BuitenlandFeaturedOperarecensie

Deutsche Oper start Meyerbeer-cyclus

Na de eerste saaie en ongeïnspireerde jaren van het nieuwe directieteam van de Deutsche Oper Berlin is het grootste operahuis in de Duitse hoofdstad eindelijk aan iets begonnen waar internationaal over gesproken kan worden: een Giacomo Meyerbeer-cyclus van epische proporties. Een fraaie concertante Dinorah trapte de grootse plannen op woensdag 1 oktober af.

Dinorah - Bettina Stöß 1
Patrizia Ciofi als Dinorah (foto: Bettina Stöß).

Bijna alle legendarische ‘grand opéras’ van Giacomo Meyerbeer zullen de komende seizoenen aan de Bismarckstraße in Berlijn geënsceneerd worden, te beginnen met Vasco da Gama in oktober 2015. Als kick-off organiseerde de Deutsche Oper een driedaags Meyerbeer-symposium, met als hoogtepunt een eenmalige concertante uitvoering van de rustieke ‘opéra comique’ Dinorah, ou Le Pardon de Ploërmel uit 1859.

De Deutsche Oper koos voor de originele Franse versie van Dinorah, met gesproken dialogen, in plaats van de latere Italiaanse versie met recitatieven, die Meyerbeer voor de Londense première bij het Royal Opera House, ook in 1859, maakte. Het bekendste nummer uit de opera is de schaduwaria (‘Ombre légère’), die door vele grote coloratuursopranen is gezongen, van Lily Pons tot Maria Callas en Joan Sutherland.

Bij de Berlijnse uitvoering werd een nieuwe uitgave van de partituur gebruikt. En die partituur, van een volwassen Meyerbeer, is niet niks. De orkestrale effecten zijn verbluffend, van begin tot eind.

Meyer illustreert het ietwat suffe verhaal over een dorpsmeisje in Bretagne (Dinorah) en haar geliefde (Hoël) met adembenemende muzikale beschrijvingen van storm, regen en donder, herders en dorpsbewoners, religieuze koren uit de dorpskapel (achter de coulissen gezongen) en een spookachtige scène in een vervloekte vallei, waar de schat die Dinorahs verloofde probeert te vinden verborgen zou liggen.

Het geheel doet denken aan Der Freischütz, met het verschil dat in Dinorah de feitelijke actie verwaarloosbaar is. Het gaat enkel om de kleuring van de landelijke scènes en de hoogstaande zang. Of beter gezegd: het gaat om supersterrenzang. Want om een uitvoering van deze opera interessanter te maken dan enkel een historische rariteit heb je een coloratuursopraan en een hoge bariton met veel présence nodig, evenals een tenor die voor komische verlichting kan zorgen.

De Deutsche Oper presenteerde Dinorah in de Berliner Philharmonie met verrukkelijk spel van het eigen huisorkest en -koor onder leiding van Enrique Mazzola en koordirecteur William Spaulding. Tezamen maakten orkest en koor duidelijk waarom Meyerbeer zo succesvol was in de negentiende eeuw: hij overtreft werkelijk iedereen als het gaat om dramatische effecten en klankkleuringen. Die ‘effectieve’ compositiestijl zie ik dan ook enkel als iets positiefs, en niet, zoals veel wagnerianen, als wat negatiefs.

Voor de titelrol was Patrizia Ciofi gevraagd. Ze was de uitputtende coloraturen goed meester, maar het ontbrak haar aan de jeugdige kracht en sterkwaliteit om je echt mee te slepen in de opera. Er vlogen geen vonken vanaf toen ze de stratosfeer van haar partij bereikte. Maar charmerend was ze wel.

Het koor en orkest van de Deutsche Oper Berlin speelden een hoofdrol in de uitvoering van Dinorah (foto: Bettina Stöß).
Het koor en orkest van de Deutsche Oper Berlin speelden een hoofdrol in de uitvoering van Dinorah (foto: Bettina Stöß).

Naast haar stond Etienne Dupuis als haar geliefde Hoël. Zijn grote, slanke gestalte was prettig voor het oog, maar in zijn bariton miste hij de verleidende toon om van de lyrische liefdesaria een hoogtepunt te kunnen maken.

Het echte steroptreden kwam van Philippe Talbot als Correntin. Komischer kun je je deze rol niet wensen. Bovendien gaf hij zijn personage veel karakter mee.

Veel van de krachtigste muziek die Meyerbeer voor Dinorah componeerde zit in de ensemblescènes. Elbenita Kajtazi en Christina Sidak waren daarin geweldig als herderinnen. En ook Seth Carico (de jager) was voortreffelijk, met een virtuoze jagersaria, waarin alleen de hoge slotnoot wat onzeker klonk.

Voeg hierbij Gideon Poppe, die als Le Faucher een verpletterende solo zong, en het werkelijk vaardige ensemble was compleet. Alleen in de hoofdrollen had de bezetting wat spectaculairder kunnen zijn, zeker aangezien deze uitvoering bedoeld was als de aftrap van iets ‘groots’ in Berlijn, en niet een voortzetting van de afgelopen twee saaie jaren.

De uitvoering werd opgenomen en zal op 4 oktober worden uitgezonden bij Deutschlandradio Kultur. En aangezien het een coöperatie met het Palazzetto Bru Zane is, verwacht ik binnenkort een luxe cd-uitgave.

Het volgende Meyerbeer-evenement is Vasco da Gama, in een productie van Vera Nemirova (dat zet je aan het denken hoe serieus de Deutsche Oper de nieuwe kans van Meyerbeer in Berlijn neemt…). Les Huguenots volgt in november 2016 en Le Prophète in seizoen 2017/2018. Waarom Robert le diable ontbreekt, is mij een raadsel. Niettemin zie ik zeer uit naar deze nieuwe cyclus van ontdekkingen!

Zie voor meer informatie de website van de Deutsche Oper Berlin.

Vorig artikel

Opera in de media: week 41

Volgend artikel

Loevendie-opera in première bij Matinee

De auteur

Kevin Clarke

Kevin Clarke

6Reacties

  1. Freek
    3 oktober 2014 at 14:07

    Geweldig, wat een goede zet van de Berlijners. Ik hoop dat DNO ook een keer dat lef gaat krijgen! Ik had er eigenlijk al een beetje op gerekend na de Siciliennes en La juive, maar het mocht niet zo zijn. Misschien is de Berlijnse cyclus een symptoom van Meyerbeerherwaardering…

  2. 3 oktober 2014 at 21:46

    Ik denk dat ik in de nabije toekomst de voorstelling Le Prophète die we in 2008-2009 deden in opdracht van de Doopsgezinde Gemeenschap A’dam, weer uit de kast haal!

  3. Ago
    4 oktober 2014 at 00:01

    Goed idee Wiebke! het is prachtige muziek die het verdient gehoord te worden!

  4. Loesje
    4 oktober 2014 at 10:09

    Staatstheater Braunschweig brengt Le Prophète dit seizoen tien maal.
    De première is op 19 oktober.

  5. Hans van Verseveld
    4 oktober 2014 at 15:48

    Meerdere malen heb ik met Mauricio Fernandez en Pierre Audi gesproken over de grote belangstelling die er blijkt te zijn voor Meyerbeer opera’s, maar er schijnen veel redenen te zijn om die werken in de Matinee of bij de Nationale Opera niet uit te voeren. Inmiddels doet men daar elders in de wereld niet zo moeilijk meer over en er zijn ook weer zangers genoeg te vinden die dit genre graag willen zingen. Als je La Juive en Guillaume Tell op de planken kunt brengen voor een uitverkocht huis, dan moet dat voor Les Huguenots en Le Prophète toch zeker ook gelden. In Brussel, London, Venetië en nu ook in Berlijn is Meyerbeer in de afgelopen jaren met groot succes aan een renaissance begonnen. Kleinere huizen in Chemnitz, Gelschenkirchen, Münster, Straatsburg etc. gingen ons ook al voor, dus komop jongens doe eens gek en breng Meyerbeer in plaats van Rigoletto!

  6. 4 oktober 2014 at 20:58

    Doen jullie dan ook weer mee Ago???

    nb. Gaaf, Loesje, misschien rij ik er wel heen. Zal het ff checken.
    Dank voor de tip!