Operarecensie

Concertante Entführung confronteert

De NTR ZaterdagMatinee blijkt deze maand een nogal actuele operaprogrammering te hebben. Werd er vorige week in Tsjaikovski’s Mazeppa nog tussen de Russen en het Westen gesteggeld over Oekraïne, afgelopen zaterdag stond er in Die Entführung aus dem Serail een islamitisch karakter op het podium dat herhaaldelijk uitriep westerlingen te willen onthoofden. Het resultaat was een muzikaal prachtige middag, maar wel met een ongemakkelijk randje.

René Jacobs (foto: MolinaVisuals).
René Jacobs (foto: MolinaVisuals).

Die Entführung aus dem Serail wordt eigenlijk nooit rechttoe rechtaan geënsceneerd. Doorgaans benadrukken producties van Mozarts ‘Singspiel’ op verschillende manieren dat de westerlingen die de harem van Bassa Selim bezoeken (evenals het publiek in de zaal) een ongenuanceerd, oriëntalistisch beeld hebben van moslims en het Oosten.

Uiteindelijk, wanneer Bassa Selim zich tegen alle verwachtingen in geen wraak- en moordlustige maar een vergevingsgezinde islamiet betoont, realiseren de westerlingen (en de westerlingen in het publiek) dat ze hun beeld moeten bijstellen en dat moslims uiteindelijk net als zijzelf mensen zijn. Een interpretatie die perfect past bij de verlichtingsidealen die vaker te vinden zijn in het werk van Mozart.

In het Concertgebouw werd zonder partituur gezongen, waardoor er ruimte was om te acteren. Natuurlijk binnen de (beperkte) mogelijkheden die de Grote Zaal van het Concertgebouw daarvoor biedt, maar ook zonder sturend regieconcept en duidelijk toneelbeeld liet Die Entführung zich van een donkere kant zien.

De aandacht werd bovengemiddeld op het libretto gevestigd. Het meest problematisch was daarbij de rol van de dreigende en komische harembewaker Osmin. Zeker nu, in een tijd waarin onheilspellende nieuwsberichten over de Islamitische Staat dagelijks tot ons komen, kregen Osmins herhaaldelijke dreigementen om de westerse bezoekers te onthoofden, te verhangen of te spietsen een ongemakkelijke bijsmaak.

Osmin bleek een plat karakter, in wie met de beste wil van de wereld geen goede kwaliteiten vielen te ontdekken: een stereotiep sadistische moslim. En Bassa Selim, die als tegenhanger van Osmin de ‘goede moslim’ zou moeten belichamen? Het viel op dat er in het libretto wel verdacht vaak op gehamerd wordt dat Selim is opgevoed in een christelijk milieu en zich pas op latere leeftijd, na verbannen te zijn naar een land waar de islam de dominante godsdienst is, heeft bekeerd. Een gevalletje opportunistische christen?

Dimitry Ivashchenko (foto: Barbara Aumüller).
Dimitry Ivashchenko (foto: Barbara Aumüller).

De boodschap die ik uit deze concertante Entführung wist te halen, was er niet één van de essentiële gelijkwaardigheid van Oost en West, christenen en moslims, maar een redelijk racistische: moslims zijn eng, behalve als ze voldoende christelijke waarden hebben meegekregen. Een ontluisterend beeld, dat in producties zelden naar voren komt.

Toch viel er in muzikaal opzicht erg veel te genieten. Vocaal werd er over de gehele linie uitstekend gezongen. Een glansrol was weggelegd voor de Osmin van Dimitry Ivaschenko. Zijn bas klonk diep en vol en vulde de Grote Zaal op indrukwekkende wijze.

Maximilian Schmitt gaf een prima vertolking van de edelman Belmonte. Hij wist, zowel vocaal als in zijn acteerwerk, de komische en de serieuze, gewichtige kant van zijn karakter te combineren.

Dit contrasteerde met de Konstanze van Robin Johannsen. Haar coloraturen waren trefzeker, maar in de hoogte miste ze warmte in haar stem. Soms klonk ze een beetje schel, waardoor in vocaal opzicht de waardigheid ontbrak die de edelvrouw Konstanze moet onderscheiden van haar volkse bediende Blonde.

Mari Eriksmoen en Julian Prégardien wisten te overtuigen als het komische koppel Blonde en Pedrillo. Hun acteerwerk was hilarisch en hun stemmen waren trefzeker.

Mari Eriksmoen (foto: Sveinung Bjelland).
Mari Eriksmoen (foto: Sveinung Bjelland).

Minder geslaagd was de keuze voor Cornelius Obonya als Bassa Selim. Selim is een ietwat ondankbare spreekrol, maar Obonya viel toch wel erg uit de toon. Waar zijn tegenspelers stuk voor stuk ook in hun gesproken gedeeltes prachtig klonken, was zijn spreekgeluid schor en kleurloos. Ook sprak hij zijn teksten uit met een nogal pedant stemmetje, waardoor niet invoelbaar werd waarom Konstanze zich ook maar een klein beetje tot deze man aangetrokken zou moeten voelen.

René Jacobs staat bekend om de eigenzinnige wijze waarop hij Mozarts opera’s brengt. Zo bracht hij gesproken teksten terug die doorgaans geschrapt worden. Bassa Selim voorzag Konstanzes glansaria ‘Martern aller Arten’ bijvoorbeeld van gesproken commentaar. Ik heb zelf eerlijk gezegd de voorkeur voor een Selim die zich zo veel mogelijk beperkt tot acteren in stilte, maar het was wel verrassend.

Ook probeerde Jacobs de spontaniteit van een uitvoering uit Mozarts tijd terug te brengen door bijvoorbeeld in de derde akte een stukje ‘Rondo alla Turca’ te interpoleren. Gebeurde dat daadwerkelijk in Mozarts tijd? Dat weten we niet, maar met Mozart, die dirigeerde van achter de toetsen, had het zomaar gekund. Dit soort vondsten voegden een spontaniteit aan de voorstelling toe die niet vaak voorkomt.

De Akademie für Alte Musik Berlin committeerde zich vol overtuiging aan de vondsten van Jacobs en leek zichtbaar plezier te hebben. Het resultaat – warme en speelse orkestklanken – mocht er zijn.

Het koor heeft niet veel te doen in Die Entführung, maar Capella Amsterdam wist zich in de twee korte koorscènes prima van haar taak te kwijten.

Vorig artikel

Opera in de media: week 39

Volgend artikel

Opera Trionfo sluit Wingrave-serie af

De auteur

Laura Roling

Laura Roling

1 Reactie

  1. Jan de Jong
    23 september 2014 at 14:36

    Het was een sublieme, maar inderdaad ook licht ongemakkelijke, want confronterende voorstelling. Subliem gespeeld en gezongen ondanks een licht teleurstellende Constanze. De vrije manier waarop Jacobs met Mozart omging, getuigde van het volledig beheersen van dit meesterwerk. een waarlijk authentieke uitvoering.
    Twee kanttekeningen:
    Het was schokkend om te merken dat enkele tientallen bezoekers dachten dat het na de 2e akte voorbij was. Bij de garderobe heb ik er nog een aantal op gewezen dat het niet voorbij was, waarop zij dankbaar bleven.
    Dat deed mij beseffen dat het toch wenselijk is dat de opera’s in de Zaterdagmatinee vooral thuishoren in de operaserie. Dat was ook aan het publiek te merken. Het publiek van de Oude Muziek-serie is een stuk minder geestdriftig dan de operaliefhebbers zijn.

    Hulde aan de organisatie dat men Jacob en zijn zangers twee volle pauzes gunde. Dat mag van mij vaker. Het kwam de concentratie van zangers en publiek ten goede.