Moniuszko niet? Zijn muziek is minstens zo goed!

Bij de Canadese tenor Andrew Haji ging mijn operahart sneller kloppen. Zijn ‘Una furtiva lagrima’ (L’elisir d’amore) bezorgde mij vochtige ogen: hier stond een echte tenor zoals ze alleen maar vroeger gebouwd werden, bij wijze van spreken dan. Zijn prachtig gevoerde stem met een makkelijke hoogte is buitengewoon fraai en zijn voordracht meer dan voorbeeldig. Met zijn stem alleen wist hij alles te vertellen wat een componist wilde zeggen, bijvoorbeeld in zijn meer dan indrukwekkende uitvoering van ‘Tarquinius’ Ride’ (The Rape of Lucretia) in de halve finale of in het zalvende ‘Ye people’ uit de Elijah van Mendelssohn. Bij hem moest ik denken aan een uitspraak van Aprile Millo: “The opera is all about voices and music.” Een terechte winnaar.

De oratoriumprijs werd zeer terecht aan de Engelse mezzo Catriona Morison toegekend. Haar stem is mooi rond en warm en zowel haar laagte als haar hoogte wist ze zeer soepel te hanteren. Maar ze was ook de enige die – op één aria van Mozart na, een schitterend uitgevoerd ‘Parto, parto..’ – alleen maar oratorium zong.

De Nederlandse mezzo Francine Vis kreeg de prijs voor het, nu in de orkestversie uitgevoerde, plichtwerk ‘Quale coniugium’ van Willem Jeth. Of het terecht is laat ik in het midden, maar haar interpretatie was de mijne niet. Veel concurrentie had zij echter niet: de enige andere genomineerde was de Kroatische bariton Krešimir Stražanec.

Winnaar Andrew Haji (foto: Dré de Man).
Winnaar Andrew Haji (foto: Vincent Nabbe).

Hoe anders klonk het lied uitgevoerd door de Amerikaanse countertenor Eric Jurenas (onbegrijpelijk eigenlijk dat hij niet voor de liedduofinale werd uitgekozen!). En ik moest denken aan de manier hoe de Nederlandse bariton Michael Wilmering het lied met de piano zong en hoe zijn vertolking mij greep: zodra ik mijn ogen dichtdeed, zag ik het schilderij van Jeroen Bosch voor mij. Hopelijk krijgt hij ooit de kans om de werkelijk prachtige compositie ook met een orkest te vertolken.

Niet met alle beslissingen van de jury was ik het dus eens. Zo had ik de jonge (24!) Nederlandse sopraan Iris van Wijnen graag in de finale gehoord. Al tijdens de halve finale vond ik haar optreden echt bijzonder en tijdens de masterclass met Dame Kiri Te Kanawa liet zij horen wat een fantastische Mimi er in haar schuilt!

Zelf had ik ook nooit de operaprijs aan de Amerikaanse tenor Matthew Newlin toegekend, al vond een deel van het publiek hem zeer aansprekend. Voor mij was zijn hoogte te geknepen en zong hij met een soort ‘knödel’ in zijn stem. Maar dat is natuurlijk persoonlijk.

Al met al: het was een fantastische afsluiting van een fantastisch concours. Ook de organisatie was tot in de puntjes verzorgd, er was voldoende informatie beschikbaar en iedereen – en niet alleen de deelnemers – werd zowat in de watten gelegd door de directrice, Annett Andriesen. Waarvoor hulde!

Hieronder een kleine impressie van het finaleoptreden van Andrew Haji. Het is opgenomen met iPhone (auteur: René Seghers), de kwaliteit is dus niet optimaal:

Meer clipjes zijn te vinden op de YouTube-pagina van VocalCompetition.

Vorig artikel

Patrys wint eerste Elizabeth Connell Prize

Volgend artikel

Dame Kiri hoort en ziet alles

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. 15 september 2014 at 20:03

    Een mooie impressie van een indrukwekkend evenement, Basia. Goed ook dat je de jury beslissingen nuanceert!
    “Het was geen wedstrijd maar een voedingsbodem” zoals Hein van Eekert het vanmiddag verwoordde via Radio 4.
    Zelf heb ik het vooral ervaren als een festival, met prachtige muziek, geweldige zangers en een ongedwongen sfeer.
    En ook als een ontmoetingsplaats voor iedereen die iets van doen heeft met “my world of opera”, resulterend in veel contacten en gesprekken met gepassioneerde liefhebbers en professionals.
    Ik heb ervan genoten!

  2. Julia Wasowicz
    15 september 2014 at 20:33

    Super eerlijk!!!Basia Bravo!