BuitenlandFeaturedOperarecensie

Koor speelt hoofdrol in sterke Khovansjtsjina

Met het koor in een sterk gezongen hoofdrol werd in Antwerpen op zondag 2 november de grote Russische opera Khovansjtsjina ten gehore gebracht. De vrijwel volledig Russische cast zorgde voor een authentieke sfeer, zowel in positief als negatief opzicht, met als resultaat een indrukwekkende voorstelling.

Koorscène uit Khovanstsjina (foto: Annemarie Augustijns).
Koorscène uit Khovanstsjina (foto: Annemarie Augustijns).

Een muzikaal volksdrama in vijf bedrijven, zo wordt Khovansjtsjina getypeerd in het programmaboek. Het libretto en de muzikale schetsen zijn van Modest Moessorgski. Uit diens wanordelijke nalatenschap heeft Dmitri Sjostakovitsj zijn eigen versie gecreëerd, die in Antwerpen grotendeels wordt gevolgd.

Het verhaal is tamelijk ingewikkeld. De vernieuwing van de Russische samenleving door Tsaar Peter dient zich reeds aan. Dat leidt tot verschillende kampen, zowel religieus als politiek. Een vernieuwing van de liturgie heeft een groep oudgelovigen genoopt zich van de hoofdkerk af te splitsen. Samen met de Bojaren, de hoge landadel, vormen zij het conservatieve deel van de bevolking. Daartegenover staat een groepje vorsten dat tracht te profiteren van de verwachte politieke vernieuwingen, maar daarbij vooral uit is op eigen gewin.

Vorst Ivan Khovanski is de leider van de Streltsy, in hedendaagse termen de Moskouse militie. Zij terroriseren de stad onder het mom van ordehandhaving. Oudgelovigen zijn voor hen een geliefd doelwit. Ivan laat zich vieren als redder des vaderlands en heeft een begerig oog op de troon.

Een tweede vorst, Vasili Golitsyn, staat hem daarbij in de weg. Deze vertrouweling van de tsarina-regentes Sofia maakt zich echter zorgen over zijn positie en probeert Khovanski niet openlijk voor de voeten te lopen. Een intrigant in de persoon van de Bojaar Sjaklovity, die uit is op een staatsgreep, maakt het politieke trio compleet.

Het hoofd van de oudgelovigen is de voormalige Bojaar Dosifej. Hij is een man met twee gezichten. Enerzijds probeert hij voortdurend op patriarchale wijze iedereen tot kalmte en rede te manen, anderzijds schrikt hij er niet voor terug zijn volgelingen de dood in te jagen. De opera eindigt dan ook in een soort ‘Jonestown’.

De vrouwelijke hoofdrol is weggelegd voor Marfa, een oudgelovige jonge vrouw die door Golitsyn zo nu en dan geraadpleegd wordt om zijn toekomst te voorspellen. Binnen de christelijke gemeenschap is deze waarzegster een vreemde eend in de bijt. Ze is verliefd op Khovanski’s zoon Andrei, wat haar op een ernstig verwijt komt te staan van de oude Soesanna. Zulke zondige gedachten passen een gelovige niet.

Moessorgski is niet één van mijn favoriete componisten. Ik heb moeite met zijn voorliefde voor het eindeloos herhalen van eenzelfde passage, met hier en daar minimale variaties. Dat is met name heel duidelijk waar iemand een verhaal vertelt, een lied zingt of in discussie is met een ander. Gekoppeld aan de overmaat aan zware stemmen leidt dit in de eerste twee aktes regelmatig tot monotoon gebulder. Als dan plotseling het volk weer verschijnt, zorgt het koor voor melodieuze verademing.

Afhankelijk van het moment horen we het koor als de militie, de vrouwen van de militieleden, straatvolk en oudgelovigen. Hun zang draagt het werk, en het koor van Opera Vlaanderen weet uitstekend raad met die hoofdrol. Groot compliment voor de leden, van wie behalve zingend ook acterend veel wordt gevergd.

Voor ‘comic relief’ zorgt de scène waarin de Streltsy-vrouwen hun mannen tot de orde roepen: altijd maar zuipen en vechten en nooit thuis! Ze komen op in uitdagende kledij en dragen winkeltassen, die de indruk wekken dat ze net even gewinkeld hebben bij Victoria’s Secret. Om hun boosheid te uiten, gooien ze met lingerie naar hun manvolk. Dat doet de stemming algauw omslaan en de scène eindigt in de, vrij braaf vormgegeven, orgie.

Scène uit Khovansjtsjina (foto: Annemarie Augustijns).
Scène uit Khovansjtsjina (foto: Annemarie Augustijns).

De goed zingende bas Ante Jerkunica overtuigde als Khovanski. Hij zette een wat proleterige dictator neer, die associaties opriep met personages die men ook vandaag de dag in de regio kan aantreffen. Alexey Antonov zong goed, maar kwam op mij wat karikaturaal over in zijn vertolking van patriarch Dosifej.

Oleg Bryjak kreeg als enige een open doekje en wel nadat hij Sjaklovity’s grote aria had gezongen in het derde bedrijf. Het is een enge man, maar Moessorgski heeft hem mooie muziek gegeven.

De tenoren Vsevolod Grivnov als Golitsyn en Dmitry Golovnin als Andrei Khovanski wisten beiden hun personages goed gestalte te geven. En de Russische mezzo Julia Gertseva schitterde in de rol van de verliefde waarzegster Marfa. Ook de kleinere rollen waren goed bezet, geen sinecure met zo’n grote cast.

Het decor bestond uit een aantal gebogen wanden, die door een wisselende configuratie verschillende locaties konden uitbeelden. Knappe belichting zorgde voor prachtige schaduwbeelden waar dit functioneel was in de handeling.

Het toneel werd door de wanden betrekkelijk klein gehouden, waardoor het geluid sterk werd weerkaatst. Bij tijd en wijle was de muziek dan ook letterlijk oorverdovend. Iets minder volume had ik niet erg gevonden. Sowieso heb ik altijd moeite met zangers die alles fortissimo zingen, en als het decor de stemmen dan ook nog versterkt, wordt het me teveel van het goede.

Het regieconcept van David Alden doet volledig recht aan het libretto, ook al veroorlooft hij zich wel een aantal vrijheden. Maar ja, van mannen in camouflagepak met mitrailleurs kijkt bijna niemand meer op. Overigens wel merkwaardig dat die pakken rood waren, wat de vraag opwerpt welk type camouflage eigenlijk werd beoogd.

Opera Vlaanderen geeft met deze voorstelling een zeer geslaagd vervolg aan de reeks Russische opera’s die de voorbije jaren zijn geprogrammeerd. Een absolute aanrader.

Khovansjtsjina is nog tot en met 8 november te zien in Antwerpen en van 26 november tot en met 2 december in Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.

Vorig artikel

Caldara-opera fenomenaal opgenomen

Volgend artikel

Mahler en Strauss in wetenschap en zang

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

23Reacties

  1. stefan caprasse
    3 november 2014 at 13:44

    Ik kijk ook zeer uit naar deze produktie (zo 30 nov in Gent). Ik ben wel een Moussorgski-fan al is het misschien wel waar dat de ‘recitatieven’tijdens de “gesprekken” inderdaad soms wat monotoon zijn – meer in Khovantchina dan in Boris Godounov, zijn absoluut meesterwerk! (al is Khovantchina natuurlijk ook een groots werk!)

  2. Evert Hummelen
    9 november 2014 at 18:34

    Geheel eens met de recensie van Peter Franken. Bezoek meer dan waard. Universeel thema waarin angst, trots en macht strijden om de voorrang.Goede personenregie.
    Gedegen en inhoudelijke recensie, daar kunnen sommige recensenten van dagbladen nog wel een voorbeeld aan nemen.

  3. stefan caprasse
    1 december 2014 at 10:28

    Gisteren zon 30 nov naar de voorlaatste voorstelling geweest in Gent. FANTASTISCHE produktie. Solisten zonder uitzondering vocaal indrukwekkend. PRACHTIG (!) zingende koren. Heel goed orkest en dirigent (oa heel mooie prelude van I en perzische dans bij Khovansky). Sober maar heel efficient decor (verschuifbare gebogen wanden met prachtige (!) schaduweffecten) en bij momenten totaal prachtige scenebeelden. De actualisering was heel consequent gedaan en riep heel hedendaagse toestanden op (de strelsy als oproerpolitie!). Het enige ietwat belachelijke (en onbegrijpelijke) moment waren de soldaten van Peter de Grote (bij de begenadiging van de Strelsy) in hun gele pakjes en gekke hoofdjes, die als een rugbyteam komen opgehuppeld (?). Maar dat was slechts een detail in een verder werkelijk grandiose vertoning.

  4. Olivier Keegel
    1 december 2014 at 11:43

    Ik lees “van mannen in camouflagepak met mitrailleurs kijkt bijna niemand meer op”. Wist ik niet. Of de recensent is hard aan een sabbatical toe, of ik loop hopeloos achter. Zal het laatste wel zijn. Hoewel, als ik Dame Gwyneth Jones zo lees, zou ik ook wel eens juist NIET outdated kunnen zijn: “After decades of placing operas into “our time” with blue jeans, ugliness and the desecration of sex it has become outdated and I feel that it is necessary to return to the truth of the score.” (Dame Gwyneth Jones, reviewing Paul Dawson Bowling’s book: The Wagner Experience).

  5. stefan caprasse
    1 december 2014 at 12:25

    Nogmaals, zeker bij een precies historisch werk als La Khovantchina zou ik absoluut niets hebben tegen een “historische” enscenering. Zulk een actualisering is bij zulk een opera voor mij zeker geen must. Maar als het mooi en consequent gedaan is, zoals hier, vind ik het wel gepast. En bon, camouflagepakken en mitrailleurs worden inderdaad stilaan een cliché. Als men dat bij alle opera’s gaat doen,waarin milities voorkomen, gaan op de duur alle opera’s op elkaar lijken…ik weet het, maar toch…in dit geval…

  6. Olivier Keegel
    1 december 2014 at 13:25

    Men beoordeelt de zgn. “geactualiseerde”, dus de niet-librettogetrouwe regie heden ten dage in termen van “meer of minder geslaagd”. Nauwelijks vraagt men zich nog af WAAROM het “verplaatsen naar onze tijd” en aanverwante flauwekul eigenlijk nodig is.

    In de begindagen van deze onzalige ontwikkeling deed men nog wel eens een poging die fundamentele vraag te beantwoorden. Pogingen die er via allerlei kromme, makkelijk door te prikken redeneringen op neerkwamen dat een librettogetrouwe regie “het huidige publiek niet veel meer zegt”. Om Dame Gwyneth Jones nogmaals te citeren: “The public is insulted and treated like idiots who are incapable of forming their own interpretation of the composer and librettist’s work and its effects on their daily lives and morals.”

    Met andere woorden: We zijn er op een ongelofelijke manier ingetuind!

  7. stefan caprasse
    1 december 2014 at 13:57

    Hierover zullen we het dan wel nooit eens worden en dat mag, zolang we maar beschaafd blijven. Is het trouwens echt nodig deze discussie bij ELKE “moderne” enscenering te herhalen? Overigens, ik voel me absoluut niet “insulted” of behandeld “like idiots” of ergens “ingetuind”.
    En wat ‘Dame’ Gwyneth Jones betreft: ze schrok er toch ook niet voor terug om in de Chereau-ring te zingen waar Wotan er als een bankdirecteur bijloopt en Gunther in smoking. En die TOEN, IN HET BEGIN schandaal verwekte precies door die actualisering?
    Overigens, over die Chereau-ring niets dan goed, het is één van de beste ensceneringen ooit.

  8. Olivier Keegel
    1 december 2014 at 14:40

    Dat is de essentie van ergens intuinen, dat je het niet zo voelt.

    En ja, zeker is het nodig om de kleren van de keizer keer op keer in de etalage te hangen, naar analogie van “Ceterum censeo Carthaginem esse delendam”. Net als aan Carthago zal ook aan Regietrash een einde komen. En als we dan terugkijken -denk Vietnam, Irak, acceptatie van kinderporno in de jaren 70- dan slaan we ons voor de kop. Hoe hebben we hier ooit in kunnen geloven? Hoe hebben we het ooit zover kunnen laten komen? Hoe hebben we ooit kunnen toestaan dat een egocentrische narcist als Konwitschny bepaalt hoe Strauss’ Salome afloopt? Hoe hebben we kunnen toestaan dat de kunstvorm opera onder ons eigen toeziend oog is weggeroofd, waarbij wij zelf nog graag een bonus van 120 euro per kaartje ter beschikking stelden?

    Er zullen studies naar het wonderlijke fenomeen van de “geactualiseerde opera” verricht worden (“tot het actualiseren van boeken en schilderijen ging men vooralsnog niet over”) die concluderen dat gehaaide opinieleiders een even essentiële als kwalijke rol hebben gespeeld. Er zal melding gemaakt worden van roependen in de woestijn, mensen uit het vak, mensen als Gwyneth Jones.

    En er zal toch ook melding gemaakt worden van geleidelijk voortschrijdend inzicht: “In 2014 had de club Against Modern Opera Productions daarentegen al meer dan 10.000 aanhangers.”

  9. stefan caprasse
    1 december 2014 at 16:56

    En hop, we gaan weer de hoogdramatische toer op! Man, man, ik heb echt met U te doen! Wat moet ge U toch ongelukkig voelen bij de huidige gang van zaken dat ge er zo’n hoogdravende toon over aanslaat! Het enige waar ik overigens momenteel intuin, is dat me weer laat verleiden tot de zoveelste oeverloze discussie!Maar goed… Nogmaals, ik begrijp niet waarom ge plotseling Gwyneth Jones als model neemt van een “roepende in de woestijn”. Nogmaals, was de Chereau-ring dan geen actualisering? En ik heb haar ook in de Brusselse Munt weten zingen in een Elektra met een auto(!!!) Schandalig toch ! Neem haar dus aub niet als voorbeeld van iemand die persé terug wil naar de “traditionele” ensceneringen, of ze moet sinds fel van mening veranderd zijn, wat natuurlijk haar volste recht is.
    En om nog een paar dingen daarover te zeggen: Denkt U echt dat men ten tijde van Mozart een opera als ‘La Clemenza di Tito’ uitvoerde in exact die Romeinse uniformen,die men droeg ten tijde van keizer Titus. Maar een huidige ’traditionalist’ zal ook waarschijnlijk al blij zijn als hij vage Romeinse kledij ziet, historisch verantwoord of niet. En de meeste ’traditionalisten’ weten waarschijnlijk niet eens wanneer bv Il Trovatore zich afspeelt en zijn oopk al blij als ze een paar vage Middeleeuwse kastelen zien (en de Middeleeuwen hebben lang geduurd!). En schilderijen zijn ALTIJD geactualiseerd; of vind U het normaal dat schilders ala Van Eyck of Rubens bijbelse taferelen in een Vlaams landschap plaatsen. Toch ook schandalig, niet? Waarmee ik wil zeggen: ook zogenaamd traditionalisme is heel relatief.
    Maar antwoord nu wat U wil, ik stop hier of we zijn binnen een week nog bezig. Bij de enscenering van La Juive door ‘egocentrische narcist’ Konwitschny (waar ik als smakeloze ‘ingetuinde’ zeer naar uitkijk!), kunnen we misschien nog eens herbeginnen, of misschien al eerder, als IK zin heb…

  10. stefan caprasse
    1 december 2014 at 17:07

    Ik vind het overigens wel erg dat het minste dat iemand IETS durft te zeggen over een ietwat ‘modernere’ produktie, telkens aanleiding geeft tot deze soort discussies. Men zou bang zijn om…

  11. Olivier Keegel
    1 december 2014 at 17:45

    “THE PUBLIC IS INSULTED AND TREATED LIKE IDIOTS”…

    In welk productie Dame Gwyneth Jones 40 jaar geleden wel of niet zong, doet in het geheel niet ter zake. Dit is wat zij een week geleden opmerkte over de HUIDIGE stand van zaken:

    “I have become weary of many of today’s opera productions. If I buy a ticket to see Der fliegende Holländer I want to see the sea, ships, sailors and spinning wheels, not an office full of secretaries sitting at their typewriters and I do not want to see Elisabeth going to the gas chambers in Tannhaüser or any of the other annoyances which simply ignore the directions in the score, changing the subject of the piece entirely and suggesting that the producer is superior to the composer.
    The public is insulted and treated like idiots who are incapable of forming their own interpretation of the composer and librettist’s work and its effects on their daily lives and morals. It is not because I am old fashioned. To the contrary. I am simply sick of the disgraceful way that precious works of art are being abused by many of today’s producers who often admit that they have no knowledge of the art of opera and are unable to read music. It would seem that their main aim is to create something which is going to arouse protests and scandal and has nothing whatsoever to do with the contents of the score, which makes them “the talk of the town” and enhances their careers.
    Many avid opera-goers have given up trying to show their disagreement by booing and are simply not going to such performances any more, which is made clear by the empty seats in many opera houses nowadays. In Bayreuth tickets are now easy to obtain on the internet and sometimes, even on the day of the première at the box office. This I find very worrying because if the public is lost, it is not so easy to get them back again!
    After decades of placing operas into “our time” with blue jeans, ugliness and the desecration of sex it has become outdated and I feel that it is necessary to return to the truth of the score.”

    Laat aan duidelijkheid weinig te wensen over…

  12. stefan caprasse
    1 december 2014 at 17:51

    Non piu, frate !

  13. Olivier Keegel
    1 december 2014 at 18:30

    Le idee dei novator in te son penetrate!

  14. stefan caprasse
    1 december 2014 at 18:53

    Wandel und Wechsel
    liebt, wer lebt

  15. Onno
    1 december 2014 at 19:07

    Ergens heb ik het idee dat er een element ontbreekt in deze zich eindeloos herhalende discussie, namelijk dat als er meer moderne opera’s zouden zijn die het publiek wisten te boeien, het ‘updaten’ (excuses voor het lelijke woord) van oudere opera’s helemaal niet zo’n item zou zijn, dan wel veel minder zou voorkomen.

  16. stefan caprasse
    1 december 2014 at 19:13

    AANHOORBARE moderne opera’s dan, ja, wie weet…

  17. Onno
    1 december 2014 at 19:56

    Toch blijft het me intrigeren waarom er wel succesvolle moderne films, boeken, toneelstukken, popalbums et. etc. zijn en dit binnen de opera maar zo mondjesmaat lukt. Hier moet toch iets aan ten grondslag liggen. In mindere mate geldt trouwens het zelfde voor de klassieke muziek.

  18. stefan caprasse
    1 december 2014 at 20:18

    Moderne films, boeken en toneelstukken blijven meestal toch voor de meeste mensen leesbaar. Woorden blijven woorden, dialogen blijven dialogen… Muziektheater daarentegen is ofwel ‘gedegradeerd’ (sorry voor het woord) tot heel banale musicaltoestanden ofwel al sinds de invoering van de atonaliteit, tot weinig toegankelijke (en vaak weinig genietbare) muziek verworden voor de meeste mensen. Gelukkig schijnt daar tegenwoordig enige verandering in te komen, en schijnt de moderniteit toch weer terug gecombineerd te worden met meer toegankelijkheid zoals in St François d’Assise van Messiaen (al is dat al niet meer “tegenwoordig”) of de opera’s van Philippe Boesmans, die ik persoonlijk toch weet te apprecieren en een toekomst toewens.

  19. Leen Roetman
    1 december 2014 at 20:19

    Olivier en Dame Gwyneth Jones staan in hun kritiek niet alleen. Eric de Kuyper, Belgisch filmregisseur, filmtheoreticus en schrijver, gepassioneerd door de wereld van het theater en de opera, zegt in zijn boek Applaus nooit meer een regie van Stefan Herheim te willen zien: ‘ik ben geen masochist’. (Laat ik Herheim nu net een van de talentvolste opera regisseurs vinden.) Zo zal ik nooit meer een kaartje kopen waar Konwitschny of Kusej de hand in hebben gehad, ook ik ben geen masochist.
    Het is heel jammer dat de operawereld er collectief voor heeft gekozen een elitaire kunstvorm te creëren. De populariteit van musicals toont aan dat er een groot publiek is voor aansprekend muziektheater. Door geen of te weinig ‘artistieke concessies’ te willen doen hebben operahuizen waarschijnlijk voorgoed de aansluiting met dit publiek verloren.

  20. stefan caprasse
    2 december 2014 at 08:43

    Kan allemaal zijn maar ik vond La Khovantchina een prachtige produktie, punt! En als elke ‘moderne’ produktie in de toekomst telkens opnieuw dit debat moet uitlokken, soit! Ik zou alleen mijzelf niet moeten laten verleiden eraan deel te nemen!

  21. stefan caprasse
    2 december 2014 at 08:54

    En a propos ik vind Herheim ook een enorm interessant regisseur – zijn Parsifal in Bayreuth vind ik zelfs één van de mooiste ensceneringen van de laatste jaren. Maar laat dit alstublieft het debat niet heropenen !!!

  22. Olivier Keegel
    2 december 2014 at 10:04

    Een excellent idee, meneer Caprasse, om de zwaar overschatte Herheim eens bij de horens te vatten. Na zijn jammerlijke Onegin heb ik besloten deze meneer links te laten liggen. De Herheim Onegin prowdly presented een verdwaasde zombie op het toneel (de “dubbelganger”, een tot op het bot afgekloven “concept”). Bovendien had bij deze regisseur het misverstand postgevat dat deze opera over de geschiedenis van Rusland gaat. Quod non. Ik zie in de desbetreffende documentaire nog Jansons’ mild-spottende blik wanneer hij Herheim vraagt wat hier in godsnaam de bedoeling van is. Basia betitelde Herheims Onegin destijds als een “een misselijkmakend samenraapsel van van alles: bruine beren, astronauten, geestelijken, KGB, circus, Siberië, tsaren en de nieuwe rijken”. Dat had Basia weer eens heel goed gezien.

  23. stefan caprasse
    2 december 2014 at 10:21

    Och man…!