FeaturedOperarecensie

Matinee speelt meeslepend Henze-oratorium

De vaste ZaterdagMatinee-ensembles, aangevuld met een massa koorzangers, bevolkten op 22 november het podium van het Concertgebouw. Onder leiding van Markus Stenz brachten ze de Nederlandse première van Das Floss der Medusa van Hans Werner Henze. Min of meer ontdaan van de politieke opwinding die het stuk eind jaren ’60 veroorzaakte, bleek Henzes werk meeslepend en aangrijpend.

Markus Stenz (foto: Catrin Moritz).
Markus Stenz (foto: Catrin Moritz).

De studenten, radicaal als ze waren in 1968, hadden wellicht gelijk. In een periode dat radicaliteit tot op het bot ging en het politieke in elk vezeltje van het leven en de cultuur werd gezocht, noemden ze Hans Werner Henzes muziek conservatief.

Bij de wereldpremière van zijn ‘oratorio volgare e militare’ in Hamburg brak er een protest los, wat de uitvoering verhinderde. Henze beschouwde Das Floss der Medusa als een requiem voor Che Guevarra, die een jaar eerder vermoord was. Voor de gelegenheid zag hij echter af van een verwijzing naar de Argentijnse revolutionair in het programmaboekje. Een demonstrant ontrolde daarop een portret van Che. En toen dat verwijderd werd, begonnen medestanders in de zaal rode vlaggen en afbeeldingen van Che te tonen.

Afgelopen zaterdag was dat echter allemaal anders. Geen protest te horen, geen vlag te zien. Henzes oratorium was nieuw voor Nederland en met deze eerste keer bewezen de NTR ZaterdagMatinee en de omroepensembles weer eens hoe belangrijk ze zijn voor de uitvoering van minder gangbaar repertoire en wat het oplevert als er gedurfd geprogrammeerd wordt.

Die studenten in Hamburg hadden wellicht gelijk met hun label ‘conservatief’, want wie Hoogduitse, intellectuele, laat-twintigste-eeuwse afstandsmuziek verwachtte, werd vergast op een meeslepend en warmbloedig werk. Beelden van de soldaten, vrouwen en kinderen die op een vlot op weg naar Senegal hun ondergang tegemoet gingen, verschenen via muziek en tekst voor het geestesoog. De angst, het geweld, de slijtageslag met honger en dorst en de onverschillige reactie van de overheden werden door librettist Ernst Schnabel onder woorden gebracht en door Henze muzikaal geschilderd.

Brechtiaans was de tekst van verteller Franz Grundheber, die als Charon, de veerman naar het dodenrijk, de handeling introduceerde. Zijn rol vraagt om een grote stem en een groot acteur en Grundheber vulde dat zeer overtuigend in.

Lenneke Ruiten (foto: Victor Thomas).
Lenneke Ruiten (foto: Victor Thomas).

De twee vocale solisten waren sopraan Lenneke Ruiten als de Dood en bariton Roman Trekel als Jean-Charles, de leider op het vlot. Interessant om Ruiten in een heel andere rol te horen. Geen Fiordiligi of Susanna deze keer, maar een zeer aanwezige, dramatische stem. Die bijna onschuldige sopraan in de donkere rol maakte haar bijdrage extra navrant. De korte, hoge passages in haar partituur nam ze daarbij moeiteloos.

Net als haar collega Roman Trekel stond Ruiten in het orkest. Kennelijk had de componist bedoeld dat hun geluid op sommige moment zou versmelten met dat van de musici. De kracht van Trekel en de zeggingskracht van Ruiten bleven niettemin fier overeind in de pittige klankblokken die Henze schreef.

Ruiten stond net voor de tuba’s, en het was pijnlijk om te zien dat ze op verschillende momenten discreet haar vingers in de oren stopte om de crescendi van koren en orkest te doorstaan. Alles voor de muziek, maar er gaat iets niet goed als solisten zo moeten handelen om hun gehoor te beschermen.

Vanuit een enorme partituur leidde Markus Stenz, eerder ook dirigent van de Nederlandse première van Henzes opera L’Upupa, het orkest en de enorme hoeveelheid koorzangers. Met overzicht en visie stuurde hij hen aan. De koorleden begonnen op de linkerkant van het podium. Gedurende het stuk schoven steeds meer zangers op naar rechts, naar de kant van Lenneke Ruiten, de Dood. Ook door dit aspect, het tonen van het almaar kleiner wordende aantal overlevenden, werd Medusa een zeer toegankelijk werk.

In het slot verwijst Henze naar de president van Noord-Vietnam, Ho Chi Minh. Waar ooit felheid in de spreekkoren met zijn naam klonk, was het nu vooral ontroering die zich meester maakte van de luisteraar. Anno 2014 riep Das Floss der Medusa beelden op van hulpeloze Afrikaanse vluchtelingen die de oversteek naar Europa maken en dat in veel gevallen niet of ternauwernood overleven.

De radio-opname van Das Floss der Medusa is terug te luisteren op de website van Radio 4.

Vorig artikel

Muuse zingt Onegin bij 60-jarig GOOG

Volgend artikel

DNO en Kaufmann winnen Edison Klassiek

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Jan de Jong
    24 november 2014 at 17:22

    Geweldig stuk. Verdient het vaker uitgevoerd te worden. Onbegrijpelijk dat het pas 43 jaar na de première in Nederland voor het eerste is uitgevoerd.
    Mooie recensie, dank!